Recensies

De Munt laat zeedrama herleven

Het zit de intendant van de Munt niet mee. Peter de Caluwe wilde vorig jaar de vergeten Vlaamse opera De Kinderen der Zee van Lodewijk Mortelmans laten herleven, maar de coronaperikelen verhinderden dat. Afgelopen weekeinde vond dan toch de historische herneming plaats, maar zonder de koren. Diverse besmettingen in het vocale ensemble zetten een streep door die passages.

Campagnebeeld van De Kinderen der Zee. (© Simon Van Rompay)

De naam Lodewijk Mortelmans (1868-1952) zal zelfs heel veel Vlaamse Belgen niets meer zeggen. Hij was rond 1900 één van de kopstukken in het culturele leven van Antwerpen en het Vlaamse ommeland. Hij combineerde zijn drukke praktijk van dirigeren en componeren met het organiseren van het openbare muziekleven. Hij richtte een orkest op en haalde beroemde collega’s als Gustav Mahler en Richard Strauss naar de Scheldestad, in de trant zoals Willem Mengelberg dat deed in Amsterdam.

Mortelmans behoorde tot de oprichters van de eerste Nederlandstalige opera in Antwerpen en van het eerste conservatorium in Vlaanderen, waar hij lesgaf en later directeur van werd. Als componist liet hij een flinke werklijst na met heel veel liederen (de meeste op teksten van Guido Gezelle), symfonische gedichten, orkestwerken met en zonder vocale partij en één opera: De Kinderen der Zee.

Schoonheid der golven

Mortelmans begon rond 1905 aan De Kinderen der Zee toen hij een libretto van de schrijver Rafaël Verhulst in handen kreeg. Het verhaal draait om een vissersfamilie. Op de mannelijke leden rust een vloek, namelijk dat degene die trouwt en wiens vrouw het eerste kind verwacht, dat niet levend zal omarmen.

In drie kloeke bedrijven ontspint zich het verhaal van de jonge visser Ivo, die op het punt staat te huwen met zijn lief Stella. Ivo is verknocht aan het leven op zee. Na een sfeervolle, kleurrijke ouverture bezingt hij de schoonheid van de golven in lyrisch-poëtische termen: ‘Wat er ruist is kalmte en vree.’

Repetitiebeeld van De Kinderen der Zee. (© Hugo Segers)

Stella daarentegen hoort het geweld van het woeste water waarin al zo veel mannen zijn omgekomen. In de onderliggende stroom van de volbloed laatromantische orkestmuziek worden die gevoelens onderbouwd. Mortelmans schreef symfonische partijen die in doorgaande lijnen de emoties uitwerken voor een orkest dat met vier hoorns, drie trompetten, drie trombones en tuba stevige accenten weet te zetten.

Het orkest van de Munt onder leiding van chef-dirigent Alain Altinoglu bracht de hartstochten van dit zeedrama krachtig over in de nogal stugge akoestiek van de concertzaal in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, vooral bekend door de wedstrijdconcerten van het jaarlijkse Koningin Elisabethwedstrijd.

Krachtige tenor

De liefde die Ivo koestert voor Stella en het vertrouwen dat de vloek hem niet zal treffen doen haar twijfelen. Op dat moment waarschuwt een oude visser (de ruig-royaal zingende bariton Werner Van Mechelen) dat de voorspelling wel degelijk zal uitkomen als Ivo zijn werk op zee niet stopt. Hij moet een baan op het land zoeken, desnoods als schaapherder.

In de zanglijnen wist Mortelmans de tegenstrijdige gedachten bij Ivo geloofwaardig in te kleuren. In de fantastische, krachtige tenor van Yves Saelens werd de intense dramatiek van zijn rol optimaal tot leven gebracht. Ook voor de heftige partij van Stella, met onder meer het prachtige smeeklied ‘O ster der zee’, was een puike stem gecontracteerd, sopraan Tineke Van Ingelgem.

In het tweede bedrijf hadden vrolijke scènes met koorzang vanwege het gildefeest voor contrast moeten zorgen. Bij Ivo heersen namelijk zwarte gedachten. Hij voelt zich verslagen door het bericht dat zijn broer (wiens vrouw een zoon heeft gekregen) is verdronken. Mede door een indringende smeekbede van zijn moeder (met passie gezongen door Christianne Stotijn) geeft hij toe. Hij zal als vuurtorenwachter zijn hartstocht voor de zee kunnen waarmaken. Dit bedrijf is nogal pathetisch van inhoud, onder meer door de plotselinge liefdesverklaring van de vrijgezelle vuurtorenwachter Bolten (pittig zingende tenor Kris Belligh) voor Stella.

In het ook larmoyante derde bedrijf neemt het drama een onverwachte wending als vanwege een hevige storm de vissersvloot (met Bolten aan boord) in moeilijkheden komt. Omdat er onvoldoende bemanning is voor de reddingsboot, springt Stella als vierde roeier in. Ivo verlaat zijn post op de vuurtoren om Stella te vervangen, maar de vloek voltrekt zich: hij verdrinkt tijdens zijn actie.

Revanche

Mortelmans had zijn compositie vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog klaar. De bezetting van België door Duitsland verhinderde de première. Die ging pas in maart 1920 door. De uitvoering – met gematigde reacties – zinde de componist niet en hij verbood hernemingen.

Peter de Caluwe heeft hem een waardige concertante revanche gegeven van een werkstuk met wagneriaanse dimensies (hier en daar schampt de zeemuziek langs Der fliegende Holländer en Tristan und Isolde) dat echter nogal statisch is van karakter en in het Nederlands van toen erg gedateerd overkomt. Opvallend eigentijds voelde de simultane Franse boventiteling aan. Maar de muzikale inhoud is zonder meer indrukwekkend.

Er is nog een uitvoering op 20 oktober, die rechtstreeks op de klassieke zender van VRT-radio Klara uitgezonden wordt. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

Met brengt eerste opera zwarte componist

Volgend artikel

In de zalen: Lied in Zeist, familieopera, Orpheus

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman