BuitenlandFeaturedOperarecensie

Bayreuth brengt degelijke nieuwe Parsifal

Na vier seizoenen zonder Parsifal is Wagners Bühnenweihfestspiel deze zomer in Bayreuth teruggekeerd. De Festspiele 2016 opende op 25 juli met een nieuwe productie van Wagners laatste grote werk in een enscenering van Uwe Eric Laufenberg. Afgelopen maandag beleefde de productie zijn vierde voorstelling. Peter Franken was erbij.

Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)
Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Uwe Eric Laufenberg heeft zich naar eigen zeggen laten inspireren door de film Des hommes et des dieux die op het filmfestival in Cannes in 2011 de Grand Prix won. Hierin wordt het verhaal verteld van een groep monniken in een afgelegen klooster in het binnenland van Algerije. Hoewel ze een zo neutraal mogelijk contact met hun omgeving proberen te behouden en zich dienend naar de bevolking opstellen, wordt de groep uiteindelijk door islamitische extremisten vermoord.

In Laufenbergs enscenering is de graalgemeenschap gesitueerd in een klooster in het noorden van Irak. Een werkelijk bestaand klooster, dat kortgeleden werd verwoest, heeft daarvoor model gestaan. De graalridders proberen het hoofd boven water te houden in een situatie die sterk overeenkomt met die tijdens de periode dat christenen nog vooral op zichzelf waren aangewezen en niet konden beschikken over een machtig bestuursapparaat.

Het klooster is een toevluchtsoord voor vluchtelingen. Als het doek opent tijdens het voorspel, zien we mensen die op stretchers liggen te slapen. Zwaarbewapende mannen in commando-uitrusting betreden het gebouw, kijken wat rond en gaan weer verder. Omdat de vluchtelingen in de weg liggen, worden ze door de graalridders gewekt en naar buiten gestuurd. De kloosterruimte is zodoende vrij en de handeling kan beginnen.

Uiterlijk heeft de eerste akte een min of meer regulier verloop. De ridders zijn allen gekleed als monniken, Kundry komt op in een chador. Parsifal schiet de zwaan met een heuse kruisboog en wordt door een woedende menigte overmeesterd en naar binnen gesleurd. Als een achteloos terzijde overlijdt een klein jongetje dat kort daarvoor het klooster binnen is gevlucht. Hij krijgt geen aandacht, die gaat geheel uit naar de dode zwaan.

De voorstelling neemt inhoudelijk pas een opmerkelijke wending als Amfortas wordt geprest het graalritueel uit te voeren. Laufenberg heeft uit het libretto gedestilleerd dat het aanschouwen van de graal de ridders kracht geeft voor het uitvoeren van hun missie. Het brood en de wijn moeten als het ware worden ingestraald om tot krachtvoer te worden. In meer alledaagse moderne termen komt het erop neer dat de ridders hun dosis drugs moeten hebben.

Laufenberg gaat enerzijds een stap verder, anderzijds blijft hij dicht bij de tekst. Het uitgevoerde ritueel is niets minder dan een bloedoffer. Amfortas wordt verwond en verliest zo veel bloed dat hij na korte tijd in een grote plas lijkt te liggen. We zien een soort wonderbaarlijke vermenigvuldiging, niet van broden en vissen, maar van bloed. Om beurten drinken de ridders er een slok van. Onduidelijk blijft of het bloed inmiddels in wijn is veranderd. Aangezien Amfortas daarvoor opvallend kwiek rondstapte, wordt de indruk gewekt dat er sprake is van het opnieuw openen van zijn wond. Met als gevolg dat zijn lijden weer een aanvang neemt.

Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)
Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Parsifal begrijpt er uiteraard niets van en wordt weggestuurd. Wat hij buiten meemaakt, is onduidelijk, maar hij komt in de tweede akte zwaar bewapend Klingsors kasteel binnen en verlaat dat uiteindelijk in dezelfde uitmonstering als bovengenoemde commando’s.

De bloemenmeisjes zijn allen gekleed in chador. Zij symboliseren treurvrouwen, die Parsifal verwijtend toezingen dat hij hun ridders heeft gedood of verwond. Na dit intermezzo werpen ze hun zwarte jurken af en kwijten ze zich gekleed als buikdanseressen van hun feitelijke taak: het verleiden van Parsifal, of op zijn minst hem voorbereiden op Kundry’s komst.

Kundry zelf is weinig uitdagend gekleed. Ze wil Parsifal in verwarring brengen door hem de indruk te geven dat ze zijn plaatsvervangende moeder is, maar heeft daar kennelijk weinig vertrouwen in. Voor alle zekerheid heeft ze zich dus ook maar gekleed als een moeder.

