Recensies

Topuitvoering van Rossini’s mis door DNO

De Nationale Opera weet in coronatijd creatief om te gaan met haar kroonjuweel, het operakoor. Na het ontroerend mooie a-capellaconcert onder leiding van Lorenzo Viotti biedt DNO nu een gratis stream aan met de grootse ‘kleine plechtige mis’ van Gioacchino Rossini, in samenwerking met het Nederlands Philharmonisch Orkest.

Het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Koor van De Nationale Opera en Katia Ledoux in actie tijdens de Petite messe solennelle. (© Melle Meivogel)

De Italiaanse dirigent Andrea Battistoni stond in deze periode genoteerd om bij DNO Verdi’s Aida te dirigeren. Het NedPhO zou in de bak zitten en het operakoor had kunnen excelleren in de koorscènes van deze ‘Egyptische’ opera. Allemaal niet mogelijk in de huidige beperkende omstandigheden. Intendant Sophie de Lint bedacht samen met de gecontracteerde dirigent een passend alternatief: de Petite messe solennelle, in de orkestversie die Rossini in 1868 uitwerkte op basis van zijn oorspronkelijke partituur voor koor, vier solisten, twee piano’s en harmonium. Dat werk dateerde uit 1863.

Het was destijds een grote verrassing dat Rossini, 34 jaar nadat hij zijn laatste opera (Guillaume Tell) had gecomponeerd, met een fors nieuw werk de stilte doorbrak. Weliswaar had hij af en toe kleinschalige vocale en instrumentale stukken geschreven, maar die productie viel in het niet vergeleken met de vloed aan grote opera’s en cantates die hij tussen 1810 en 1829 afleverde.

Rossini betitelde zijn mis als ‘klein’ vanwege de beperkte bezetting die hij adviseerde bij de eerste uitvoering: een koor van twaalf stemmen inclusief de solisten (‘cherubijnen’ aldus Rossini) en een bescheiden ensemble van toetsinstrumenten. Dat was voldoende voor de wereldpremière in Parijs ten huize van een bevriend adellijk echtpaar.

Het moet echter gekriebeld hebben in het hart van de doorgewinterde operacomponist, want hij besloot om zijn kleine mis uit te vergroten tot een echte grote mis. Gelijk had hij, want in de expressieve zangpartijen en in de spannende piano- en harmoniumbegeleidingen gaat een kleurrijk, opera-achtig en Italiaans karakter schuil, dat in de uitwerking onder leiding van Andrea Battistoni in volle glorie tot klinken kwam.

244 maten

De opname vond plaats op het podium van Nationale Opera & Ballet in een coronaruime opstelling van het orkest en het koor, sfeervol belicht en tegen een achterwand met wisselende beelden, zoals een sterrenhemel en verschillende wolkenluchten. Uiteraard in een zaal zonder publiek.

Rossini’s mis is lichtvoetig en theatraal tegelijkertijd. Hij laat luchtige melodieën stromen in een zetting van geraffineerde tonale verschuivingen in de begeleidingen en schuwt dramatische accenten niet, zoals in het ‘Et resurrexit’, onderdeel van het groots opgezette, zevendelige ‘Gloria’. Dat wordt afgesloten met een liefst 244 maten lang ‘Amen’, dat in steeds wisselende kleuren en dynamieken het luisterend oor doet verbazen. Net als het ‘Amen’ van het Credo’ (209 maten).

Dirigent Battistoni pookte de expressie lekker op in het fantastisch virtuoos zingende operakoor. Magisch mooi zong het koor het onbegeleide ‘Sanctus’. Intendant Sophie de Lint zou er goed aan doen om dit kroonjuweel vaker in koorconcerten te laten schitteren.

De opname vond plaats op het podium van Nationale Opera & Ballet in een coronaruime opstelling van het orkest en het koor. (© Melle Meivogel)

Ook het NedPhO, het ‘huisorkest’ van DNO, reageerde gretig op de stimulerende gebaren van de dirigent. Mooie beeldopnames van diens gezichtsexpressies toonden de intensiteit en de nuancering die hij nastreefde in het notenbeeld. Het ‘Domine Deus’, als vierde onderdeel van het ‘Gloria’, kreeg in de orkestrale uitwerking een operawaardige klank, bij een lekker Italiaans jubelende zanglijn in de tenorsolo. Jammer genoeg dekte het orkest in de geluidsopname de op zich mooie en soepele stem van de Zuid-Afrikaanse tenor Levy Sekgapane nogal af.

Sekgapane behoort tot een kwartet van jonge zangers die bij DNO al hun kwaliteiten etaleerden. In de baspartij leek ook de Nederlander Frederik Bergman met zijn tamelijk lichte stem niet krachtig genoeg in het samenspel met het orkest, zoals in zijn solo ‘Quoniam tu solus sanctus’. Overigens ook hier een overtuigende omzetting in de begeleiding naar een orkest qua kleur en dramatische kracht.

Preludio religioso

De meeste indruk maakten sopraan Ying Fang en alt Katia Ledoux, die royaal over het orkest heen kwamen. Fang zong een paar maanden geleden in de ook gestreamde en ingekorte Nozze di Figaro een heerlijke en fris getinte Susanna. Zij presenteerde zich in de mis onder meer met glans in het solomotet ‘O salutaris hostia’. Rossini componeerde deze sacramentshymne in 1865 als los stuk en voegde het voor de orkestversie van zijn mis in na het ‘Sanctus’. Opvallend in de mis is een instrumentale solo, oorspronkelijk voor harmonium, die aan het ‘Sanctus’ voorafgaat. Rossini herschreef dit als ‘Preludio religioso’ aangeduide stuk voor kerkorgel. In de uitvoering gerealiseerd op een redelijk goed klinkende elektronische imitatie.

De Chinese sopraan Fang straalde ook in het duet ‘Qui tollis’ met de evenwaardig expressieve altstem van de Française Katia Ledoux. Rossini zette de oorspronkelijke pianobegeleiding bij het duet om naar de harp. Het geeft aan dit deel uit het ‘Gloria’ een elegante sfeer, die wonderlijk genoeg goed samengaat met de intieme, met veel piano en pianissimo aangeduide, duetlijnen, die smeken om ontferming voor de zonden van de wereld. Ledoux mocht solistisch in het ‘Agnus Dei’ nog een keer die zonden bezingen, wat zij gloedvol deed, samen met het koor.

Lieve Heer

Battistoni sloot met volle inzet van het orkest in het ‘Dona nobis pacem’ de zwanenzang van Gioacchino Antonio Rossini af. De uitvoering van zijn georkestreerde mis maakte hij net niet meer mee. Hij stierf in 1868. In een bijschrift in de partituur van 1864 noteerde hij: ‘Lieve Heer, klaar is-ie, deze arme kleine mis. Ik werd geboren voor de opera buffa, dat weet u. Weinig kennis van zaken, een beetje hart. Wees gezegend en laat mij toe tot het Paradijs.’

De streaming van deze topuitvoering blijft tot en met 21 februari gratis beschikbaar op de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 4 van 2021

Volgend artikel

The Mad King: bonte show rond gekke koning

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman