AchtergrondBinnenkortInterviews

Bastiaan Everink zingt Hercules

Een zanger die de hoofdrol zingt in een op zijn eigen leven geïnspireerde opera, dat moet wel een unicum zijn. Die zanger is bariton Bastiaan Everink, de hoofdrol heet He-Man en de opera Hercules. Op 28 september is de wereldpremière tijdens de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw. François van den Anker sprak Everink net voor de orkestrepetitieweek begon.

Bastiaan Everink zingt de hoofdrol in Hercules, een opera die op zijn levensverhaal gebaseerd is. (© S. Boerma)

Op de keukentafel staat een houten muzieklessenaar. Aan die tafel ontstond een paar jaar geleden het idee voor een opera die speciaal voor Bastiaan Everink zou worden geschreven. De partituur van Hercules ligt opengeslagen. Al sinds de zomer, ook tijdens zijn vakantie in Frankrijk, studeert Everink fanatiek op het stuk. Op alle bladzijden staan kleine aanwijzingen, die de zanger met potlood heeft genoteerd. Tijdens het gesprek over de komende wereldpremière zoekt Everink regelmatig een passage op om iets te illustreren, sprekend en soms zingend.

Terwijl hij koffie maakt in een professioneel uitziend espressoapparaat, wijst hij op een groot, muurvullend schilderij. Het heeft alle kenmerken van het werk van Mark Rothko, één van de favorieten van de zanger. “Rothko is een ‘softliner’ in de abstracte, expressionistische schilderkunst”, legt Everink uit. Het werk is op zijn verzoek gemaakt door een vrouw die decors schildert bij een Duits operahuis. Niet ingelijst, net als bij Rothko, is het een universum waar je zo instapt. “Ik wil vrij zijn om erin te zien en te voelen wat ik wil. Dat heb ik bij een opera ook graag. Daarom ben ik zo blij met de tekst die Valentijn Dhaenens schreef voor Hercules.”

De eenakter Hercules is geïnspireerd op het leven van de operazanger en voormalig marinier, maar het is niet de verklanking van zijn boek Strijdtoneel en het is geen documentaire, benadrukt Everink. Het is abstract, zoals dat schilderij. “Je zit als luisteraar constant in het hoofd van de hoofdfiguur.”

Het kan in het verhaal gaan om meer oorlogen en andere soldaten, maar soms zijn er in het libretto directe verwijzingen naar de mariniers waarvan de zanger deel uitmaakte en met wie hij op missie ging in Noord-Irak. Hij bladert in de partituur naar deel twee en leest voor. “Qua Patet Orbis” (zo wijd de wereld strekt). “Defend what’s most blessed and sacred”, schreef Dhaenens erachter. “Dat is de wapenspreuk van het Korps Mariniers, dat zijn de mannen die bereid zijn te knokken voor onze open samenleving.”

“Zij zitten nu in Afghanistan, in Irak, in Mali, dat lijkt niemand zich te realiseren. Daar zitten de kerels die bereid zijn een hoge prijs te betalen. Dat lijkt ver van ons bed, maar ik ken er wel dertig die gezien hebben hoe iemand gewond raakte of gedood werd door een granaat, en die lichaamsdelen in een bodybag hebben moeten verzamelen.”

“Het moet gaan over een soldaat”

Bastiaan Everink werkte twintig jaar geleden, tijdens zijn studie aan het Amsterdamse conservatorium, als parttimer bij Maison de Bonneterie. Daar kocht Kees Vlaardingerbroek zijn pakken en zo ontstond het contact tussen de zangstudent en de toenmalige programmeur van De Doelen.

Jaren later spraken de twee elkaar na een voorstelling van Parisfal bij De Nationale Opera, waar Everink de rol van Klingsor zong. Vlaardingerbroek, inmiddels artistiek leider van de NTR ZaterdagMatinee, wilde weleens praten over een werk voor de stem van Everink, dat de Matinee in opdracht zou kunnen geven. “Dat moet gaan over een soldaat”, was de eerste reactie van de zanger.

Hij wilde het niet te lang laten worden, een eenakter, veertig minuten. “Alleen een mannenstem, dat leek saai, en toen kwamen we beiden vrijwel gelijktijdig op Annemarie Kremer. Zij zingt de rol van de vrouw, ze heet in de partituur She.”

Wie het libretto moest maken, wist Everink ook meteen. Hij had in Amsterdam een solovoorstelling gezien van Valentijn Dhaenens, SmallWaR. “Ik raakte na afloop met hem aan de praat. Valentijn speelde in zijn voorstelling een soldaat. Wat me fascineerde, was dat hij zelf een veteraan leek; hij sprak met zo veel empathie over oud-militairen. Ik voelde een puurheid bij hem, een grote oprechtheid.”

Lager dan Wotan

Niemand kan zo goed voor stem en orkest schrijven als Robert Zuidam, wisten Everink en Vlaardingerboek. Hij werd gevraagd de muziek van Hercules te componeren. Zuidam heeft het stuk weliswaar op de stem van Everink gecomponeerd, maar hij ontziet hem vocaal niet. “Robert heeft de grenzen opgezocht. Ik weet dat niet elke bariton dit kan zingen. Holy shit, denk ik af en toe, als hij ónder de tessituur van een Holländer of Wotan gaat zitten. Ik moet voor deze partij echt op mijn vocale conditie letten, zo’n ligging is niet gezond voor je stem.”

Everink slaat de eerste bladzijde op in de partituur: in de slaapzaal van een schemerige barak denkt de hoofdfiguur He-Man terug aan de laatste dagen, hoe hij afscheid nam van zijn vriendin, ‘his Sweety’, met een farewell blowjob. De zanger gaat laag als hij laat horen hoe He-Man het gesprek met zijn geliefde recapituleert en falsetto hoog als He-Man haar zinnen nazingt. “I just want you to come before you go.” Ook in falsetto bootst hij haar opwinding na. Niet makkelijk om te zingen als je als bariton gewend bent zware heldenrollen te zingen als Nabucco, Klingsor of Der fliegende Holländer.

“Het is een fascinerend gegeven dat een zanger die een hoofdrol zingt niet meer kan zingen”

De eenakter Hercules bestaat uit vijf delen. Everink leest voor wat de librettist daarover schreef: “Dit libretto is geschreven als een soort splinterbom, waarin de explosieve scherven elk naar een uiteengerukt lichaamsdeel zijn vernoemd.” Het eerste deel heet ‘Heart’, het laatste ‘Belly’ en deel drie is ‘Tongue’.

“Valentijn en ik bedachten dat de hoofdfiguur gewond raakt door een granaatsplinter in zijn verhemelte. Met dat idee, van een klankbeleving van een gemutileerd zanger, ging ik naar Zuidam. Hij vertelde later hoe hij zelf geoefend had met watten in zijn mond. Dat leek me geen haalbaar idee voor in het Concertgebouw.”

“Het is een fascinerend gegeven dat een zanger die een hoofdrol zingt niet meer kan zingen. Dat deel is door Zuidam filmisch en ritmisch heel complex geschreven.” In de partituur heeft de componist een aanwijzing genoteerd voor de solist: “Weak articulation, pitch deliberateley unsteady.”

Detail uit de partituur van Hercules, gecomponeerd door Robert Zuidam. (© Place de l’Opera)

Sopraan Annemarie Kremer, aan wie Everink meteen dacht voor de tweede vocale rol in de opera, zingt geen specifiek karakter. “Ze is niet het vriendinnetje van de soldaat. De vrouw in het stuk, She, is een moeder, een vriendin, een verpleegster. Die kijkt aan het einde van het deel ‘Tongue’ om zich heen naar de gewonde soldaten. Ze ziet geen mannen, alleen de gewonde hoopjes mens. ‘No men, so how on earth could I be a woman’, vraagt ze zich af.”

Everink weet van zijn vrienden bij de marine hoe dat is: wakker worden in het ziekenhuis, zonder benen. “Die denkt niet aan zijn vriendinnetje, die moet naar zijn moeder. Ik ken ze, de mensen die dat meemaakten.”

Elke veteraan

In de week voor de première op zaterdag 28 september wordt er gerepeteerd in het Muziekcentrum van de Omroep, de thuisbasis van het Radio Filharmonisch Orkest. Dan ontmoet Everink voor het eerst de dirigent. “Daar verheug ik me enorm op. Ik heb hoge verwachtingen van James Gaffigan. Ik hoop dat hij zal begrijpen hoe ik dit werk graag wil zingen, met veel vrijheid.” Zingend knipt de bariton met zijn vingers: “All gave some, some gave all.” Die woorden kent elke veteraan. Dat wil ik graag los zingen.”

Tijdens de voorbereiding van Hercules ontmoette Bastiaan Everink een oude bekende: Jarst de Jong, kolonel der Marine.

Het laatste deel van het stuk heet ‘Belly’ (Buik), het speelt zich af in de buik van een C-130 Hercules. De titel van de opera verwijst niet naar de Griekse held, maar naar het vrachtvliegtuig dat de Nederlandse luchtmacht gebruikt. Everink: “We hebben lang nagedacht over het slot. Ik wilde graag beweging op het podium en Valentijn, die zelf acteur is, begreep dat. In de buik van dat vliegtuig voelt de hoofdfiguur zich veilig, omgeven door staal. ‘Hercules, old steel bird, swallow me up down your belly’, luidt de tekst. Als He-Man met zijn parachute klaar is voor de sprong, telt hij, zoals getraind in een drill: one thousand, two thousand… En dan springt hij.”

“Deze opera gaat over vrijheid, over een man die zichzelf wil bevrijden en wil werken aan een veilige wereld. Het gaat over de kerels die een groot offer brengen, zodat wij in vrijheid kunnen leven. Het zijn mensen die ik ken, die wel tien keer op missie zijn geweest, die hun kinderen maandenlang niet zien, die niet bij verjaardagen kunnen zijn”, vat Everink samen. “Dit is een verhaal over zo’n kerel. Niet letterlijk mijn levensverhaal, maar het lijkt er sterk op.”

Hij zoekt het titelblad van de partituur en leest de tekst: “Hercules, a soldier’s opera in one act. Opgedragen aan alle kerels die in het verleden, nu en in de toekomst gaan vechten voor vrijheid.”

Hercules gaat in concertante vorm op zaterdag 28 september in wereldpremière tijdens de NTR ZaterdagMatinee, omgeven door werk van Schubert en Hindemith. Zie voor meer informatie de website van de NTR ZaterdagMatinee.

Het boek Strijdtoneel van Joost Galema en Bastiaan Everink is bij Atlas Contact verschenen in een speciale versie. In de derde druk is aan het eind de tekst van de opera Hercules toegevoegd.

Vorig artikel

Eva-Maria Westbroek in seizoen 2019/2020

Volgend artikel

Don Carlos een lust voor oog en oor

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.