Als Parsifal na de kus zijn monoloog over Amfortas en diens wond begint, verlaat Kundry het toneel. Pas als hij klaar is, komt ze terug, weliswaar in een ander gewaad, maar geheel in dezelfde stijl als vooreerst. Nu is het de beurt van Parsifal om te verdwijnen, terwijl Kundry alle registers opentrekt om hem op andere gedachten te brengen. Het is een dramatische misser van jewelste: die twee protagonisten die in hun eentje het publiek staan toe te zingen in plaats van hevig met elkaar in de weer te zijn.

Parsifal maakt Klingsor de speer afhandig en breekt daar een stuk af. Door een gelukkig toeval kan hij nu uit de twee stukken een kruis maken. De diepere betekenis is vermoedelijk dat Amfortas de speer heeft misbruikt. Het ding is een relikwie en geen wapen. Door hem te breken wordt de speer onbruikbaar gemaakt als wapen en herkrijgt de status van relikwie.

Parsifal houdt de speer verder in de vorm van een kruis bij zich. Als hij opkomt in de derde akte ziet hij eruit als een handelsreiziger in het kostuum van een gemaskerde commando. De speer hangt op zijn rug met een paar vlaggetjes eraan. Het geeft het ding een Tibetaans tintje.

Het klooster is overwoekerd door planten, een beeld dat duidelijk is geïnspireerd door de jungletempel in Ankor Wat. We zijn jaren verder en Gurnemanz is een oude man geworden, aanleiding om een rolstoel op het toneel te brengen, een vaste waarde onder de regietheaterclichés.

Opvallend is de agressieve manier waarop de monniken (graalridders) Amfortas proberen te dwingen tot het bloedoffer. De gedachte aan drugverslaafden wordt hier prominent. Verder gebeurt er echter niets, geen nieuw ritueel. Parsifal geneest Amfortas met de speer en alle aanwezigen leggen hun religieuze parafernalia in de kist van Titurel. Er wordt gesuggereerd dat men afstand neemt van elke vorm van geïnstitutionaliseerde religie en terugkeert tot een basale geloofsbeleving. Hieraan nemen zowel de graalridders als de (islamitische) vluchtelingen deel. En met die opwekkende wending besluit de avond.

Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)
Scène uit Parsifal. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

De muzikale leiding was in handen van de in Nederland zo gevierde dirigent Hartmut Haenchen. Nadat Andris Nelsons kort voor de première het bijltje erbij neer had gegooid, was de in Parsifal gepokt en gemazelde Haenchen een ware deus ex machina. Hem restten slechts twee orkestrepetities voor de première, maar dat bleek geen al te groot probleem. Hooguit wekte het bij sommige orkestleden wat irritatie dat Haenchen zoals gebruikelijk met zijn eigen versie van de partituur aankwam. Hoe het ook zij, tijdens de vierde voorstelling op 15 augustus klonk het orkest fantastisch. Hulde aan de Nederlandse maestro.

De zangers waren allen goed tot zeer goed, met Gerd Grochowski als enige uitzondering. Zijn Klingsor klonk raspend en geforceerd. Als rauw gecaste Alberich had het gekund, maar als Klingsor viel hij duidelijk uit de toon. Het kan natuurlijk zijn dat hij verkouden was.

De Russische sopraan Elena Pankratova zong een geweldige Kundry. Aan verleiden kwam ze nauwelijks toe, maar vocaal was ze top. Ook de kleinere rollen waren goed bezet, met name de bloemenmeisjes.

De Amerikaanse bariton Ryan McKinny wist te overtuigen als Amfortas, een rol die hij eerder al vertolkte in het Teatro Colon. En Bayreuther publiekslieveling Klaus Florian Vogt gaf het publiek waar het op zat te wachten: een stralende held. Toch klonk hij naar mijn smaak een tikje te veel als Lohengrin; op zich niet verwonderlijk gelet op de mate waarin hij inmiddels met deze rol is vergroeid.

De grote man van de avond was Georg Zeppenfeld, een prachtige bas in de traditie van Kurt Moll. Het ervaren van zijn stemgeluid komt nog het meest overeen met het nemen van een warm bad. Met deze Gurnemanz heeft Bayreuth een troefkaart in huis die deze Parsifal muzikaal nog jaren tot een topproductie kan maken, bijna ongeacht de rest van de cast. En dat is niet niks.

Alles overwegend is Laufenberg erin geslaagd degelijk werk af te leveren. Dat de vluchtelingenproblematiek er later ingeschoven lijkt – van integratie met het kloosterconcept is nauwelijks sprake – moet maar op de koop toe worden genomen. Voor volgend seizoen is dat echter wel een verbeterpunt, evenals de interactie tussen Parsifal en Kundry.

Vorig artikel

De agenda van: het Groot Omroepkoor

Volgend artikel

Cd-zomer: Max Emanuel Cencic in Napels

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

8Reacties

  1. Francis Van Rossum
    19 augustus 2016 at 20:27

    Beste Peter,
    Dit is een zeer correcte weergave en beoordeling.
    Ik heb de uitvoering van 6 augustus bijgewoond.
    Ook toen was Grochowski zwak. Ik vermoed daarom dat hij wel degelijk niet verkouden was.
    Ik had als Parsifal de Oostenrijkse tenor Andreas Schagerl. Deze was gewoon super. Een totaal andere stem dan Vogt en wat een engagement ! In deze rol zonder twijfel veel beter dan Klaus Florian !

  2. paul
    19 augustus 2016 at 22:45

    Ter aanvulling op Francis van Rossum: komend jaar gaat KFV Meistersinger doen en neemt Schager Parsifal helemaal over.

  3. A. Jacobsen
    20 augustus 2016 at 13:56

    Een operarecensie van 1325 woorden, maar de muziek komt er bekaaid af. Bijna driekwart van de recensie gaat over de enscenering en regie. Terwijl opera vooral muziek is, orkestraal en vocaal. Aan het eind van de recensie wordt het muzikale deel in 350 woorden afgedaan. Terwijl ik als operaliefhebber juist veel meer details wil over wat er muzikaal te beleven is, dus daar zou ik mee beginnen en dan aan het eind nog een stukje over de regie. Die minder belangrijk is, maar tegenwoordig de uitvoeringen vaak verpest. Hier zelfs een begin van islamisering van Parsifal.

  4. Paul
    22 augustus 2017 at 07:30

    Gisteren deze Parsifal gezien en ik heb werkelijk van iedere minuut genoten. (en dat komt bij mij niet vaak voor bij zo’n lange eerste akte/opera. Zowel orkest, zang als regie konden mij zeer bekoren. Prachtige buhnebeelden, belichting en acteerwerk. Uiteraard wat vreemde zaken,zoals hierboven beschreven, maar ik vond het een geweldige Theaterervaring. Mooi ook dat Kundry letterlijk gaat dienen, onder andere met die rolstoel, die ik in dezen niet storend vond.

  5. Stefan Caprasse
    22 augustus 2017 at 09:40

    @A. Jacobsen: Zeker bij Wagner en zeker bij Parsifal en zeker in Bayreuth is de enscenering bijna zo belangrijk als de muziek (persoonlijke mening).
    Maar OK, fifty-fifty zou in een recentie misschien inderdaad beter zijn.
    Vermits Parsifal een universeel werk is, zijn HEEL wat interpretaties en situeringen mogelijk, dus ook een islamitische (persoonlijke mening).
    Trouwens het origineel speelt zich ook af nabij het Moorse Spanje en de tuin van Klingsor heeft iets van het Alhambra…
    De Islam is trouwens meer dan alleen fundamentalistische aanslagen (al hoort men natuurlijk voornamelijk dat in het nieuws)

    Ik zou overigens dolgraag deze Parsifal zien. Ik heb hem op BluRay, maar wacht nog met kijken tot ik hem eventueel in Bayreuth zelf kan zien (of ze hem daar niet meer geven…). Ook die Tristan en die Meistersinger moet ik beslist nog zien ! Het is geleden van het eerste jaar van de Castorf-Ring (waar ik, op enkele punten na, NIET van hield) dat ik nog in Bayreuth geweest ben. Wehe!

  6. Rudolph Duppen
    22 augustus 2017 at 11:32

    Toen Wagner op 26 mei, 1880 de Villa Rufolo in Ravello (Amalfitaanse kust) bezocht moet hij gezegd hebben dat hij nu eindelijk de betoverde tuin van Klingsor gevonden had. Hij lijkt inderdaad zoals Stefan Caprasse hierboven schrijft op de tuinen van het Alhambra in Granada. In Ravello is zelfs een snackbar met de naam Klingsor. Gelukkig goed gespeld.Gisteren zag ik op ebay dat er een onbekende opera van Wagner werd aangeboden: Rotterdämmerung.

  7. Jan de Jong
    22 augustus 2017 at 22:30

    @Stefan Caprese
    Ik wens u van harte toe deze Parsifal te gaan zien (en dan pas de dvd). Ik had het genoegen hem vorig jaar al in Bayreuth te aanschouwen. Het was de voorlaatste voorstelling die ten opzichte van de première – die ik later op video terugzag – nog aanzienlijk was gegroeid. De turbulente repetitieperiode met dirigentwissel (Haenchen in plaats van Nelsons) zal er debet aan geweest zijn dat aanvankelijk nog niet alles op zijn plaats viel. Is de dvd de opname van de première? Hij staat sowieso nog op mijn verlanglijstje.

    Het is wel fantastisch dat Hartmut Haenchen op deze wijze alsnog zijn Bayreuth-debut heeft gekregen. Maar goed, erg onbevooroordeeld ben ik niet, aangezien ik met zijn Amsterdamse interpretaties Wagner heb ontdekt.

  8. Stefan Caprasse
    23 augustus 2017 at 08:54

    Blij te horen dat deze Parsifal U bevalt. Doet mij er des te meer naar uitkijken hem eens te zien…