AchtergrondBinnenkortInterviews

Online reprise Barbe-bleue bij Opera Zuid

Opera Zuid kan geen voorstellingen spelen, maar blijft zichtbaar met oud en heel recent videomateriaal. Terwijl nieuwe delen van de gloednieuwe serie Bonsai Garden online komen, streamt het huis Barbe-bleue, een productie uit 2011 onder regie van Waut Koeken. Toen jong Vlaams regietalent, nu intendant van Opera Zuid.

Mark Omvlee als koning Bobèche in Barbe-bleue van Offenbach. (© Morten de Boer)

Waut Koeken zit midden in het ‘nu’, maar we willen met hem terugkijken op zijn enscenering van Barbe-bleue van Jacques Offenbach, die hij bijna tien jaar geleden maakte voor het Maastrichtse operahuis. Aan de telefoon vanuit Maastricht vertelt hij waar hij mee bezig is.

‘Met koffiedik kijken. Het handelsmerk bij Opera Zuid is inventiviteit en creatief omgaan met situaties. Op dit moment zijn we scenario’s aan het ontwerpen die gebaseerd zijn op koffiedik kijken. Opera Zuid heeft veel partnerships en we zijn altijd te gast in de schouwburgen, want we hebben geen eigen theater. Met hen hebben we veel overleg over de maatregelen die ze nemen.
We kijken vooruit, met in de komende week de publicatie van het advies van de Raad voor Cultuur. Net verschenen is het advies van de Cultuurtank van de provincie Limburg, daarin staat een hele mooie beoordeling van Opera Zuid.’

Het zijn, ondanks de lege zalen, drukke tijden voor een intendant. Waar haal jij nu je energie vandaan?
‘Uit de dingen die artistiek lukken. Ons project Bonsai Garden met componist Jan-Peter de Graaff bijvoorbeeld. Hij komt, samen met regisseur Kenza Koutchoukali, iedere keer weer met een pareltje in de serie korte ‘huiskameropera’s’. Bonsaibomen worden nauwgezet en met veel aandacht voor detail gekweekt in een omsloten omgeving. Deze methode is een parallel van het ontwikkelingsproces van deze mini-opera’s. Er zat drie weken tussen het eerste gesprek dat we erover hadden en de première van deel één, dat begin mei online ging. Daarnaast werken we aan een concert in samenwerking met de philharmonie zuidnederland, op 19 juni in Maastricht.’

Laten we negen jaar teruggaan, naar Barbe-bleue. Je werd in de trailer van de productie door toenmalig intendant Miranda van Kralingen aangekondigd als het jonge operatalent uit Vlaanderen. Zou de Waut Koeken van nu, negen jaar later, sadder and wiser, nog zo’n lichtvoetige opera kunnen regisseren?
‘Toen ik voor het eerst werd uitgenodigd om een komische opera te maken, dacht ik: wat gek dat ze mij daarvoor vragen. Op den duur werd ik voortdurend daarvoor gevraagd; ik heb veel Offenbach gedaan en bijvoorbeeld ook een Fledermaus. Ik zag mezelf als een wat zwaarmoedig regisseur en een tragicus. Waarom bellen ze me niet voor Salome, dacht ik weleens.

Waut Koeken. (© Bjorn Frins)

Maar ik heb ontdekt dat het maken van humor – en zeker die van Offenbach – een heel ernstige bezigheid is. Het gaat om de grappen, maar denk ook aan de filosofische waarde van humor. Of ik het nog zou kunnen, is een hypothetische vraag, maar ik denk dat het feit dat ik sadder and wiser ben nu vooral een verrijking zou zijn. Ik kan nog altijd mateloos genieten van de meesterwerken van een Offenbach, één van de meest briljante humoristen aller tijden.

In het programmaboek van onze recente productie, Fantasio, heb ik een citaat laten opnemen van Karl Kraus, zelf een groot liefhebber van Jacques Offenbach. Hij schrijft dat de functie van diens muziek is om even het krampachtige gedoe van alledag te kunnen loslaten en op een heel andere manier te gaan nadenken, je denken ontspannen om op een andere manier naar de wereld te kijken. Humor is broodnoodzakelijk, stimuleert het creatief denken, geeft troost, ontspanning en empathie.’

Barbe-bleue was je eerste productie voor Opera Zuid?
‘Miranda van Kralingen had mijn regie van De Toverfluit in Brussel gezien en vroeg me eerst voor Die lustige Witwe. Dat lukte vanwege de planning niet, maar iets later paste Barbe-bleue wel in de agenda.’

Hoeveel kanten kun je eigenlijk op met een nadrukkelijk humoristisch stuk?
‘Op de eerste plaats is komische opera ontzettend dwingend. De boutade over comedy is natuurlijk dat drie dingen belangrijk zijn: ritme, ritme en ritme. Of noem het timing. Dat bereik je door met de zangers in het werkproces heel veel vrijheid te nemen om dat strakke, ritmische plan uit te vinden.

Men zegt weleens dat niets zo snel verouderd als humor. Je hebt bij Offenbach twee types. Je hebt de universele humor, over wat de Fransen la condition humaine noemen. Daarnaast is er veel actuele humor en politieke satire. In Barbe-bleue is er bijvoorbeeld de koning, een nauwverholen karikatuur van de keizer. In de gesproken teksten in het libretto staan grappen over actuele dingen die je niet meer snapt vandaag de dag. Offenbach paste de dialoogteksten week op week aan, als er bijvoorbeeld in de Parijse roddelpers een nieuw schandaaltje was uitgebroken. Dat moet je updaten als je het publiek een spiegel wilt voorhouden. Ik heb gekeken wat in het Nederland anno 2011 het equivalent was van de actuele en politieke humor van Offenbach.’

Heb je een voorbeeld paraat?
‘Er is een scène aan het begin van de tweede akte, aan het hof van koning Bobêche, gezongen door Mark Omvlee, waarvoor we een gag hadden bedacht met een uitvergrote tv. Daar komt het hele koor uit gesprongen. Marcel van Dieren als Oscar zit te zappen en dan komt de tv tot leven. We hebben daarvoor een montage gemaakt met fragmenten van een debat in de Tweede Kamer dat ging over bezuinigingen in de cultuur. Jammer genoeg is dat nog steeds actueel…’

Joan Ribalta als Blauwbaard met Karin Strobos als Boulotte. (© Morten de Boer)

Wat herinner je je nog van het maakproces?
‘We hadden een waanzinnig mooie cast. Het ensemble paste zowel artistiek als menselijk heel goed bij elkaar. We hebben best lang gerepeteerd. Soms was het stresserend met de deadline van de première in het vooruitzicht. De castleden waren wel bezorgd over de dialoogteksten, die we in het Frans zouden doen. Sommigen hebben ze fonetisch uitgeschreven en zo geleerd, alsof het muziek was. Dat was slim, want die dialogen moesten heel muzikaal klinken.

De samenwerking met Karin Strobos, een briljante zangeres die de rol van Boulotte zong, was fenomenaal. Ik heb de productie nog twee keer met een andere cast in het buitenland gedaan en dan miste ik Karin ontzettend.’

Is er een herkenbare Waut Koeken-signatuur in de productie?
‘Ik hoop dat het nog altijd duidelijk en voelbaar zal zijn met hoeveel liefde voor het stuk en de componist we gewerkt hebben en hoe dat is vertaald in de voorstelling. NRC schreef indertijd dat het ‘spitsvondig en muzikaal’ was.’

Had je toen, negen jaar geleden, kunnen bedenken dat je nu de intendant van Opera Zuid zou zijn?
‘In mijn wildste dromen niet. Ik had wel vanaf de eerste dag spontaan het gevoel: wat is dit een mooi gezelschap, wat zit hier toekomst in. Ik heb in veel grote huizen in het buitenland gewerkt, met veel grotere budgetten, maar daar is alles gecompartimentaliseerd. Bij Opera Zuid kunnen we out of the box denken. Ik herinner me bij Barbe-bleue een technisch probleem met het decor, waarvoor Leo van het kostuumatelier met de beste oplossing kwam.

Iedereen zal weleens twijfelen, dat doe ik ook, maar ik vind het waanzinnig mooi om dit te kunnen doen, met een fantastisch team. Ik ben zelf lang freelancer geweest, dus ik weet hoe belangrijk het is als een leider van een gezelschap op een bepaalde manier met je communiceert en je kansen biedt. Die rol kan ik nu spelen en dat blijft heel mooi.’

Barbe-bleue is vanaf 7 juni te zien op de website van Opera Zuid. Daar staan ook de afleveringen van Bonsai Garden.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Peter, Dietrich en Francis

Volgend artikel

Albrecht kijkt terug op zijn Amsterdamse jaren

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.