AchtergrondFeatured

World Opera Day: waarom houd jij van opera?

Het is vandaag (25 oktober) World Opera Day. De initiatiefnemers Opera Europa, Ópera Latinoamérica en OPERA America willen de positieve impact en waarde van opera voor de samenleving onder de aandacht brengen. Place de l’Opera maakt die mondvol persoonlijk: waarom houden onze recensenten eigenlijk van de kunstvorm waar we dagelijks over schrijven?

World Opera Day wordt voor het eerst georganiseerd en de datum is niet willekeurig gekozen. Op 25 oktober vieren zowel Georges Bizet als Johann Strauss postuum hun verjaardag. Het zijn echter niet zozeer de geliefde opera’s die onder anderen deze twee componisten creëerden die vandaag centraal staan, de dag draait vooral om de kunstvorm als geheel en de rol die opera speelt in de samenleving.

De initiatiefnemers omschrijven World Opera Day als een “awareness campaign for the value of opera for society”. De organisatie gelooft dat opera kan bijdragen aan een samenleving met verantwoorde burgers – creatief en tolerant.

“Onze grootste wens is dat we met World Opera Day laten zien wat opera de wereld te bieden heeft”, zegt Nicolas Payne van Opera Europa. Marc Grandmontagne van de Deutscher Bühnenverein gelooft dat opera “bruggen kan bouwen in de wereld”. En Marc Scorca van OPERA America stelt: “Niet iedereen zal van opera gaan houden, maar ze moeten wel houden van wat operagezelschappen doen.”

World Opera Day speelt zich voor een groot deel af op sociale media, maar veel operahuizen in de wereld dragen ook een steentje bij. In allerlei steden worden gratis concerten georganiseerd of mag het publiek een kijkje nemen bij een repetitie. De online streamingdienst OperaVision biedt op 25, 26 en 27 oktober gratis streams aan van La bohème, Carmen, Die Fledermaus, Don Giovanni en Il barbiere di Siviglia.

In Nederland is er ook enige activiteit. De Nationale Opera geeft via Facebook kaarten weg voor La Cenerentola, Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny en Die Frau ohne Schatten. OPERA2DAY maakt voor één dag al zijn producties gratis online beschikbaar. Op de website van het Haagse gezelschap staan alle streams onder elkaar. Koop een stream en gebruik de code ‘OPERA2DAY’ om niets te hoeven betalen.

Wat doet Place de l’Opera vandaag? We besloten de maatschappelijke aspiraties van de kunstvorm even te laten voor wat het is en in te zoomen op de persoonlijke impact van opera. Waarom komen we telkens weer terug in het operahuis? Waarom kunnen we geen genoeg krijgen van opera? Redacteuren van Place de l’Opera delen hun ervaringen.

‘Très ému’ – Peter Franken
“Na dertig jaar kan ik concluderen dat opera voor mij het enige genre in de uitvoerende kunsten is dat me altijd weer kan boeien. Dat komt vooral door de mogelijkheid die dit muziektheater biedt om ingewikkelde situaties, zelfs conflicterende wereldbeschouwingen, met daaruit voortvloeiende emoties op een geloofwaardige manier ten tonele te voeren. Het mooiste voorbeeld is voor mij Konwitschny’s productie van La Juive voor Opera Vlaanderen. Dat werk van Halévy werd gebracht als een ‘clash of fundamentalisms’, waarin de onbuigzame jood Eléazar staat tegenover de al even onbuigzame kardinaal Brogni. De waanzin loopt zo hoog op dat Eléazar zijn aangenomen christelijk gedoopte dochter Rachel liever laat sterven voor haar vermeende geloof dan dat hij haar vertelt dat zij niet echt een jodin is. Na afloop was ik ‘très ému’.”

La Juive bij Opera Vlaanderen maakte grote indruk op Peter Franken. (© Annemie Augustijns)

‘Alsof ik water zag branden’ – Martin Toet
“Waar te beginnen? Misschien simpelweg met het begin, zowel van ruim een kwarteeuw intensief operabezoek als van het genre op zich. Aangestoken door het virus, maar wantrouwig richting gezwollen pathos bleek Pierre Audi’s Monteverdi-cyclus, specifiek L’Orfeo, een openbaring. Zo intiem en poëtisch kan deze grillige kunstvorm dus zijn. De puurheid en focus in zang en beweging maakten een impact alsof ik water zag branden, letterlijk dankzij een magisch vlammend meer des doods. Talrijke prachtervaringen later, zeker ook in hoogromantisch ijzeren repertoire, staat deze betovering van een ontvankelijke jonge geest nog in het geheugen gegrift.”

‘Bijzondere belevenis’ – Peter ’t Hart
“Een voorstelling die ik nooit meer zou vergeten… Wat ik wel ben vergeten, is of ik nou eerst de verzamelbox met al het werk van Beethoven had gekocht of dat ik eerst zijn opera had gehuurd bij de lokale bibliotheek. Ik houd erg van Beethoven. Fidelio vind ik altijd een bijzondere belevenis. Beethoven pakt hier zo uit. Na Leonore wilde Beethoven graag meer opera’s maken. Dus maakte hij het tweeluik Die Ruinen von Athen/König Stephan. Maar zie daar maar eens een geënsceneerde versie van te scoren. Wordt niet meer gedaan! Laatst heb ik Leonore gehoord in het Concertgebouw. Toen begreep ik het werk nog beter!”

‘Een klamme hand’ – Jordi Kooiman
“Spierpijn na het kijken van een opera: voor mij was dat het ultieme bewijs dat geen kunstvorm krachtiger is dan opera. Place de l’Opera was nog jong, net als ikzelf, toen ik op een late avond een dvd van Dialogues des Carmélites aanzette. Het was mijn eerste kennismaking met Poulencs werk. De muziek, het verhaal en de regie van Nikolaus Lehnhoff grepen me onmiddellijk aan. Tweeënhalf uur zat ik roerloos en volledig verkrampt te kijken. Na de bloedstollende finale was ik emotioneel leeg en deed mijn lichaam pijn. Vijf jaar later zag ik de opera bij De Nationale Opera, geregisseerd door Robert Carsen. Man, die finale: een klamme hand die zich langzaam om mijn keel klemde en mijn luchtwegen dichtkneep. De impact was onverminderd groot. Opera slijt niet!”

Dialogues des Carmélites, hier bij De Nationale Opera, grijpt elke keer weer enorm aan, vindt Jordi Kooiman. (© Hans van den Bogaard)

‘Onvergetelijke vertolking’ – Lennaert van Anken
“Opera is voor mij meegesleept te worden in een achtbaan van emoties in de mooist geschreven muziek, waarbij de beleving het meest intens is als de drie elementen – zang, muziek en toneel – elkaar nastreven in perfectie. Voorbeelden zijn er maar weinig op dit vlak: Cyrano de Bergerac (Alfano) met Plácido Domingo en Sondra Radvanovsky in een prachtige enscenering van Francesca Zambello onder leiding van Mark Elder (2006). Of Il Trittico (Puccini) in een fenomenale enscenering van Robert Carsen met de werkelijk onvergetelijke vertolking van Cheryl Barker als Suor Angelica onder leiding van Silvio Varviso in Antwerpen (1996).”

‘De bloedvlek’ – Franz Straatman
“Nog steeds herinner ik mij het felle witte licht dat van het zijtoneel de opkomst van Lohengrin aankondigde. Een Lohengrin zonder zwaan. Bij Opera Forum in Enschede. Op 19 september 1969 stond mijn eerste operarecensie in een krant. Dagblad De Tijd. Vooral de beelden van opera’s zijn mij bijgebleven. Zoals de rode bloedvlek die regisseur Götz Friedrich de hele Don Giovanni door liet oplichten in zijn enerverende productie van 1978. Vaak klinken ook stemmen bij die beeldherinneringen luid door. Zoals die van John Bröcheler, die met erotisch geladen stem een onvergetelijke Don zong in 1980 in de herneming van de bloedvlek. Vijftig jaar opera beschrijven; ik heb er nog geen genoeg van.”

‘Een dreun voor m’n harses’ – François van den Anker
“Het was een Zeeuw, hij vertelde in een radioprogramma op de late zondagavond zijn levensverhaal vol hobbels en hij bleek troost te vinden in de zang van Maria Callas. Voor het allereerst – ik was een jaar of 16 en erg van de jazz – begreep ik dat je opera móói kon vinden. Decennia later volg ik beroepshalve veel van wat er in de wereld van klassieke zang gebeurt. Mijn bewondering voor componisten, zangers en theatermakers groeit met de dag, zeker als ze me een dreun voor m’n harses verkopen. Zoals bij Parsifal in het Concertgebouw, aus LICHT in de Gashouder of Jevgeni Onjegin bij DNO, met Krassimira Stoyanova. Minstens zo mooi als Callas. Alle reden om daar een dagje bij stil te staan.”

Wilt u ook delen waarom u zo van opera houdt? Stuur een bijdrage naar redactie@operamagazine.nl en we geven hem hieronder een plek.

Lezers

Wim Stam
“Ik was 16 jaar en zag voor het eerst een opera. Het was 1954 en in Enschede werd de Twentse Schouwburg geopend met Carmen door de Nederlandse Opera met Mimi Aarden, Frans Vroons, Nel Duval, Gé Genemens en nog een aantal bekende zangers uit die tijd. Ik was meteen verkocht en sindsdien geniet ik jaarlijks van meerdere operavoorstellingen, voornamelijk in ons land en Duitsland.”

Vorig artikel

De Munt brengt Honeggers Jeanne d'Arc

Volgend artikel

Opera in de media: week 44 van 2019

De auteur

Redactie

Redactie