AchtergrondFeaturedInterviews

Maduro wordt hybride muziektheater

Deze week ziet de tweede stadsopera van componist Bob Zimmerman van dit jaar het theatrale levenslicht.  Op 1 september gaat in Amare in Den Haag Maduro in première, een muziektheater stuk over George Maduro. Het werk is een productie van het Residentie Orkest en De Dutch Don’t Dance Division, in samenwerking met de Kwekers in de kunst en Rabarber. Bob Zimmerman kon tussen de eerste orkestrepetities en scenische repetities door tijd vrijmaken voor een gesprek.

Componist Bob Zimmerman. Foto: ©Anne Dokter

Maduro was oorspronkelijk een productie die voor de sluiting van het Zuiderstrand Theater bedoeld was en is net als Trijn, de stadsopera die je schreef voor Utrecht, een opdrachtwerk.

‘Opera is nooit vrij werk. Het is een te omvangrijk project om zomaar een eigen opera te gaan schrijven. Alle ‘grote jongens’ schreven ook altijd in opdracht.  Ik voel me wel eens schuldig dat ik te weinig vrij werk schrijf, maar ik heb zoveel opdrachten dat ik er nooit aan toekom. Maduro zou net als Trijn overigens al in 2020 uitgevoerd worden, maar ja, Corona kwam ertussen. Ik had in 2020 eigenlijk drie stadsopera’s zullen schrijven. Twee werden doorgeschoven en dan schuift ook het componeren door, want je kan niet jaren van tevoren schrijven. Ik kwam pas later bij het project. Pieter van de Waterbeemd had al een libretto geschreven toen ik als componist benaderd werd.

Er komen altijd nieuwe inzichten, dus het werk is nog niet zo heel lang klaar. We hadden vandaag de eerste orkestrepetitie. Ik heb op het laatst toch nog wat dingen moeten veranderen, aanpassen, weglaten en dan is het best spannend. Door nieuwe timingen moest er wat uit want het was te lang en dat soort dingen, maar ik weet na zoveel jaren wel precies hoe gaat klinken, daarvoor doe ik het al te lang en ik weet hoe goed ik als orkestrator ben, dus zijn er geen grote verrassingen.

Het voordeel van het doorschuiven is daardoor wel dat we niet in de tijdelijke behuizing van het orkest, het Zuiderstrand Theater staan, maar konden we in het goddelijke Amare terecht. De Danstheaterzaal heeft grote zijtonelen en dat is fijn voor onze vele koorleden, die ergens moeten staan als ze niet zingen. We zijn echt heel erg blij met de zaal.’

Bezetting orkest en cast

‘Ik wist dat ik niet voor het hele Residentie Orkest zou gaan schrijven en we gingen eerst kijken naar hoeveel ruimte is er voor personages, hoeveel solisten er waren waar ik voor moest schrijven. Dat heeft altijd met (altijd te kleine) budgetten te maken. De grote hoeveelheid koorleden zijn nooit de kosten. Ik kreeg 18 musici uit het Residentie Orkest tot mijn beschikking en 7 solisten. Het is eigenlijk een groot kamerorkest geworden, dat ik wel in mocht vullen met de bezetting die ik wilde.

De orkestsamenstelling past ook goed in de traditie van wat De Kwekers in de kunst en vroeger Dario Fo in het Westland op de planken zetten. Maduro is een hybride theatervorm geworden. Muziektheater met echte opera, maar ook kleinkunst, cabaret en musical en de gespeelde scenes zijn echte toneelscènes, geen kleine gesproken tussenstukjes. Totaal muziektheater, een evenwichtig amalgaam.

De voorstelling gaat over George Maduro, die op Curaçao geboren werd in een zeer rijke familie van Sefardisch-Joodse afkomst. George wordt voor zijn school en studie naar Nederland gestuurd, wordt verliefd op de niet-Joodse Hedda, wordt militair in de Tweede Wereld Oorlog en gaat zelfs in het Verzet. Hij wordt eerst krijgsgevangen genomen en sterft later in Dachau. Zijn verhaal kruist met het verhaal van Bep Boon-van der Starp. Zij vat na de oorlog het plan op om een miniatuurstad te bouwen, waarin beroemde gebouwen en projecten uit Nederland te zien zullen zijn. Haar doorzettingsvermogen en het geld van de ouders van George, die een monument voor hun zoon wilden, zorgen ervoor dat Madurodam geboren wordt. En zo komen beide verhalen bij elkaar. Maduro, de man, met zijn brede culturele achtergrond, Antilliaans, Joods, Leidse student, soldaat en verzetsstrijder, lijkt me een onderwerp om van te watertanden en een droomgegeven voor een muziektheaterwerk.

George Maduro (1916-1945)

 George Maduro is zo’n bijzondere man en dat gecombineerd met het ontstaan van Madurodam, dan ligt het eigenlijk heel erg voor de hand (om er een muziektheaterstuk van te maken) en het verbaasde me dat niemand eerder op dit idee gekomen is. Zijn culturele achtergronden spelen zeker mee. Natuurlijk zijn er in de muziek Joodse invloeden of elementen te vinden, maar die zitten meer onder de oppervlakte. Ik ben zelf ook Joods maar niet praktiserend of gelovig; Joods maar atheïst. De Maduro’s waren ook Joods, maar ik geloof dat ze niet zo strikt waren en niet zo heel Joods in praktiserende zin. Ik heb dat Joods-zijn eigenlijk vooral in de muziek van de tegenspelers van George Maduro gelegd, als een soort opgooier voor zijn eigen Judaïsme.

Jij bent een componist met een heel breed muzikaal spectrum, dus ik neem toch aan dat er ook wel wat Latino- of Antilliaanse invloeden te horen zullen zijn.

‘Ja zeker! Je kan de ‘couleur locale’ maken als hij als elfjarig jongetje naar Nederland wordt gestuurd en zijn familie en vrienden hem aan de kade van Willemstad staan uit te zwaaien. En we hebben wat kind rollen met een kindercast. Van de volwassen personages is ook een kind versie. We hebben de jonge Hedda en George en er zijn daardoor wat thematische verwantschapjes. Als ze als kinderen ruzie maken, komt dat terug als ze als volwassen ruzie maken.

Er is een element dat te maken heeft met het feit dat Hedda niet Joods is en haar broer vindt dat ze niet met Joden mag omgaan en haar wil weghouden bij George, maar het Joods aspect van George is niet zo heel groot. Je kan daarnaast ook niet alles kwijt want we maken geen documentaire.

Van scholier tot oorlogsheld

Eigenlijk is het meer zijn ‘Werdegang’; school, studie, hoe hij in het leger terecht is gekomen en als soldaat een heldendaad heeft verricht door nog voor de capitulatie, de beroemde Villa Dorrepaal (voorheen Leeuwenbergh) op de Duitsers te helpen heroveren, waarvoor hij ook postuum de Willemsorde ontvangen heeft. Maar hij is vrij vroeg krijgsgevangen genomen, eerst in het Oranjehotel, later in Saarbrücken, en uiteindelijk op 28-jarige leeftijd in Dachau, gestorven aan vlektyfus.

Hij is als Leidse student eigenlijk van dezelfde generatie als Soldaat van Oranje, maar werd geen Engelandvaarder, maar eerst militair en daarna een verzetsman.

George Maduroi in vol ornaat als militair.

Er is en gebeurt heel erg veel om George heen.  Curaçao, Leiden, verzet. Komt alles muzikaal voorbij?

‘George heeft in de dramaturgie van Pieter (van de Waterbeemd) een aantal Hamlet-achtige bespiegelingen gekregen. Daardoor zijn zijn aria’s heel espressivo en wringend hier en daar.

Maar er is een tweede hoofdrol, de dame die ervoor gezorgd heeft dat Madurodam Madurodam werd, Bep Boon-van der Starp en dat is een fantastische rol van Doris Baaten. Zij is natuurlijk een kleinkunst-, cabaret- musicalartiest, en we hebben dus in de cast een combinatie van opera en lichtere, kleinkunst, noem het musicalstemmen. Bep heeft een soort credo dat we ook echt als een ordinaire showstopper neer hebben gezet.

