Recensies

Alex Ross’ Wagnerism: zu viel, zu viel

Het nieuwe boek Wagnerism van Alex Ross is vooral een parade van personen en bewegingen die vanaf midden negentiende eeuw kortere of langere tijd een rol speelden in het culturele en politieke speelveld. Goedbeschouwd blijft de tekst steken in een eindeloze opsomming. ‘Zu viel, zu viel’, zou Tannhäuser verzuchten.

De volledige titel van het boek luidt Wagnerism – Art and Politics in the Shadow of Music. Muziek speelt slechts een bijrol in de tekst, evenals Wagner zelf. Op zich is dat te verwachten; een boek over marxisme gaat in beginsel niet over Marx. Maar de persoon Wagner wordt door Ross wel heel erg op de achtergrond gehouden.

Ross verschaft de lezer inzicht in zijn uitgangspunt. In het hoofdstuk getiteld ‘Nibelheim, Jewish and Black Wagner’ besteedt hij veel aandacht aan de zwarte activistische schrijver W.E.B. Du Bois en diens boek The Souls of the Black Folk (1903), door hem gekarakteriseerd als ‘a contrapuntal interweaving of history, sociology, memoir and fiction’. Dat is in mijn perceptie exact datgene wat Ross met Wagnerism heeft beoogd.

Probleem is echter dat de persoon die de oorzaak is van al die grote en kleine schokgolven die Ross in beeld wil brengen zo lastig te vatten is in een min of meer uniforme benadering. Op dat punt bevindt Ross zich in hetzelfde schuitje als Houston Chamberlain, die in 1895 een biografie van Wagner publiceerde. In een reactie op de kritiek dat hij de Meister zelf onvoldoende op de voorgrond liet treden, repliceerde hij dat Wagner te weinig houvast bood: ‘Today Wagner swears by Feuerbach and tomorrow by Schopenhauer; today he is a republican and tomorrow an advocate of the Divine Right of Kings; today the degeneration of humanity stemms from diet, tomorrow from racial mixing.’

Ross’ contrapuntische benadering blijft steken in een opsomming van bewegingen, episodes en personen die er soms met de haren bijgesleept lijken. Om de muzikale metafoor door te zetten: het is een potpourri van melodieën, die bij vlagen kunnen boeien, maar zonder dat er een samenhangend geheel uit ontstaat. In operatermen: een ouverture die op zichzelf is blijven staan. Dat betekent overigens niet dat Wagnerism geen lezenswaardig boek is, maar het is zeker geen page turner geworden.

In een recensie die wordt geciteerd op de achterflap is de dooddoener te lezen dat Wagner werd geïncorporeerd in de soundtrack van het Derde Rijk. Ik zou eerder willen benadrukken dat Ross zich veel moeite heeft getroost om de lezer ervan te overtuigen dat de vroege Wagners een belangrijk deel vormden van de soundtrack van het symbolisme en de antroposofie. Daarmee voegt hij nadrukkelijk iets toe aan het althans bij mij bestaande beeld.

Brünnhildes Rock

Wagners moeilijk te duiden seksualiteit en de alom bekende homoseksualiteit van zijn zoon Siegfried vormen het uitgangspunt van het hoofdstuk ‘Venusberg, Feminist and Gay Wagner’. Merkwaardig genoeg komt hier ook Thomas Mann en diens fascinatie met een jongen op het strand van het Lido aan de orde. Dood in Venetië is nadrukkelijk gebaseerd op een persoonlijke ervaring van Mann, al heeft hij dat gecamoufleerd door van Aschenbach een oude man te maken. Ja, Venetië, daar is Wagner gestorven, maar is het opnemen van die episode uit Manns leven niet wat vergezocht?

De tekst van dit hoofdstuk werkt toe naar een karakterisering van Bayreuth als de ‘gay capital’ van de wereld. Maar omdat kennelijk het aspect van mannelijke vrouwen onvoldoende aandacht heeft gekregen, krijgt de in Europa volstrekt onbekende schrijfster Willa Cather een heel hoofdstuk toebedeeld getiteld ‘Brünnhildes Rock’. Ross doet zijn uiterste best om lesbische aspecten in de mannelijke kant van deze Walküre naar voren te halen en besteedt in die zin met name veel aandacht aan Cathers roman The Song of the Lark. Nieuwsgierig geworden las ik vervolgens een groot artikel over Cather op de Engelstalige Wikipedia en eveneens een flink artikel gewijd aan het betreffende boek. Nergens wordt gewag gemaakt van Wagner. Op zich een aanwijzing dat Ross met tamelijk selectieve aandacht te werk is gegaan.

Met het hoofdstuk ‘Modernism’ komt het accent sterker op de twintigste eeuw te liggen en wordt de tekst wat meer herkenbaar voor hedendaagse wagnerianen. In dat opzicht vind ik dit het meest interessante en vooral relevante deel van de tekst.

Alles in aanmerking genomen is Wagnerism meer een boek om in te bladeren en om hier en daar een aaneengesloten deel uit te lezen dan een werk dat door een consistente opbouw uitnodigt tot bestudering als geheel. Voor de prijs hoeft men het niet te laten: ook al leest men maar een deel, het is de aanschaf altijd wel waard. Voor al diegenen die direct of zijdelings geïnteresseerd zijn in de invloed die Wagner tot op de dag van vandaag weet uit te oefenen, ook de niet zelfbenoemde wagnerianen.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Roberto, Nicky en Chazia

Volgend artikel

Opera na corona: hoe kan het eruitzien?

De auteur

Peter Franken

Peter Franken