BuitenlandFeaturedOperarecensie

Een onvergetelijke Traviata in Londen

Terwijl in New York gemengd gereageerd werd op Richard Eyres productie van Manon Lescaut, oogstte zijn enscenering van La traviata een dag eerder in Londen veel succes. Al mag dat vooral op het conto van de formidabele Maria Agresta en Quinn Kelsey geschreven worden.

Scène uit Richard Eyres La traviata (andere bezetting dan de bezochte voorstelling). (© Tristram Kenton / Royal Opera House)
Scène uit Richard Eyres La traviata (andere bezetting dan de bezochte voorstelling). (© Tristram Kenton / Royal Opera House)

Ik had er een hard hoofd in dat deze Traviata me zou raken. Niet dat ik met vooroordelen over regisseur, dirigent of zangers het schitterende auditorium van de Royal Opera in Londen betrad, maar na ik weet niet hoeveel Traviata’s te hebben gezien, achtte ik het niet waarschijnlijk dat het werk van Verdi onverminderd veel impact zou hebben. Sommige meesterwerken worden zó vaak uitgevoerd dat hun drama vervlakt. Noem het opera-erosie.

Gelukkig zat ik ernaast. Mijn gematigde verwachtingen werden volledig de vergetelheid in gezongen door een cast van het allerhoogste niveau. Quinn Kelsey voorop. Deze Amerikaanse bariton stond voor het eerst in het Royal Opera House en toonde zich een ware revelatie. La traviata wil weleens uitlopen op een een-tweetje tussen Violetta en Alfredo, maar door Kelseys meesterlijke interpretatie was Giorgio Germont in deze voorstelling een volwaardige derde schakel.

Kelsey heeft een massieve stem. Een geweldig gevaarte, dat hij echter moeiteloos weet te besturen, of hij zich nu in hoge of lage regionen bevindt. Zijn Giorgio was een prachtig genuanceerd, meerlagig karakter. Natuurlijk was hij de conservatieve vader uit de provincie, die zijn zoon tot de juiste levenskeuzes wilde dwingen, maar hij was ook gewoon een vader met vaderlijke (en bij vlagen zelfs schoonvaderlijke) gevoelens. In de veelvoud aan kleuren in zijn stem kwamen die emoties prachtig door.

Maria Agresta’s Violetta en Piero Pretti’s Alfredo waren een perfecte match voor Kelseys Giorgio. Hun stemmen mengden voortreffelijk, wat de duetten en trio’s tot muzikale delicatessen maakte. Maestro Nicola Luisotti droeg daar op zijn beurt aan bij door continu een volmaakte balans te bewaren tussen solozang, koorzang en orkest. Ik heb La traviata zelden zo evenwichtig gehoord.

Agresta bleek niet echt een ‘eerste-akte-Violetta’ te zijn. Ze leek enigszins te zwoegen op haar coloraturen en zette wel erg vaak komma’s, wat de vaart uit bijvoorbeeld ‘Sempre libera’ haalde. In de tweede akte zagen we echter haar ware gezicht. Met subliem legato bracht ze Violetta’s intense gevoelens aan het licht, nadat ze door Giorgio hardhandig uit haar droomwereld was gewekt. Prachtig hoe ze worstelde met haar liefde voor Alfredo en haar twijfel of ze dat geluk wel echt verdiende.

In de slotakte voegde Agresta nog meer drama toe. De hopeloosheid waarmee ze de brief van Giorgio voorlas, ging door merg en been. Indrukwekkend was ook het bekende duet ‘Parigi, o cara’, waarin Luisotti het orkest telkens afremde als Violetta aan het woord kwam, om haar wegvloeiende levenskracht te benadrukken, en telkens versnelde als Alfredo zong, om zijn optimisme en hoop voor de toekomst te onderstrepen. Theatrale directie in optima forma.

Piero Pretti viel in voor Rolando Villazón. Diens onstuitbare energie kon hij niet evenaren, maar vocaal stond Pretti’s vertolking als een huis. Zijn lichte, soepele stem gaf Alfredo een passend softe uitstraling.

Niettemin had Richard Eyre in mijn ogen wel meer van Alfredo kunnen maken. Zijn enscenering maakte onvoldoende duidelijk waarom Violetta in de eerste akte als een blok voor hem viel. Iets in hem moet haar toch hebben aangetrokken? Bij Eyre was Alfredo echter niet meer dan één van de vele aanbidders.

Die eerste akte was sowieso wat braaf. Violetta kwam veel te veel over als een vorstelijke dame in plaats van een smaakmakende courtisane. Het decor, geplaatst in de negentiende eeuw, was echter fraai om te zien en in de volgende aktes (eveneens voorzien van aantrekkelijke decors) werd ook de personenregie beter. Bij de ontmoeting tussen Giorgio en Violetta sloeg de vlam in de pan en daarna hield Eyre de spanning voortdurend vast. Hoogtepunt was voor mij Flora’s feest, waarbij de regie veel bijdroeg aan de bloedstollende climax die in de muziek gebouwd werd.

In de kern was Eyres aanpak heel basaal. Hij creëerde librettogetrouwe toneelbeelden en liet de cast de rest doen. In het geval van zo’n uitzonderlijke bezetting is er mijns inziens geen beter recept. In Londen was het in elk geval goed voor een onvergetelijke Traviata.

La traviata is nog tot en met 19 maart te zien bij het Royal Opera House. Tip: bariton Quinn Kelsey zingt in april en mei de titelrol in Rigoletto bij de Opéra national de Paris.

Vorig artikel

DNO brengt wereldpremière Saariaho

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Sarah, Anna en Lilian

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

13Reacties

  1. Ben Siebers
    8 maart 2016 at 08:44

    Met zo’n goede regie en prima decor ziet een opera en gewoon goed uit en hoewel de klank er los van staat komt het bij mij dan echt beter over. Kan mij dus heel goed vinden in deze recensie. Zag in april 2014 dezelfde voorstelling in Londen maar toen met Diana Damrau als Violetta,Francesco Demuro als Alfredo en Dmitri Hvorostovsky als Georgio. Dan Ettinger stond toen voor het orkest.

  2. Maarten-Jan Dongelmans
    8 maart 2016 at 09:16

    Deze enscenering was 4 februari ook in diverse Nederlandse JT-bioscopen te zien maar dan in een andere bezetting en met Yves Abel op de bok.

  3. Sander Boonstra
    8 maart 2016 at 13:35

    … in deze productie heeft Angela Gheorghiu in 1994 haar werelddoorbraak toch gemaakt? Toen met Frank Lopardo, Leo Nucci, en Solti op de bok. Sowieso een van de mooiste Traviata’s die ik ken 🙂

  4. Maarten-Jan Dongelmans
    8 maart 2016 at 14:38

    @Sander: dat klopt, Eyres regie bezorgde Georghiu haar ticket tot wereldwijd succes. De mooiste? Dat is natuurlijk persoonlijk; geef mij maar de onvergetelijke Kleiber met Cotrubas en Domingo (DG, cd). Die is ooit wel op de Duitse tv vertoond maar volgens mij nooit commercieel uitgegeven. Echt een ‘bloody shame’.

  5. Leen Roetman
    9 maart 2016 at 15:46

    @Maarten-Jan: Is het de moeite waard de Encore van La Traviata met andere zangers in de cinema te gaan zien? Ik zie dat er op 30 maart een voorstelling in Gouda is.

  6. Maarten-Jan Dongelmans
    9 maart 2016 at 16:03

    Dat ligt er aan Leen, ik heb hem 4 februari vanuit Covent Garden gezien met Yves Abel op de bok en Saimir Pirgu als Alfredo en Venera Gimadieva (dé sensatie van Glyndebourne) als Violetta. Wanneer het deze cast betreft zeg ik: DOEN!!

  7. Leen Roetman
    9 maart 2016 at 16:20
  8. Bob Molenaar
    14 maart 2016 at 16:27

    = Opera erosie =

    Geachte redactie, geachte Heer Kooiman.

    Met veel plezier lees ik als opera amateurtoeschouwer Uw magazine. Inderdaad hoe moet dat nu met Traviata. Ook wij hebben hem al meerdere malen meegemaakt in diverse theaters in Europa. Ja tijdens feestdagen kun je er niet om heen.
    Ook in onze regelmatige middagvoorstellingen van opera op DVD. En nu weer eens in de bioscoop de uitvoering uit Londen. We hebben daar genoten. En met ons de kijkers in 2 zalen van die bioscoop in Beverwijk. Voor zover ik weet was dat de eerste keer in 2 zalen. Zo gevraagd is die Traviata kennelijk en hoe komt dat nu?
    Naar mijn mening in de eerste plaats om de muziek. De tweede plaats is ook voor de muziek en de volgende plaats is voor de solisten, de dirigent en het orkest en daarna volgen regie soms met ballet en dan decor en costuums. Alleen die laatste drie kunnen naar mijn mening de voorstelling afbreken als het muzikale gedeelte klopt. En dat doen ze dan ook regelmatig. Waarom verschijnen Punch en Judie bijvoorbaald niet eens in reprise? (voor mij de absolute idioterie).

    Maar ja nu Place de l’Opera. Kennelijk hebben we de verkeerde voorstelling gezien en hadden we toch naar Londen moeten gaan om ons enigszins te verplaatsen in het beschrevene. En met ons al die mensen in de diverse bioscopen in Nederland. Wat jammer toch, dat u geen verslag doet van die bioscoopvoorstellingen. Naar mijn mening zou U daarmee veel mensen een plezier doen. Ik weet niet hoeveel mensen er regelmatig naar toe gaan, maar ik ben van mening dat daar de kansen liggen voor het kweken van een nieuw publiek en U kunt daar een rol in spelen.

    Volgende week maandag is Boris Godunov uit Londen in de bios. Is het niet eens een goed idee om daar verslag van te doen? Wie durft? U verslaat toch ook wel eens CD’s en DVD’s (of gaat die vergelijking mank?)

    Met beste groeten,
    Bob Molenaar

  9. Maarten-Jan Dongelmans
    15 maart 2016 at 09:11

    @Bob Molenaar: de bioscoopvoorstellingen komen op dit platform uitgebreid aan de orde (zowel in de aankondigende als de recenserende sfeer) en roepen ook vaak reacties op. Ik ben het met je eens dat het voor bioscoopbezoekers niet werkt wanneer een opera naderhand (in dit geval een maand later) op deze site besproken wordt in dezelfde regie maar met andere zangers en dirigent. Maar ik moet er bij zeggen dat La Traviata in Covent Garden in het tijdsbestek van enkele weken wel erg vaak van cast wisselt. Bij The Met in New York verandert na de bioscoopuitzending ook geregeld de rolbezetting maar nooit de hele cast.

  10. Bob Molenaar
    15 maart 2016 at 13:27

    Geachte Heer Dongelmans,
    Dank voor Uw berichtje.
    Inderdaad heb ik af en toe een aankondiging gezien. Waarvan ik van mening ben dat dat wel wat duidelijker en regelmatiger had gekund. De recensies heb ik echter gemist. Ik kijk pas sinds de opvoering van Turandot (onvergetelijk), dus dat kan er mee te maken hebben. Heeft U overigens een idee hoeveel mensen in Nederland die uitvoeringen in de bioscoop bezoeken? En hoeveel gaan er maandelijks naar DNO?(lege stoelen?)
    Met vriendelijke groeten,
    Bob Molenaar

  11. Maarten-Jan Dongelmans
    15 maart 2016 at 13:44

    Beste Bob,
    na Turandot heeft The Met alleen nog Manon Lescaut in de bioscoop vertoond. Meer kun je dus ook niet gelezen hebben. Covent Garden biedt opera én ballet.
    Het ‘Live in HD Series’ seizoen 2015-2016 wordt in New York in april afgesloten met Madama Butterfly, Roberto Devereux en Elektra. Een aantal bioscopen biedt in de zomer vervolgens tegen een zacht prijsje nog wat encores aan, zeg maar de grote publiekstrekkers van het beeindigde seizoen.
    Hoeveel operafans de bioscoopvoorstellingen bezoeken, weet ik zo niet. Maar dat varieert volgens mij van 20/30 tot 200/300 bezoekers per deelnemende bioscoop. De smaak van het publiek richt zich ook daar niet zelden op het ijzeren repertoire. 20ste-eeuwse opera’s als The Tempest en The Nose leggen het steevast af tegen La Bohème en Il trovatore.

  12. Bob Molenaar
    16 maart 2016 at 16:12

    Goedemiddag Maarten-Jan,
    Dank voor je berichtje.
    In Beverwijk, waar wij de bioscoop-opera’s bezoeken worden de voorstellingen uit Londen gebracht. Wij zagen Turandot daar in september 2013. Een onvergetelijke uitvoering, ook voor wat betreft toelichting en het bouwen van decors, de requisiten en de costuus, waarbij ik zelfs mijn standpunt moest herzien waar het regie, decors en costumering betrof. Sindsdien hebben we alle opera’s uit Londen daar gezien.
    In de bioscoop zie je oneindig veel beter wat er zich op het podium afspeelt. Ook de dingen die je in de zaal wel eens ontgaan, omdat je de verkeerde kant opkijkt. Wat je daar mist is het zicht op het contact tussen dirigent en uitvoerenden.
    Af en toe denk je werkelijk waarom ga ik nog naar DNO? Maar ja het blijft elektronisch geluid. En de laatste keer toen ik in de tweede zaal(3)terechtkwam bij Traviata was ik zelfs van mening dat die zaal een mindere geluidskwaliteit had dan de normale zaal(6). Maar ja daar krijg je geen bevestiging van.
    Nou ja, dat was het weer even. Ik ben benieuwd of Pl.de l’O. wat meer aandacht besteedt aan die rechtstreekse uitvoeringen.
    Met vriendelijke groeten,
    Bob Molenaar

  13. Maarten-Jan Dongelmans
    16 maart 2016 at 22:04

    Beste Bob,
    het maakt inderdaad veel uit of de geluidsinstallatie van de bioscoopzaal het dynamische signaal van Covent Garden of The Met aankan. Je merkt het aan het al dan niet blikkerige geluid of de geknepen hoogte. Daar zul je van de betreffende bioscoop inderdaad geen bevestiging van krijgen maar je eigen oren vormen het beste kompas.
    Minstens zo belangrijk is of de zaal goed geisoleerd is. Ik heb het in het oude Rembrandt Theater in Arnhem meegemaakt dat het gebulder van de actiefilm naast ons te horen was tijdens het serene voorspel derde akte La Traviata. Daar knap je dan weer op af. Toch?
    Ik had trouwens niet in de gaten dat je de Turandot vanuit Londen hebt bekeken. Ik doelde in mijn reactie op de januarivoorstelling van Turandot, dit jaar vanuit The Met.