Bep Boon- van der Starp (1884-1954)

Er zijn in mijn muzikale structuur een aantal dingen die de jaren vijftig karakteriseren en die zijn in mijn definitie gewoon een beetje ‘lullig’. De jaren vijftig waren rare, quasi optimistische jaren en een lied over de wederopbouw is een olijk, onnozel marsje. Als je het niet onnozel maakt, maak je het belangrijker dan het was, daar kan je niet diep in. Dat is ook grappig.

Als George met zijn soldaten, wat bij ons een stelletje ongeregelde studenten is, de Villa Leeuwenberg gaan ontzetten, is het allemaal scheef en rommelig en zit vol met rare modulaties, omdat die soldaten geen goed georganiseerd leger zijn; meer ‘Dad’s army’, maar dan als jonge mensen.

Dus stilistisch zit het meer in de situaties, dan dat ik de karakters kan schilderen. Dat doe ik wel met George en bij Hedda, waarvoor ik ook een echt lekker liefdesduet heb geschreven en even later zit er een echt operaduet in tussen George en zijn vader, de een in New York en de ander in Leiden, een echt vader-zoon duet met twee mooie volle baritons, Frank Dolphin Wong en Alexander de Jong en dat is echt operavorm.  Ik zal wel wat verwijten krijgen dat het flip-flopt, maar dat is wat ik wou.

Filmisch

Om er een rode draad in te krijgen zijn er ook underscores, maar je kan niet zoals bij een film een echt doorlopende underscore schrijven, want door het live aspect is dat met wisselende timingen niet te doen. Er zijn wel scenes die in elkaar overvloeien, met muziek die doorstroomt, maar soms zijn er ook harde overgangen.

De voorstelling heeft ook instrumentale stukken met een filmisch aspect die voor nog een element zorgen, maar uiteindelijk moet je je als componist daar niet te veel mee bemoeien. Je moet gewoon schrijven wat er in je kop opkomt en dan wordt het altijd het beste. De dramaturgie maak je van tevoren en een plan waaraan je je wilt houden, maar kijk, elke componist heeft het gevoel dat wat hij maakt geschreven wil worden als een soort entiteit uit het ‘Jehnseits’ en dat is in dit geval ook zo. Ik moet ook dingen kunnen schrijven die echt oorwurmpjes zijn, want zonder geheugen heb je geen indruk van muziek.

Een van de leuke verwijten die ik kreeg van de zangers en koorleden van Trijn was: ‘we raken die muziek van jou niet meer kwijt. Nachtenlang lopen die melodieën in mijn kop te malen’. En ik denk; ‘dan heb ik het goed gedaan.’ Ze moeten het kunnen onthouden en ze moeten kunnen huilen. Als ze niet kunnen huilen heb ik iets verzuimd. Ik ben zelf ook gretige janker in de opera, en makkelijk slachtoffer van een mooie scene. Als ik bij de repetities kippenvel heb gaat het goed, als ik geen kippenvel heb gaat het niet goed; dan heeft iemand iets laten liggen of is een tempo niet goed of iets dergelijks.

Repetitie ‘videostill’ van Maduro met Alexander de Jong (George) en Marlies Ruigrok (Hedda).

Maar ook dit stuk stelt weer zijn eigen eisen door de vorm die de schrijver ervan heeft gemaakt en waar ik me vanaf het begin goed thuis bij heb gevoeld. Het zou niet handig zijn geweest zijn om van Maduro een echte doorgezongen opera te maken, want dan wordt het heel zwaar, en het wordt een soort overbelasting, of je moet heel erg veel weglaten. Het probleem van opera is dat je zoveel moet schenken aan het muzikale middel, dat betekent dat je ook feitelijkheden moet weglaten. Othello van Shakespeare is heel wat anders dan Otello van Verdi. Er is heel veel weg in Otello van Verdi omdat die ruimte er niet voor is, maar zo is het ook voor iets dat je nieuw maakt. We maken geen documentaire, maar het moet wel kloppen.’

Muzikale stijlen

De opera Trijn speelde in de 16de eeuw en was volledig chronologisch. Ik heb natuurlijk geen muziek uit de 16de eeuw geschreven, maar wel muziek waarvan je zou kunnen geloven dat die toen geklonken zou kunnen hebben, maar die voor musicologen natuurlijk niet klopt. Dat was iets heel anders dan Maduro.  Deze muziek heeft 20ste -eeuwse aspecten en daar komt ook de musicalkant bij. We hadden voor de rol van Bep, die ook een tragische kant heeft maar ook een vrolijke, verschillende soorten zangers uitgenodigd om te auditeren, zowel opera-als musical zangeressen. Bep is een leuk chic wijf, een echt leuk mens met haar op haar tanden, die tegen iedereen in Madurodam voor elkaar heeft gekregen en ook de naam erdoor heeft gedrukt, want veel mensen waren er tegen het dorp naar George Maduro te vernoemen. Toen Doris Baaten op de auditie kwam was het meteen duidelijk. Zij was het! We hebben sowieso een heel goede cast. Het is ook heel fijn dat je als componist weet voor wie je gaat schrijven, dat was bij Trijn zo en ook bij Maduro.’

Hoe is de casting eigenlijk gegaan, gezien de huidige tendens om correct te casten wat culturele- en raciale achtergronden betreft? Alexander de Jong zingt George, maar is geen Antilliaanse jongeman toch?

Alexander de Jong Foto©: Camiel Bongers

Wij hebben besloten dat alles door elkaar loopt, maar Frank Dolphin Wong, die de vader van George zingt, is van gemengde afkomst, Alexander de Jong is Nederlands, maar vrij donker en lijkt zelfs een klein beetje op George, en George zelf ziet eruit als een vrij blanke man, maar verder hebben we alles door elkaar gegooid en ik denk dat dat ook het beste is. We hebben een Hindoestaans jongetje als een van de drie kinderen die George speelt, maar die is dan later met Alexander de Jong in de rol een lichtere volwassen George.  Voor ons is het totaal irrelevant, juist omdat we het mengen. Het loopt bij ons allemaal door elkaar en ik denk dat het de beste manier is en ook de integerste. Er zal altijd wel iemand over vallen, want je doet het nooit helemaal goed.

Heb je de rollen wel een soort muzikale kleur meegegeven, een soort leidmotief?

 Nee, er zijn geen echte leidmotieven, maar ik heb wel een ‘leidinstrument’ aan George meegegeven. Zowel regisseur Jeroen Lopes Cardozo als ik houden heel erg van de althobo en het was onze wens om George een althobo obligaat mee te geven, maar die spaar ik tot de eerste aria van George.  Dus meer ‘leidkleur ‘ dan leidmotief.’

Campagnebeeld Maduro

Maduro gaat op 1 september in première in Amare in Den Haag.

Aanvang: 20.15 uur

En is daarna nog te zien op 2, 3, 4 (matinee om 14,15 uur) 6 en 7 september

In de cast onder meer Alexander de Jong, Frank Dolphin Wong, Doris Baaten en Marlies Ruigrok.

De regie is van Jeroen Lopes Cardozo, dirigent is Rick Schoonbeek.

Maduro is een productie van Amare in co-productie met Residentie Orkest en Dutch Don’t Dance Division. Productiepartners zijn Kwekers in de Kunst en Rabarber. Mediapartner is Madurodam.

 

Verder lezen, luisteren en kijken

Hier een introductie video over Maduro.

en een tweede video over de totstandkoming van Maduro.

Jordi Kooiman schreef in 2019 over Alexander de Jong die bij De Nederlandse Reisopera in A little night’s music te zien en te horen was.

 

Vorig artikel

Muziek had het laatste woord

Volgend artikel

Eenzame Káťa, maar niet alleen?

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen