Recensies

Händels Agrippina: niets nieuws onder de zon

Met Händels duistere barokopera Agrippina toont David McVicar haarscherp hoe weinig er veranderd is sinds het begin van onze jaartelling. Zijn sterke productie voor de Metropolitan Opera in New York was zaterdag live in bioscopen te zien, uitgevoerd door een groep topzangers.

Joyce DiDonato in Agrippina, met op de achtergrond Duncan Rock als Pallante. (© Marty Sohl / Met Opera)

David McVicar vertaalt het machtsmisbruik en het perverse, obscene gedrag van Romeinen op machtige posities naar de moderne tijd. De ironie en de humor in de muziek tonen Händels sterk intuïtieve en psychologische raffinement. De topcast schitterde in coloraturen en da capo-aria’s.

Met de da capovorm is de kans op een statische uitvoering groot. Maar niets daarvan in deze enscenering, die in voortdurende vaart en vol beweeglijkheid afstevende op het verplichte happy end.

Intriges

Agrippina, tweede vrouw van keizer Claudius, is uit op macht. Iedereen denkt dat Claudius is verdronken bij een schipbreuk. De keizer heeft Ottone aangewezen als zijn troonopvolger, maar Agrippina haalt een arsenaal aan intriges uit de kast om Nerone, de zoon uit haar eerste huwelijk, op de troon te krijgen.

Agrippina verleidt de invloedrijke Pallante en Narcissus en slaagt erin om Ottone in diskrediet te brengen ten overstaan van Poppea, die van Ottone houdt. Ook richting Claudius brengt zij Ottone in opspraak. Claudius begeert in het geheim Poppea. Daarvan maakt Agrippina handig gebruik. Op instigatie van Agrippina beveelt Claudius Poppea om met Nerone te trouwen.

Uiteindelijk ziet Ottone van de troon af en eist Poppea op als bruid. Op die manier bereidt hij de overwinning van Agrippina voor. En zo is er dan weer het verplichte happy end.

Gele troon

De enscenering, in de vorm van een soort raamvertelling, begint in een mausoleum, waar alle personages op hun sokkel worden uitgebeeld. Claudius’ dienaar leest uit Tacitus, één van Händels bronnen voor deze opera. Aan het eind van de voorstelling slaat hij het boek met een gulle lach dicht. Dan zien we opnieuw het mausoleum, waar de personages nu dood op hun sokkels liggen, omgeven door witte graflelies.

Aan het begin van de opera verschijnt ook een levensgroot beeld van Romulus en Remus, gezoogd door de wolvin; het symbool van het ontstaan van Rome. Maar gaandeweg verandert de wolvin: er komt bloed uit haar muil, en de twee kinderen zijn verdwenen. Aan het eind zien we het karkas van de wolvin, nu dood op haar rug liggend uitgebeeld.

De grote gele troon, die bedoeld is om Nerone op de troon te krijgen, is vrijwel de hele avond op het toneel. Alle handelingen en listen zijn gecentreerd rondom dit object. In de tweede akte verplaatst de handeling zich naar een eigentijdse bar, waar de klavecinist als barpianist optreedt, en Händels prachtige muziek ten beste geeft in een choreografie vol lust en verleiding. Eén sereen moment springt eruit: wanneer Ottone zijn liefde voor Poppea belijdt in de aria ‘Vaghe fonti’: dan belanden we in pastorale sferen.

Topcast

Agrippina werd gezongen en gespeeld door een topcast, met een opvallend uitgekiende personenregie. De coloraturen en het to the point spel van Joyce DiDonato als Agrippina waren imponerend, evenals haar soepele en kleurrijke stemgeluid. Dit vond een hoogtepunt in de gepassioneerde aria ‘Pensieri, voi mi tormentate’. Daarin wordt zelfs Agrippina door twijfels bevangen.

Händel schetst in zijn muziek een prachtig contrast tussen de twee vrouwen: de meedogenloze, sluwe Agrippina en de plooibare, verleidelijke Poppea. Brenda Rae als Poppea was niet alleen sensueel, want in haar wraakaria spatten de vonken eraf.

De enige moreel betrouwbare figuur in de opera is Ottone, vertolkt door countertenor Iestyn Davies. Hij excelleerde in zijn wanhoops aria ‘Voi che udite il mio lamento’, nadat iedereen, zelfs Poppea, zich van hem heeft afgewend.

Matthew Rose zong de prachtige basrol van keizer Claudius. Nerone, die een incestueuze verhouding heeft met zijn moeder, werd gezongen door mezzosopraan Kate Lindsey. Zij deinsde er niet voor terug om vocaal vuurwerk te combineren met allerlei work-outstands.

Händel schreef Agrippina in 1709 voor de opening van het carnavalsseizoen in Venetië. Deze uitvoering maakte overtuigend duidelijk dat Händels muziek en het perverse machtsthema nog steeds springlevend zijn.

Gezien in Pathé Ede. Agrippina wordt daar nog herhaald op 8 en 9 maart. De volgende live-productie is Der fliegende Holländer op 14 maart. Zie voor meer informatie de website van Pathé

Vorig artikel

Anna Netrebko treedt op in Luik

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Lenny, Noah en Catherine

De auteur

Jacqueline van Rooij

Jacqueline van Rooij