AchtergrondBinnenkortInterviews

Oliemans wijdt Delft Chamber aan Orpheus

Deze week zat hij nog in Aix-en-Provence, volgende week opent hij als gastprogrammeur het Delft Chamber Music Festival. Bariton Thomas Oliemans koos voor het thema ‘Orpheus’. “Dat wist ik meteen. Het biedt ontzettend veel mogelijkheden om het over muziek te hebben.”

Thomas Oliemans: “Wat betekent muziek in ons leven? Dat fascineert me.” (© Marco Borggreve)

Violiste Liza Ferschtman leidt sinds 2007 het Delft Chamber Music Festival en heeft daar een internationaal erkend muziekevenement van gemaakt. Deze zomer geeft ze de artistieke leiding uit handen om zich op haar concertpraktijk te richten en andere festivals te kunnen bezoeken. De bekende Nederlandse bariton Thomas Oliemans neemt haar job voor één editie over.

Thomas Oliemans zong de afgelopen weken de rol van Bill in Austieg und Fall der Stadt Mahagonny bij het Festival d’Aix-en-Provence. Kort voor de laatste voorstelling daar sprak Place de l’Opera met hem.

Hoe was de speelreeks in Aix?
“Het was fantastisch om met dirigent Esa-Pekka Salonen en regisseur Ivo van Hove te werken. De internationale pers was enthousiast over de productie, de Franse pers reageerde gemengd. We gaan zien hoe het in Nederland uitpakt; in maart 2020 komt de productie naar De Nationale Opera.”

Wanneer werd je gevraagd om het Delft Chamber Music Festival te programmeren?
“Zo’n anderhalf jaar geleden. Liza wilde een sabbatical nemen, waarna een aantal mensen benaderd werd om over de programmering na te denken. Dat heb ik gedaan. Hoe zou ik het vormgeven? Het bestuur heeft toen een beslissing genomen.

“Alles mag, zeiden ze. Ik was heel vrij”

Tien jaar geleden heb ik weleens op het festival gezongen, maar daarna niet meer. Ik had vorig jaar zomer vanwege mijn eigen werk geen tijd om te komen kijken, maar ik ben wel een keer naar Delft gegaan om de locaties te bekijken. Ik vond het belangrijk om te weten op wat voor plekken gespeeld wordt en wat ik daar zou willen horen.”

Kreeg je een specifieke opdracht mee?
“Alles mag, zeiden ze. Ik hoorde wanneer het begint en wanneer het ophoudt, verder was ik heel vrij. Ik heb het familiaire en herkenbare karakter van het festival willen behouden, maar ik heb ook wat nieuwe dingen willen toevoegen. Zo gebruiken we voor het eerst de oude bibliotheek, waar een muzikaal diner georganiseerd wordt. Goed eten wordt gecombineerd met muziek op hoog niveau.”

Als thema koos je ‘Orpheus’. Waarom?
“Ik wilde duidelijk maken dat dit jaar geen strijker maar een zanger de programmering doet. Zonder dat ik er een zangfestival van wil maken. Ik ben daarbij niet zozeer geïnteresseerd in de anekdote, het verhaal van Orpheus, maar meer in wat de mythe vertelt over de kracht van muziek. Orpheus biedt ontzettend veel mogelijkheden om het over muziek zelf te hebben. Wat betekent muziek in ons leven? Welk belang hechten we eraan of zouden we eraan moeten hechten? Dat heeft me altijd gefascineerd in mijn carrière als zanger.”

Is het veel werk, een festival programmeren?
“Het is best een klus. Ik had een lijstje van mensen die ik heel graag wilde uitnodigen, maar niet iedereen was in die twee weken beschikbaar. Maar dat leverde juist leuke, nieuwe ideeën op. Ik zing zelf bijvoorbeeld Brahms en Fauré. Nu had ik er niet direct aan gedacht om dat met pianist Hannes Minnaar te doen, terwijl ik hem wel bewonder om zijn Brahms en Fauré. Doordat pianisten met wie ik vaak samenwerk niet beschikbaar waren, kwam ik bij Hannes en dat heeft een heel leuke samenwerking opgeleverd.

Het was heel mooi om te merken dat iedereen meteen naar Delft wilde komen. Het festival heeft zo’n status door de zorg voor de musici en de goede atmosfeer dat musici graag ja zeggen, ook als ik nog nooit contact met hen had gehad.”

Op het programma staan drie wereldpremières. Hoe kwam je daartoe?
“Het is een traditie dat het festival altijd een opdrachtcompositie opvoert. Voor mij was redelijk snel duidelijk dat ik Notturno op. 47 van Othmar Schoeck wilde uitvoeren, een stuk voor bariton en strijkkwartet. Het leek me mooi om voor diezelfde, niet vaak gehoorde bezetting een opdracht te geven. Daarvoor vroeg ik Robert Holl. Ik heb bij hem gestudeerd, hij heeft zelf dit soort liederen gezongen en hij componeert al sinds zijn studietijd prachtige werken. Ik bewonder hem zeer. De liederen die ik van hem ken, zijn doordrongen van een eigen sfeer en klankbeeld.

We brengen ook Laudi d’Amore van Willem Jeths, een liedcyclus voor bariton en viool. Willem schreef het ooit voor Liza Ferschtman, maar het ging door omstandigheden niet in première. Toen ik voor iets anders contact met Willem had, bracht hij het onder mijn aandacht. Een festival is voor mij een ideale plek voor zo’n uitvoering. Bij een gewoon liedrecital neem je niet snel een violist mee, op een festival zijn veel meer combinaties mogelijk.

Tijdens een concert met muziek van Harry Bannink is de derde wereldpremière: een Hommage aan Harry voor fluit & pianokwintet van Wijnand van Klaveren.”

Wat kun je nog meer aanraden voor liefhebbers van vocale muziek?
“Judith van Wanroij zingt de Vier letzte Lieder van Strauss in een concert gewijd aan Euridice. Ze zingt ook liederen van Pauline Viardot. Nederlandse Muziekprijs-winnaar tenor Peter Gijsbertsen maakt ook op een aantal momenten zijn opwachting. Hij zingt bijvoorbeeld de cyclus Zeven levensliederen en een aanslag tijdens onze Night at the Museum. Verder hebben we een Orfeo Scratch Concert, waarin amateurzangers en -musici een koor en orkest vormen en samen met drie jonge solisten een verkorte versie van Orfeo ed Euridice van Gluck uitvoeren.”

Heb je de smaak van het programmeren nu te pakken? Ga je meer doen?
“Ik moet zeggen dat het programmeren en het nadenken over de organisatie en de vorm leuker is dan ik verwacht had. Het hele voortraject, met het contact met de musici en het zoeken naar nieuw repertoire, vond ik erg leuk. Maar eerst maar zien of de mensen bij dit eerste festival tevreden naar huis gaan. Ik ben nieuwsgierig hoe het gaat lopen.”

Zie voor meer informatie de website van het Delft Chamber Music Festival.

Vorig artikel

Opera in de media: week 30 van 2019

Volgend artikel

Nieuwe Duitse operaprijs in het leven geroepen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.