FeaturedLiedrecensieRecensies

Levensreis met fris talent en topsopranen

Elders tijdens de zomertour van het Nationaal Jeugdorkest wijkt het program iets af, maar Don Juan van Strauss, diens Vier letzte Lieder en Mahlers Symfonie nr. 4 vormden dinsdag in Amsterdam in de Vriendenloterij Zomerconcerten in het Concertgebouw, een slimme combi. Van volle levensroes via een weemoedige levensavond naar serene hemelvreugde, het is een prachtreis. Richard Strauss en Gustav Mahler vormen geen naturelle concertpartners maar respecteerden elkaar destijds zeer. Wel twijfelde Strauss aan de toekomstbestendigheid van Mahlers muziek, terwijl die zijn hoogtij pas verwachtte ná Strauss’ tijd. Gelukkig zaten beiden er totaal naast…

Gustav Mahler en Richard Strauss

Ook beide prominente Nederlandse vocalisten in het Concertgebouw gunden elkaar vast het licht in de ogen. Laetitia Gerards en Annemarie Kremer zitten immers in andere carrièrefasen en beschikken over anders geaarde sopraanstemmen. Grappig dat Bernsteins Maria in beider cv’s opduikt, een rol die Gerards in juni nog fris leven inblies. Kremer zong toen in Barcelona de niet per se oudere maar zeker minder onschuldige Marie in Wozzeck, een rol geknipt voor haar grote dramatische charisma.

Eerst stortten de jonge talenten van het NJO zich op Don Juan, een vroeg succes van Strauss. Onder meer de overgave waarmee de contrabassisten hun snaren plukten, toonde de speelvreugde in dit symfonisch gedicht over oplaaiende, maar nooit duurzame passie. Helder en energiek leidde dirigent Alexander Shelley de spannende uitvoering, hoewel enige ruimte bleef voor nog accurater samenspel en iets meer polijsting. Maar de vijf hoornisten klonken in hun markante fanfare als één man, en haar puntgave liefdessolo bracht de hoboïste terecht de eerste persoonlijke bijval.

Dirigent Alexander Shelley. Foto:© Rémi Thériault

In 1948 was Strauss’ innerlijk vuur geblust, maar zijn compositiekunst rijker dan ooit. Ook in de Vier letzte Lieder, die de componist niet als cyclus bedoelde en zelf nimmer hoorde, deed het Nationaal Jeugdorkest recht aan diens geweldige orkestratie. Misschien zou meer ervaring in klankdosering een nog transparanter resultaat opleveren, maar ik genoot ook nu volop van details als de fonkelende zilvertoetsen bij fluiten en strijkers in September, die in sommige uitvoeringen het onderspit delven.

De solist in deze wonderschone muziek kan uit meer dramatische hoek komen, zoals oer-vertolkster Kirsten Flagstad, of uit het lyrischer vak, vermits het stemvolume afdoende is. Met glansrollen als Salome, Isolde en Norma zit Annemarie Kremer in het eerste vakje en in de opening Frühling zeilde ze schijnbaar moeiteloos over de orkestgolven. In de allereerste frase imponeerde ze met haar koele laagte, om haar timbre direct met stralend zonlicht te mengen. ‘Du kennst mich wieder’ raakte me door de milde toon, maar in enkele climaxen verlangde ik naar iets meer lenteachtige lieflijkheid.

Annemarie Kremer. (© Isabel Abel)

In de overige liederen, allen in het teken van rust en afscheid, was het een puur genot om Kremer haar theatrale geluid te horen buigen tot geconcentreerde verstilling. Dankzij een royale Strauss-ervaring weet ze precies hoe diens zangbogen te rekken zonder de ademsteun te verliezen, en een tekstfoutje in September deed daar niets aan af. In Beim Schlafengehen volgde ze de zonder klef sentiment gespeelde vioolsolo met een haast geïmproviseerd klinkende zweefvlucht van ‘die Seele’. Het met intens verlangen gezongen slotwoord ‘leben’ toonde dat het eind hier nog niet in zicht is.

Im Abendrot schreef de 84-jarige Strauss als eerste en voelt voor ons wel degelijk als persoonlijk afscheidsopus. Knap verving Kremer hier haar grootse zeggingskracht in Beim Schlafengehen, dat in mijn oren verwant is aan Mahlers Um Mitternacht, door tedere verrukking. Het betreft immers een dialoog tussen geliefden, niet ‘met de kosmos’. Met breekbare maar niet droeve toon voerde ze de cyclus naar de indringende vraag ‘Ist das etwa der Tod?’ Prachtig stierf haar stem weg maar met de goed hoorbare slotmedeklinker bewees ze de tekstinhoud niet op te offeren aan pure schoonheid.

Na de pauze leek de kopersectie haast ontruimd. Mahlers lichtvoetig georkestreerde Vierde geldt nu als zijn ‘instap-symfonie’ maar wellicht door de soms ruwe randjes van het zelfbewust spelende NJO, en Shelley’s fikse tempovariaties, kwam de ooit als schokkend ervaren moderniteit sterk naar voren. Haar fraaie Strauss-solo’s vervolgde de concertmeester nu met een karaktervolle dodendans in het tweede deel, knap en rap haar normale instrument wisselend voor een hoger gestemde viool.

Leden van het Nationaal Jeugdorkest. Foto©Veerle Bastiaansen

Net als bij de Vier letzte Lieder ontstond het vocale slotdeel, Das himmlische Leben, het eerst. Deze toonzetting uit de bundel volkspoëzie Des Knaben Wunderhorn zou oorspronkelijk deel uitmaken van de Derde symfonie. Uiteindelijk bouwde Mahler zijn hele Vierde toe naar deze blik op de hemel door kinderogen. ‘Zonder parodie’ is Mahlers haast onmogelijke opdracht aan de sopraansolist. Met haar zeer volwassen lyrische geluid benadrukte Laetitia Gerards vooral de speelsheid in de noten, wat gepaard aan de vlotte tempi soms de articulatie en ademsteun ietwat in het geding bracht.

Laetitia Gerards. (© Romy Treebusch)
Laetitia Gerards. (© Romy Treebusch)

In de roos was echter Gerards’ gretige scherpte in de tweede strofe, over dieren die geslacht worden. Welk kind wil nu niet lekker griezelen? In de vredige slotstrofe was haar stemgloed onweerstaanbaar maar ze behield het kinderlijke karakter en hield zich verre van een zalvende toon. Hoe jong ook nog, ovaties zijn niks nieuws voor Gerards. Sympathiek stond ze extra lang bovenaan de trap zodat de talentvolle orkestmusici alle tijd hadden het applaus over zich heen te laten spoelen.

Verder luisteren, kijken en lezen

Dirigent Alexander Shelley praat over het werken met de jonge musici van het NJO.

Annemarie Kremer praat over Marie in Wozzeck en over haar carrière.

Laetitia Gerards sprak eerder dit jaar met Jordi Kooiman over haar rol in Bruid te koop! bij de Nederlandse Reisopera.

Vorig artikel

Fraaie Dvd La Wally Theater an der Wien

Volgend artikel

Verlossing en verlichting in Cenakelkerk

De auteur

Martin Toet

Martin Toet