FeaturedOperarecensie

Een aangrijpende Peter Grimes in Gent

De Vlaamse Opera sluit haar seizoen deze week af met een productie van Benjamin Brittens Peter Grimes van David Alden. Het is een aangrijpende voorstelling, waar theatraal en muzikaal nagenoeg niets op aan te merken is.

(Foto: Annemie Augustijns.)

Stel je één van de mooiste steden ter wereld voor, badend in de namiddagzon na een flinke onweersbui. Eerst overheerlijke frietjes, weggespoeld met een verrukkelijk ‘bolleke’ op een terrasje. En dan mag je naar de opera.

Het operahuis zelf is net een bonbonnière. Het lijkt een beetje op die van Antwerpen, maar dan kleiner en nog mooier, met wellicht de fraaiste foyer die je je kan bedenken.

Raar maar waar: het was mijn eerste bezoekje aan het operahuis in Gent. Een bezoekje dat niet anders dan een enorm succes kan worden genoemd. Niet alleen vanwege die oogverblindende entourage, die uiteraard slechts buitenkant was, maar vooral vanwege de opera zelf. Daar kan ik kort over zijn: meesterlijk.

Peter Grimes van Benjamin Britten is geen gemakkelijke opera. Niet omdat de muziek zo moeilijk is. Britten spreekt een zeer begrijpelijke taal, die het midden houdt tussen Berg (Wozzeck), Kurt Weill en Cole Porter (ja, echt waar!). Een taal die bovendien sterk in de Verdiaanse traditie is verankerd.

Nee, het is het verhaal, het thema dat ons ongemakkelijk op onze stoelen laat schuiven. Want laten we wel zijn: hebben we ons er allemaal niet minstens een keer aan bezondigd? Aan het veroordelen zonder de feiten te kennen? En hebben we allemaal niet wel eens moeite met een vreemdeling (gehad)? Iemand die zich niet wil/kan aanpassen? Die bovendien zelf een gespleten persoonlijkheid heeft? Aan de ene kant hunkert hij naar liefde en geborgenheid, aan de andere wilt hij niets anders dan onafhankelijk en zichzelf blijven zonder zich te hoeven conformeren. Tel daarbij een gezonde portie zelfhaat…

(Foto: Annemie Augustijns.)

De productie van David Alden, oorspronkelijk voor de English National Opera gemaakt, werd vorig jaar bekroond met de prestigieuze South Bank Show Award. Hoe terecht! Zelden zie je een regie waarin traditie, vooruitstrevendheid en begrip voor de menselijke psyche zo hand in hand samengaan.

Alden oordeelt niet, dat laat hij aan ons over. Hij laat ons kennismaken met de moeilijke hoofdfiguur, die wellicht schuldig is, maar misschien ook niet. En hij laat ons kennismaken met de maatschappij die hem uitspuugt. Onder de dunne schil van het pseudo-fatsoen gaat hun eigen onfatsoen schuil: zuipen, spuiten, slikken, seksueel misbruik, bemoeienissen met andermans levens, roddels, geruchten. En waar een opgewonden menigte is, is een lynch nooit ver weg.

Mrs. Sedley (een bijzonder sterke, hoewel misschien iets te jong ogende Carol Wilson) is verslaafd aan kalmeringsmiddelen en is beslist niet vies van mannen. Haar obsessie met de misdaad doet het Nederlandse publiek niet alleen aan de in wezen lieve Miss Marple of Jessica Fletcher denken, maar ook (of misschien wel voornamelijk) aan onze eigen misdaadopspoorder, Peter R. de V.

Auntie (een fantastisch ogende en dito zingende Rebecca de Pont Davies) is hier geen goedmoedige kroeg- en bordeeluitbaatster. Het meeste lijkt zij op Otto Dix en zijn schilderijen. En een beetje op Marlene Dietrich. Noch man, noch vrouw. Haar expressionistische, decadente verschijning roept herinneringen op aan het Berlijn en haar vluchtelingen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Eén van de (lichte) verwijzingen naar de tijd van de handeling. Maar ook een nadenkertje.

De beide ‘nichten’ (Liesbeth Devos en Tineke Van Ingelgem) lijken net een Siamese tweeling. Ze zijn eeuwig aan elkaar verbonden en lijken in hun autisme zowat de zusters van John, de nieuwe leerjongen van Grimes. Over psychodrama gesproken!

De grotesk aandoende, cokesnuivende Ned Keene had geen betere vertolker dan de jonge Leigh Melrose kunnen krijgen en Philip Sheffield was een werkelijk fenomenale Reverend Horace Adams.

Op naar Gent: deze voorstelling mag niet gemist worden

In de visie van Alden is kapitein Balstrode fysiek gehandicapt. Hij heeft maar één arm en loopt met een stok. Gek genoeg heb ik het al eerder gezien, in de Düsseldorfse productie geregisseerd door Imre Karaman. Toeval?

Peter Sidhom was in de rol van Balstrode een meer dan ideale bezetting. Hij heeft een sterke, bronzen geluid, wat hem een zeker overwicht geeft. Je snapt dan ook meteen waarom iedereen naar hem luistert en waarom Grimes zonder morren zijn raad opvolgt. Maar hij kan ook fluisteren. En acteren.

Ellen Orford (bij vlagen een beetje scherpe Judith Howard) is bij Alden iets anders dan wij haar kennen. Het gaat te ver om haar onverschillig te noemen, maar op de een of andere manier wilt ze toch van het eventuele misbruik van het kind door Grimes niets weten. In de hoop dat haar droom niet verstoord wordt?

(Foto: Annemie Augustijns.)

Peter Grimes (een fabuleuze Jorma Silvasti) zet een mens van vlees en bloed neer. Normaal, of juist niet. Geen brullende ‘Wagner-tenor’, maar een bij vlagen lyrische dromer. Standvastig in zijn beslissingen, maar ook bang voor zichzelf. En voor wat komen gaat.

De meesterlijk opgebouwde scène waarin hij – opgeschrikt door de naderende menigte – het touw laat vallen waardoor John dodelijk verongelukt, is werkelijk huiveringwekkend. Maar dan, aan het eind, als hij het lichaam van het dode kind zachtjes in zijn armen wiegt, dan laat hij voor het eerst zijn echte gevoelens zien. Hartroerend.

Het was de eerste keer dat Leif Segerstam Peter Grimes dirigeerde en hij deed het voortreffelijk. De zee uit de partituur was onder zijn handen woest tijdens de storm en fluisterzacht aan het eind. Petje af!

Ook het koor van de Vlaamse Opera (koordirigent Yannis Pouspourikas) kweet zich voortreffelijk van zijn moeilijke rol.

Niet onvermeld mogen blijven de magische en zeer fascinerende belichting van Adam Silvermann en een werkelijk slimme, ter zake doende en mooie choreografie van Maxine Braham.

Ik kan eigenlijk helemaal geen minpunten bedenken, of het moet het zeer moeilijk verstaanbare Engels van Judith Howard zijn. Of de niet helemaal vlekkeloze cellosolo. Maar dan ben je echt op zoek naar futiliteiten. Ik zeg: op naar Gent, want deze voorstelling mag niet gemist worden.

Er zijn nog voorstellingen op 6, 8 en 10 juli. Zie voor meer informatie de website van de Vlaamse Opera.

Vorig artikel

Terzake maakt reportage ‘Opera op de Kaap’

Volgend artikel

Eerste Aboriginal-opera in de maak

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski