FeaturedOperarecensie

Visser regisseert geslaagde Traviata

De Nederlandse Reisopera heeft zaterdag zijn seizoen geopend met een boeiende nieuwe lezing van één van de grootste klassiekers uit het repertoire: Verdi’s La traviata. De regie van Floris Visser is geslaagd, de muzikale kant heeft wat haken en ogen.

Urška Arlič Gololičič als Violetta en Jesús Garcia als Alfredo. (© Marco Borggreve)

Het verhaal over de courtisane die weet dat ze aan een terminale ziekte lijdt en zich niettemin in een groot liefdesavontuur stort, is al talloze malen verteld in uiteenlopende benaderingen. In die van regisseur Floris Visser wordt de aandacht gericht op Violetta’s jeugdherinneringen.

In een interview dat collega Laura Roling kortgeleden maakte met Visser werd hier uitvoerig op ingegaan. Visser werd getroffen door de tekst van het tweede couplet van ‘È strano’, waarin Violetta zingt over haar liefdesdromen als jong meisje. Vervolgens legde hij de link met de geschiedenis van Marie Duplessis, de courtisane die model heeft gestaan voor Dumas’ La dame aux camélias en later voor Violetta Valéry.

In zijn boek La Vérité sur la dame aux camélias schrijft Romain Vienne, een vriendje uit Marie’s jeugd, dat zij als kind door haar vader was verkocht aan een oude man in een naburig dorp. Uiteindelijk was ze in Parijs terechtgekomen, waar ze zich had opgewerkt van straathoertje tot gevierde courtisane. Dat Marie hierdoor is gehard in het zichzelf verkopen, staat buiten kijf. Een glimp hiervan vangen we op in de tekst van librettist Piave, waarin Violetta mijmert over hoe ze zich de rol van de liefde in haar leven ooit had voorgesteld.

Regisseur Floris Visser en zijn team plaatsen de handeling in een chique bordeel. Het toneelbeeld van Dieuweke van Reij ziet er prachtig uit: een ruime hal met aan beide zijden grote deuren en links een grote trap naar een galerij met (vermoedelijk) de nodige liefdesvertrekken. Alex Brok heeft in zijn lichtontwerp mooi gebruikgemaakt van het openen en sluiten van die deuren door de zijkamers erachter sterk te belichten. Achter in de hal staat een grote spiegel, die tevens dienstdoet als ‘wormgat’ waardoor Violetta’s herinneringen uit haar kindertijd tot leven komen.

Urška Arlič Gololičič als Violetta en Anthony Michaels-Moore als Giorgio Germont. (© Marco Borggreve)

Violetta’s positie in dit sekspaleis is die van ‘top bitch’. Over haar zwarte ondergoed draagt ze een lange witte bontmantel, die keurig loshangt zodat haar lichaam goed zichtbaar is. Met die kostbare jas wordt haar status bekrachtigd, wat nog eens benadrukt wordt als Violetta stervende is en de ‘directeur’ van het paleis de jas van haar afpakt en hem om haar opvolgster drapeert. In deze omgeving hebben bh’s als belangrijkste functie dat je ze kunt uitdoen en ook Violetta ontkomt daar niet aan.

Na haar flauwte tijdens de eerste akte gaat ze voor de grote spiegel staan en ontdoet ze zich van dit kledingstuk, ‘om even wat meer lucht te krijgen’. Net op dat moment komt Alfredo binnen. Even houdt ze haar armen ervoor, maar dan toont ze uitdagend haar borsten aan de schuchtere jongeman. In deze setting is het een doeltreffende manier om hem duidelijk te maken dat hij voor verliefde praatjes niet bij haar moet zijn; hier wordt gewerkt.

Door de zich openende spiegel ziet Violetta zichzelf plotseling als klein meisje en begint ondanks alles van liefde te dromen. Dat ze niet lang meer te leven heeft, zal hierin wel een rol spelen, maar ze maakt een draai en gaat op Alfredo’s toenaderingen in. Dat blijkt direct bij het begin van de tweede akte als de twee tortelduifjes liggen te vrijen in het gras, ergens bij een buitenhuis ver van Parijs.

Decker-citaten

Visser heeft Willy Decker als leermeester gehad en gaf vooraf aan dat hij twijfelde of er na diens Traviata nog wel ruimte is voor een nieuwe. Hij is er goed in geslaagd met een eigen benadering te komen, maar kon het kennelijk niet nalaten Decker even te citeren. Zo lopen alle koorleden als man gekleed rond en speelt Violetta verstoppertje achter de struiken als ze zich uit Alfredo’s omhelzing heeft losgemaakt. Vrijwel hetzelfde deed ze in Deckers enscenering, alleen waren het daar sofa’s waartussen heen en weer werd gerend.

Op gezette momenten verschijnt Violetta als klein meisje ten tonele, soms op tamelijk grafische wijze. Van een prettige herinnering verschuift het accent naar een chronologie van haar carrière in de seksindustrie, waarbij een figurantje gaandeweg verandert in een miniversie van de huidige sekskoningin. Hier zat zeker een duidelijke lijn in, maar ik had met het kind toch wel een beetje te doen. Zo jong en dan al een hoer moeten spelen, ik weet het niet.

De spullen van Duplessis werden na haar dood geveild en in de derde akte zien we de dozen al klaar staan in de grote hal. Ook wordt er een vleugel weggereden. De bontjas krijgt een nieuwe bewoner, voor zo lang het duurt. Het is een pakkend einde van een goed gelukte enscenering, waarmee Visser zich in elk geval met zijn idool Decker kan meten.

Laatbloeier

Muzikaal was het allemaal wat minder. De belangrijkste functie van het orkest is het goed begeleiden van de zangers en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de dirigent. Hij moet de zaak bij elkaar houden, dat om te beginnen. Op dit punt was er bij Ilyich Rivas wel enige ruimte voor verbetering. Zo kreeg ik op een gegeven moment tijdens een dialoog sterk de indruk dat orkest, Alfredo en Violetta zich alle drie op een verschillend punt in de partituur bevonden. Verder maakte Het Gelders Orkest een weinig sprankelende indruk, ook dat is de zorg van de dirigent.

Het koor Consensus Vocalis leverde een goed prestatie en de danseressen van het Scapino Ballet zorgden tijdens het feestje in de tweede akte voor aardige visuele ondersteuning. De kleinere rollen waren over het algemeen redelijk tot goed bezet.

Scène uit La traviata bij de Nederlandse Reisopera. (© Marco Borggreve)

Anthony Michaels-Moore liet horen dat hij als bariton weliswaar over zijn hoogtepunt heen is, maar nog steeds behoorlijk mee kan komen in de rol van Papa Germont. Ook acterend kwam hij goed voor de dag en dat haalde de confrontatiescène met Violetta mooi op.

Van Jesús Garcia als Alfredo had ik iets meer verwacht na zijn geslaagde vertolking van Nadir in Les pêcheurs de perles, enige jaren geleden bij de Reisopera. Ik vond zijn zang nogal onevenwichtig en verder kreeg hij weinig hulp van de dirigent op het punt van timing. Garcia timmert behoorlijk aan de weg en dat schept verwachtingen. Dat hij die niet helemaal waar kon maken, kan ook met premièrestress te maken hebben.

De titelrol was toevertrouwd aan de Sloveense sopraan Urška Arlič Gololičič. Zij is als operazangeres een beetje een laatbloeier, die sinds 2013 ensemblelid is van de Opera van Ljubljana, waar ze naast Violetta onder andere ook Mimì en Gilda zingt. Van haar stem moet je leren houden, niet iedereen zal haar timbre even mooi vinden. Verder heeft ze in de laagte wat weinig volume en in de hoogte de neiging te forceren door een flinke keel op te zetten. Maar afgaand op het totaalbeeld stond een overtuigende Violetta op het toneel.

Wat ze vocaal tekortkwam, wist ze door haar spel uitstekend te compenseren. Fysiek wordt er heel wat van Violetta gevergd in deze productie en Gololičič wierp zich er helemaal op. Daarbij werd ze geholpen door een goed figuur, dat prachtig aansloot bij haar personage. Als je voortdurend halfnaakt staat te zingen, valt er op dat punt weinig te verbergen.

Alles bijeen is dit een mooie seizoenstart voor de Reisopera en een geslaagde poging van Floris Visser om zich aan de schaduw van Willy Decker te ontworstelen. De voorstelling gaat heel het land door en ik adviseer elke operaliefhebber, ook al heeft men al vele Traviata’s gezien, om een kijkje te gaan nemen.

Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera.

Vorig artikel

Metropolitan opent biosseizoen met Norma

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Tara, Walt en Nino

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

6Reacties

  1. Leen Roetman
    4 oktober 2017 at 08:13

    “Verdi’s La traviata, een van de mooiste vrouwenportretten ooit voor het theater geschreven, gaat niet over een bordeelhoer die terugverlangt naar een idyllische jeugd toen zij misbruikt werd door haar eeuwig dronken vader.” lees Paul Korenhof Opusklassiek

  2. 4 oktober 2017 at 19:04

    Beste Peter,

    Je bespreking las ik met veel plezier, maar op één punt kan ik er niet in meegaan. Wat Floris Visser ons ook wil doen geloven, Verdi’s La traviata, een van de mooiste vrouwenportretten ooit voor het theater geschreven, gaat niet over een bordeelhoer die terugverlangt naar een idyllische en onschuldige jeugd, toen zij gezellig misbruikt werd door haar eeuwig dronken vader. Er is geen noot in de muziek, geen letter in het libretto die die invalshoek rechtvaardigt. Het zinnetje waarnaar Visser in dit verband verwijst, zegt alleen dat zij ‘als meisje’ droomde van ‘een grote liefde’, meer niet. Tekenend vind ik overigens dat het hem kennelijk grote moeite kostte om tot een eigen benadering te komen. Het is typerend voor een tijd waarin bij veel regisseurs het werk zelf niet meer centraal lijkt te staan, maar de kans zich te onderscheiden met iets nieuws, iets anders dan wat anderen hebben gedaan. Puur narcisme als je het mij vraagt! Of nog erger: lippendienst aan een modern publiek dat alleen maar komt voor ‘boeiende plaatjes’?

    Paul Korenhof

  3. 5 oktober 2017 at 10:17

    Inderdaad. De tekst in het tweede couplet van ‘È strano’, waardoor Visser “werd getroffen” (‘A me fanciulla’), bevat niet meer dan een bakvismijmering, en vormt aldus een illusoire kapstok waar Visser op lachwekkende wijze een onzinnige theorie c.q. zijn “visie” aan opgehangen heeft. Hij komt hier blijkbaar bij menigeen kritiekloos mee weg. Visser doet het voorkomen of hij een enorme vondst heeft gedaan waarmee hij een geheel nieuw licht op La Traviata kan werpen. In feite zijn het narcistische en vulgaire verzinsels waarvoor clichématig geput is uit de schier oneindige voorraad schabouwelijke sjablonen van het “moderne muziektheater”. Het resultaat is, zoals Paul Korenhof het treffend op Opus Klassiek uitdrukt, een “onbekende opera met bekende muziek”.

  4. Leen Roetman
    5 oktober 2017 at 18:02

    Nog meer dank aan Paul Korenhof voor zijn cultureelhistorische en dramaturgische achtergrond in “Wie was of is La traviata?”.
    https://www.opusklassiek.nl/opera_operette/verdi_traviata.htm

  5. 6 oktober 2017 at 10:36

    Ik ben het met je eens, Leen. Je kunt het een “cultureelhistorische en dramaturgische achtergrond” noemen, maar het is ook een fundamenteel artikel dat voor opera-geïnteresseerden eigenlijk overbodig zou moeten zijn, en zeker voor hen die zich deskundig genoeg wanen om een opera te regisseren.

    “De ‘goedkope hoererij’ in een sfeer van jarretels en ordinair bloot die Floris Visser in zijn visie op La traviata suggereert, was in zo’n salon uit den boze!”, aldus Korenhof. Mijn eerste reactie was “dat weet toch iedereen”, maar dat is nogal naïef.

    God zij dank dat een deskundige nog het geduld kan opbrengen om onweerlegbaar te verwoorden hoe intens sneu het applaus voor de kleren van de keizer is.

  6. Willem
    22 oktober 2017 at 08:49

    Op 30 oktober a.s ga ik genieten van deze opera, een kok kan niet naar alle monden koken!