Recensies

Pärts Passio bloeit weergaloos op uit de stilte

‘Elke dramatisering is een soort revolutie en revoluties tonen zwakte.’ Getuige deze uitspraak was Arvo Pärt niet in de wieg gelegd voor opera. Maar met een ontroerend volmaakte Johannes-passie bewezen Cappella Amsterdam en Daniel Reuss in de NTR ZaterdagMatinee hoeveel zeggingskracht Pärt gaf aan het grootste drama ooit. Een hoofdrol speelde het Maarschalkerweerdorgel.

Cappella Amsterdam, Vox Clamantis en solisten in repetitie voor de Johannes-passie van Pärt. (© Diederik Rooker)

Corona verhinderde op 27 maart Rameau’s opéra-ballet Les Fêtes d’Hébé, een ZaterdagMatinee die toch weinig feestelijk zou zijn geworden. Dansers en decors werden niet verwacht, maar de lege zaal had de Franse frivoliteit erg navrant doen afsteken. Arvo Pärts Johannes-passie gedijt juist in verstilling en bleek een gouden noodgreep van artistiek leider Kees Vlaardingerbroek. Na Keisers Brockes Passion bood de Matinee in een stemmig belicht Concertgebouw wederom een unieke bijdrage aan deze passietijd op afstand.

Pärts tot nu toe enige passiezetting bracht in 1982 zijn tintinnabuli-stijl tot een vroeg hoogtepunt. De keuze voor het Johannes-evangelie wordt binnen drie minuten helder: ‘Jezus die alles wist wat hem zou overkomen.’ Anders dan de lijdende figuur in de drie oudere evangeliën is Jezus zich hier volledig bewust van het goddelijke plan. Pärt weerspiegelt dit door de noten te ontvouwen via vooropgezette en consequent doorgevoerde principes, zoals inversies en toonrelaties die een kruisvorm suggereren.

Het eerste deel omvat slechts de complete titel (in het Latijn, zoals het gehele werk) Passio Domini Nostri Jesu Christi secundum Joannem. De rijke maar beheerste klank van het 28-koppige Cappella Amsterdam kreeg vleugels door het Maarschalkerweerdorgel. In de meeste concertuitvoeringen zal een kistorgel het minimale instrumentarium aanvullen, maar hoewel zelf onzichtbaar, was er deze middag een sleutelrol voor de jonge Laurens de Man op zijn even machtige als flexibele instrument.

Muisstil

De evangelietekst beslaat ruim een uur, hoofdzakelijk vertolkt door een zangkwartet als Evangelist, aangevuld met één viool, één hobo, één cello en één fagot. De leden van het Estse Vox Clamantis zijn intiem vertrouwd met zowel landgenoot Pärt als elkaars stemmen. Drieklanken domineren in tintinnabuli, maar niet ten bate van louter welluidendheid. Juist subtiele dissonanties in een beperkte brandbreedte geven profiel aan Pärts eenvoud, een kunst die het ensemble prachtig demonstreerde.

Hoe wrang ook, de afwezigheid van achtergrondgedruis bleek een zegen voor de schaarse gelukkigen in de zaal. De pauzes, soms ingevuld door instrumenten of woordloze stemmen en soms waarachtig muisstil, hadden grote impact.

Pärt laat de Evangelist-partij viermaal aanzwellen van één naar acht stemmen, en dan in een bepaalde ordening weer terug. Zonder anderen tekort te doen: hoe sopraan Jaanika Kuusik loepzuiver die plots enorm ogende ruimte vulde, is een belevenis die ik eenieder gun.

Trillende vinger

Puur drama was de opstelling van beide protagonisten op de trappen aan weerszijden van het hen begeleidende orgel. De jonge Zweedse bas Henning von Schulman (Jesus) schuwde vibrato niet in de kalme autoriteit van zijn lange noten. De vrees die de ervaren Werner Güra (Pilatus) in zijn volbloed tenor legde, kwam ook tot uitdrukking in zijn disharmonie met het orgel. Laurens de Man benutte alle registers, van onaards gedreun tot ijle fluittonen, om elke dialoog een eigen dimensie te geven.

In deze uitgebeende muziek telt het kleinste gebaar, letterlijk wanneer de directie van Daniel Reuss zich beperkte tot een trillende vinger. Cappella Amsterdam zong de tussenkomsten van Petrus en de menigten inderdaad vrijwel a capella, maar sneed met het orgel door merg en been in ‘kruisigt hem!’ Meest roerde mij echter hoe alt Kadri Hunt op het langste woord ‘crucifigeretur’ met hoorbaar maar treffend ongemak haar tonale centrum ontsteeg, even smartelijk begeleid door Lisa Jacobs op viool.

Nadat Jesus’ stem haast met het orgel versmolt, verhaalde het Evangelisten-kwartet op één toon zijn heengaan. De ‘Conclusio’, een gebed in gloeiend D-groot, met een verpletterend fortissimo ‘Amen’, draagt de kiem van Pasen in zich. De voelbare ontlading, zelfs in miniem gezelschap, geeft aan dat deze karige compositie geen lijdensweg is, maar wel een offer vraagt van het uithoudingsvermogen.

Ooit mocht ik Pärts Sarah was 90 years old bespreken, een statisch werk dat de luisteraar even vurig doet verlangen naar ontwikkeling als Sarah naar haar beloofde zwangerschap. Ontberende grootse gebaren ten spijt maakt de wijze waarop Pärt zijn publiek emotioneel betrekt hem tot eersterangs dramaticus. Het versleten adagium ‘less is more’ was nooit gepaster dan op deze bijzondere middag, godzijdank voor de gedwongen thuisblijvers en belangstellenden wereldwijd op video vastgelegd.

De uitvoering van Pärts Johannes-passie is terug te luisteren via de website van de NTR ZaterdagMatinee.

Vorig artikel

Opera in de media: week 13 van 2021

Volgend artikel

Kamerorkest streamt Johannes-Passion

De auteur

Martin Toet

Martin Toet