Recensies

Viotti showt NedPhO met krachtdadig concertspel

De royale publiciteitscampagne van het Nederlands Phiharmonisch Orkest en De Nationale Opera rond het aantreden van Lorenzo Viotti als hun nieuwe chef, miste zijn uitwerking niet. Het eerste symfonische concert onder zijn leiding in het Amsterdamse Concertgebouw trok zaterdag een flink nieuw publiek, dat na elk onderdeel spontaan applaudisseerde.

Lorenzo Viotti streefde naar een gespierde klank. (© Melle Meivogel)

Lorenzo Viotti gaf meteen vorm aan zijn wens om het publiek aan zich te binden door het programma met een luchtige toespraak in te leiden. Hij gaf aan dat hij zijn nieuw verworven Nederlands Philharmonisch Orkest wilde tonen in al zijn onderdelen.

Het programma was daarop afgestemd, met werken waarin veel solopartijen te beluisteren waren. Als eerste mocht de solocellist de tere inzet doen van de prelude die de ouverture tot de opera Guillaume Tell inleidt. Dit vierdelige stuk zit vol effecten, die Viotti benutte om alle kleuren in het orkestspel te laten horen. Krachtdadig klonk het tweede deel, de storm, die gehoord de decibellen vooral een orkaan was. Het effect van de beroemde ‘Mars van de Zwitserse soldaten’ werd dusdanig aangezet dat het meer rennen dan marcheren was wat betreft het tempo.

Ook in de twee volgende composities streefde Viotti naar een gespierde klank, zoals in het allegro van de overwegend lyrische zesde symfonie van Franz Schubert. Mooie solistische bijdragen vanuit het kwartet van houtblazers waren een lust voor het oor, met een glansrol voor de solofluitist.

Het weinig uitgevoerde symfonische gedicht Aus Italien, dat Richard Strauss op 21-jarige leeftijd in romantische stijl componeerde, sloot dit, voor nieuw publiek, makkelijk verteerbare concert. Viotti ging helemaal los in het met grote gebaren van armen en handen gedirigeerde tweede deel, ‘De ruines van Rome’. De klankbrokstukken vlogen je om de oren. De akoestiek van het Amsterdams Concertgebouw kon de volumes niet aan. Na het slotstuk ‘Napels Volksleven’, met de populaire deun ‘Funiculi funiculà’, barstte als reactie stormachtig applaus los.

Dat opera in Viotti’s ziel zit, bewees de toegift: het intermezzo uit het derde deel van Puccini’s Manon Lescaut. Daarin kwam het orkest op adem met fraai, stromend spel. Conclusie van dit debuut: Viotti zal nog veel moeten leren wat betreft balans in de Concertgebouw-akoestiek. ‘Ach, hij is pas 31 jaar’, sprak een bezoeker na afloop vergoelijkend.

Vorig artikel

In de zalen: Upload, Dido en La bohème

Volgend artikel

Crazy Days: Figaro in de coronacrisis

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman