BuitenlandOperarecensie

Jan Fabre confronteert met Tragedy

Met ontregelend, confronterend muziektheater geeft de Vlaamse theatermaker Jan Fabre in Tragedy of a Friendship een eigen blik op het oeuvre van de jarige Richard Wagner. Rauw en indringend toont hij wat er onder het werk van de componist zit.

Scène uit Tragedy of a Friendship (foto: Wonge Bergmann).
Scène uit Tragedy of a Friendship (foto: Wonge Bergmann).

Jan Fabre is al lang gefascineerd door het werk van Richard Wagner. In 2004 regisseerde hij Tannhäuser en in zijn eigen producties nam hij nogal eens fragmenten van Wagner op. Voor het Wagner-jaar 2013 nodigde de Vlaamse Opera de theatermaker uit om een voorstelling te maken. Het werd Tragedy of a Friendship, waarin de uiterst complexe vriendschap/vijandschap tussen de componist Richard Wagner en de filosoof Friedrich Nietzsche de rode draad vormt.

Librettist Stefan Hertmans schreef de teksten en Moritz Eggert componeerde muziek naast de gebruikte fragmenten uit het operawerk van Wagner. Tussen de scènes met Nietzsche en Wagner zijn er dertien ‘staties’: tableaus gebaseerd op de dertien opera’s van Wagner.

De voorstelling wordt gespeeld door een ensemble van acteurs/dansers en door twee klassieke operazangers, Hans Peter Janssens en Lies Vandewege. Zij zingen fragmenten, maar doen dat a capella.

Tragedy of a Friendship is nadrukkelijk geen opera; niet zo bedoeld en niet zo gemaakt. Fabre werkte met zijn cast aan muziektheater, waar beelden, indrukken en associaties een veel grotere rol innemen dan een lopend verhaal en de verbeelding daarvan in muziek en spel. Symbolen uit Wagners opera’s – zoals de zwaan van Lohengrin, de zee uit Der fliegende Holländer en Tristan und Isolde en het bijna universele zwaard – krijgen een context waarin fysieke elementen, seksualiteit, dood en lust het beeld bepalen.

Waar in de opera pijn, liefde, verdriet en dood vooral in de muziek en de vormgeving worden verbeeld, maakt Fabre – zoals hij altijd doet in zijn voorstellingen – de thema’s fysiek op een aangrijpende, verontrustende manier die weinig esthetiek kent en die soms door merg en been gaat. Relativering en humor staan nauwelijks op het palet van de Vlaamse theatermaker, al is het einde van de voorstelling zeer ironisch en is de scène in Nibelheim geestig en geheel Wagner-conform: ‘echte’ dwergen bevolken de smidse van Alberich.

De confrontaties tussen Nietzsche en Wagner zijn vooral symbolisch. Er zijn geen dialogen die licht werpen op de vaak beschreven ontwikkeling in de vriendschap tussen de filosoof, de denker, en de componist, de doener. In de eerste minuten klinken de namen van de hoofdfiguren, al valt die van de bewonderde Wagner oneindig veel vaker dan die van zijn aanvankelijke bewonderaar Nietzsche. Die parafraseert veelzeggend: ‘in de naam van de vader, de zoon en de heilige Meester’.

Wat de voorstelling interessant maar soms ook afstotend maakt, is de onverkorte focus op de grote begrippen uit het werk van Wagner: liefde, lust, dood en verlossing. Waar opera die thema’s stileert, is daar bij Fabre geen enkele sprake van. Rauw en indringend toont hij wat onder het werk van Wagner zit. Er is dood, er is seks en de wond uit Parsifal is zo bloederig dat hij me even deed wegkijken.

Fabre maakt in samenwerking met zijn spelers fysiek theater, waar pijn soms ook heel dicht bij echte pijn komt en waar geweld bijna letterlijk wordt getoond. De verkrachtingsscène in de voorstelling behoort tot het gruwelijkste dat ik ooit op een theaterpodium zag, en dat er mensen wegliepen, begrijp ik wel. Met klamme handen keek ik naar zulke onderdelen van de voorstelling, maar ook met bewondering voor de moed van Fabre en zijn spelers om psychisch en fysiek de grenzen op te zoeken van wat je acteurs en publiek kan aandoen.

Scène uit Tragedy of a Friendship (foto: Wonge Bergmann).
Scène uit Tragedy of a Friendship (foto: Wonge Bergmann).

De voorstelling duurt drie uur zonder pauze en dat is wel een slijtageslag. Voor wie het werk van Wagner kent, is het een wonderlijk avontuur van herkenning van muzikale en inhoudelijke thema’s, waarbij de makers steeds kozen voor de meest rauwe en ongemakkelijke benadering ervan. Daar moet je van houden. Inlezen is aan te raden. In Antwerpen gaf dramaturg Bart Boone een uitstekende inleiding op de voorstelling.

Tragedy of a Friendship is nadrukkelijk muziektheater en hoort eigenlijk niet thuis in het operapaleis aan de Antwerpse Frankrijklei. De directie van de Vlaamse opera, wat nerveus geworden na de reacties op de première van afgelopen woensdag, stuurde haar bezoekers een email waarin werd gewaarschuwd voor “nietsontziende, soms aggressieve, expliciet sexuele en schockerende beelden”. Het citaat is letterlijk.

De voorstelling verdient als bijdrage vanuit het hedendaagse muziektheater een plaats als ontregelende, confronterende benadering van het werk van Wagner, naast de stromen van Wagner-herdenking, -adoratie en -gezelligheid.

De productie gaat op tournee naar Parijs, Genève, Montclair (New Jersey), Lille en Brugge. Op 15 en 16 juni is Tragedy of a Friendship te zien in de Stadsschouwburg Amsterdam als onderdeel van het Holland Festival.

Vorig artikel

Sterren houden songfestival in Londen

Volgend artikel

Bioscopen vertonen La donna del lago

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

19Reacties

  1. Gerard
    20 mei 2013 at 16:39

    Vol verwachting wachten we op de reactie van de heer O. Keegel…zijn oordeel is bepalend…

  2. Theo
    20 mei 2013 at 16:53
  3. Gerard
    20 mei 2013 at 17:49

    En wat de Hand van Guido schrijft is de waarheid (een soort van dan);-)

  4. Theo
    20 mei 2013 at 17:57

    Ik weet het niet, Gerard. Ik ben er niet geweest en heb het niet gezien dus ik heb geen eigen mening, maar ik vertrouw Guido zeer zeker. Hij is één van de beste muziekrecensenten in Nederland.

    Ik neem aan dat u de voorstelling hebt gezien?

  5. Gerard
    20 mei 2013 at 19:28

    Nee hoor, nog niet gezien, niet van plan ook, niet zo’n behoefte aan, dat komt ook vooral door de hoeveelheid aan alles wat ik er over lees (eerlijk gezegd: ik vind het nogal veel blabla wat ik bijvoorbeeld over die voorstelling lees in dit artikel, ik denk vooral: waar gaat het in godsnaam over?), arme Wagner, bedolven onder zoveel opvattingen, meningen, interpretaties. Ik probeer het liefst toch zoveel mogelijk alleen naar de muziek te luisteren, anders zie ik door de bos de bomen niet meer. Vooral bij Wagner probeer ik toch de man maar zoveel mogelijk te scheiden van zijn geniale scheppingen, want ik heb niet zo’n hoge pet op van Wagner als persoon. Ook al kun je het nooit helemaal los van elkaar zien.

  6. Gerard
    20 mei 2013 at 19:34

    Het Wagner effect is voor mij: van tevoren er soms tegenop zien, de lange avond, de lange monologen, de negatieve dingen over de man nog in je achterhoofd, de walgelijke geschriften die hij heeft geschreven. En dan de muziek, in die paar maten, waarin ‘het’ ineens weer gebeurt, dan ben je verkocht en vergeet je de rest en denk je alleen maar: waar haalde die man het vandaan? en ben je met stomheid geslagen, steeds maar weer…

  7. .erda
    20 mei 2013 at 21:27

    Gerard, k heb het niet gezien, maar voor zover ik er de recensies op nalees, niet alleen deze maar ook die van Il Grand’Inquisiteur op FB, heeft deze hele voorstelling evenveel met Wagner te maken als een koe met een ooievaar. Het is geen muziek van Wagner, maar “voor de gelegenheid” gecomponeerde stukjes door ene meneer Moritz Eggert. Het is ook geen Wagner, maar datgene wat er – volgens Jan Fabre dan altijd – “onder het werk van de componist zit”. En dat is volgens meneer Fabre alleen maar brutaliteiten, masturbatie, incest, verkrachting en meer van dat fraais. Nu ben ik al jaren een grote fan van Wagners muziek – inderdaad, je moet abstractie maken van de persoonlijkheid van Wagner zelf, die was niet zo fraai! maar dat neemt niet weg dat zijn muziek (meestal) geniaal is. En ik, bij Walküre niet EERST aan incest denk, maar wel geniet van een prachtig liefdesduet; bij Parsifal niet EERST aan sex maar wel aan verlossing door opoffering… en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Waarom is het de laatste tijd “schering en inslag” dat de ideeën die Wagner had systematisch zo negatief en verwerpelijk mogelijk worden geïnterpreteerd? Of zie ik dat verkeerd?

  8. Barbara Sure
    20 mei 2013 at 21:48

    Jan Fabre is voor mij persona non grata
    De ‘kunstenaar” heeft ooit een project gedaan waarbij hij met katten gooide.Letterlijk. Hij hoort achter de tralies, maar blijkbaar heet dat tegenwoordig “Kunst” en , in de tijden van bezuinigen, wordt gesubsidieerd.

  9. Gerard
    20 mei 2013 at 22:16

    Ik denk dat het weinig voorkomt dat wanneer je naar een opera luistert op CD je de muziek gelijk in een soort enscenering, de muziek en de woorden zijn van zichzelf al krachtig genoeg. Het zal hooguit af en toe een beeld of een suggestie zijn die opkomt, als eerste denk je en gaat het toch om de muziek zelf. Als ik bijvoorbeeld aan de muziek van Tristan of Parsifal denk, is er eigenlijk alleen maar dat, de muziek dus, misschien komt er af en toe bepaalde associatie op, maar eigenlijk staat zo’n associatie dan al tussen de muziek en de luisteraar; de (mijn) verbeelding vertaalt het in ieder geval zelden in heftige beelden zoals we die vaak voorgeschoteld krijgen op toneel. Het wordt zo opgedrongen dat het niet natuurlijk is. Natuurlijk is het boeiend wanneer een regisseur iets weet op te roepen wat je nooit in een opera had vermoed, maar het blijft een vreemd fenomeen, en uiteindelijk is het interpreteren en psychologiseren van opera, muziek enz…een typisch 20e eeuws fenomeen en denken we dat dat ook zo hoort. Ik ben soms wel jaloers op die 19e eeuwse luisteraars eigenlijk. Alleen is er geen weg meer terug helaas, zo authentiek kunnen we helaas niet zijn.

  10. Gerard
    20 mei 2013 at 22:17

    correctie, moet staan: je de muziek gelijk vertaalt (in een soort enscenering)

  11. Loesje
    21 mei 2013 at 17:01

    Francois, in Wagners opera’s is veel te beleven, zeker ook geweld, manipulatie, moord, sex. Maar sex is nooit gewelddadig bij Wagner. Waaraan heeft Fabre in vredesnaam die verkrachtingsscène gemeend te kunnen koppelen?
    Enerzijds kan het me geen lor schelen, anderzijd intrigeert het me hoe ‘ziek’ die man is in zijn ’theaterstukken’.

  12. .erda
    21 mei 2013 at 17:46

    Loesje, die man is niet alleen “ziek” in zijn theaterstukken! Het Als “kunst” bestempelen van het van een toren gooien van levende katten … hoe ziek moet je daarvoor zijn? En recent las ik ergens dat hijzelf beweert met die katten niet aan zijn proefstuk geweest te zijn. Hij zou hetzelfde gedaan hebben met baby’s!? Laten we maar aannemen dat dit laatste “gewoon” (sic) een uitspraak was om te provoceren, maar het doen van zo’n uitspraak alleen al bewijst hoe “ziek” die man eigelijk wel is. Ik snap niet hoe het mogelijk is dat zovele mensen hem zo hoog op een voetstuk plaatsen. Maar ja, ’t zal wel weer aan mij liggen, ik ben gewoon te “dom” om de verheven “kunst” van meneer Fabre te begrijpen. Daar heb ik al lang vrede mee, sterker nog, ik zou me doodschamen als iemand mij ervan zou verdenken dat te proberen.

  13. Barbara Sure
    21 mei 2013 at 17:57

    .Erda – ik vind de man walgelijk en ik vind het nog walgelijker dat hij zijn waanideeen zo maar mag ventileren.
    Hij hoort achter de tralies thuis voor dierenmishandeling. En ja – ik geloof hem wel als hij zegt dat hij ook met baby’s zal willen gooien.

  14. Olivier Keegel
    21 mei 2013 at 19:03

    @Gerard: Excuus dat u even op mijn “bepalende” reactie moest wachten. Keer op keer heb ik geroepen: als Bieito, Konwitschny e tutti quanti zo nodig iets op het podium moeten brengen, laat ze dan hun eigen productie maken in plaats van zich te vergrijpen aan bestaande opera’s. Dus als meneer Fabre die raad ter harte neemt, kan ik daar moeilijk bezwaar tegen maken. M.a.w. meneer Fabre doet maar! Ik vaar geheel op het kompas van Guido van Oorschot in dezen, de recensie van Francois van den Anker is mij te weinig kritisch, iets te veel in het voor dergelijke fratsen gebruikelijke idioom geschreven, bijvoorbeeld “De voorstelling verdient als bijdrage vanuit het hedendaagse muziektheater een plaats als ontregelende, confronterende benadering van het werk van Wagner, naast de stromen van Wagner-herdenking, -adoratie en -gezelligheid.” “Ontregelend” (wie? wat?) lijkt me wat te veel eer, en “confronterend” (wie met wat) is in dezen het cliché der clichés. En wat is precies “Wagner-gezelligheid”? Om toch in majeur te eindigen een klein terzijde. De club Against Modern Opera Productions heeft het 5000e lid bijgeschreven!

    https://www.facebook.com/pages/Against-Modern-Opera-Productions/146292958770872

  15. Pieter K. de Haan
    21 mei 2013 at 20:47

    Geachte heer Keegel,

    Ik had u al even gemist (nou ja), maar u bent er weer en, als gebruikelijk, met een oordeel, niet gebaseerd op eigen waarneming, maar op uw eigen vooroordeel en de meningen van anderen.

  16. Olivier
    17 juni 2013 at 17:52

    Geachte heer De Haan, ik hoop dat u weer een beetje tot rust bent gekomen. Dan zult u ook zelf kunnen lezen dat ik nergens een oordeel over deze productie heb gegeven, maar alleen heb aangegeven dat ik in dezen op de recensie van Guido van Oorschot ben afgegaan, namelijk inzake mijn beslissing om niet te gaan. Doet iedereen wel eens stiekem: zich informeren voordat men besluit wel of niet naar een voorstelling te gaan. Ik heb wel enkele kanttekeningen gemaakt bij de recensie van Francois van den Anker, die ik wat braaf vind. Trouwens, ik hoorde net op Radio 4 dat andere recensies ook vernietigend zijn; Het Parool schijnt 1 ster te hebben gegeven, en wel voor de actrice die op bevel op het toneel kan urineren. Vind ik dan wel weer geestig….

  17. Pieter K. de Haan
    17 juni 2013 at 22:34

    Geachte heer Keegel,

    Dank voor uw reactie na bijna een maand en dat alleen om te bevestigen, dat mijn verwijt aan uw adres van 21 mei jl. volkomen terecht was. Ik was toen overigens de rust zelve. Voor de goede orde: wat ik erover gelezen heb weerhoudt ook mij ervan om naar het werk van Jan Fabre te gaan, maar dat is wat anders dan er enkel en allen op grond daarvan een oordeel over ventileren.

  18. Pieter K. de Haan
    17 juni 2013 at 23:47

    “allen” moest natuurlijk “alleen” zijn. Excuus.

  19. Guido
    25 juni 2013 at 12:02

    Ik heb een abonnement dus ben ik gaan kijken en luisteren. Dit stuk hoort niet in de opera thuis. Ik verwijt de directie van de opera dan ook dat ze ons, de abonnés die niet kunnen kiezen, zoiets door de strot te duwen en er ons nog goed geld laten voor betalen ook. Zo verliest men opera liefhebbers.