FeaturedHeadlineRecensies

Artistiek avontuur versus degelijkheid in Johannes Passion

Het Amsterdams Concertgebouw, hotspot voor passie-uitvoeringen, bood twee maal uitvoeringen van Bachs Johannes Passion aan.  Op zaterdag 12 april een door de combinatie van Cappella Amsterdam  met het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Daniel Reuss, en op maandag 14 april een vertolking door koor en orkest van het Franse ensemble Pygmalion, geleid door Raphaël Pichon. De verschillen tussen de opvattingen van Reuss en van Pichon hadden niet groter kunnen zijn. In beide gevallen was sprake van doordachte en gedreven uitvoeringen, die van Reuss binnen de degelijke grenzen van hedendaagse passie-uitwerkingen en die van Pichon als een aanpak vol artistiek avontuur.

Links Pygmalyon olv. Raphäel Pichon, rechts leden van Cappella Amsterdam. Originele foto’s © Eduardus Lee

Vanaf het balkon

Eerst de spotlight gericht op de Johannes van Pichon. Een in lang zwart geklede vrouw schreed, toen de zaallichten gedoofd waren, langs de stoel waar ik zat in het Concertgebouw naar de rand van het middenbalkon. Even flitste door mij heen: chique laat-komer. Maar de vrouw begon te zingen, solo: ’ O Traurigkeit, o Herzeleid’. Zij zong met toegewijde expressie het hele eerste vers van dit losse koraal, BWV 404. Het tweede couplet werd overgenomen door het ensemble op het concertpodium. Een spannend en ontroerend begin van het lijdensverhaal. De sfeer van dit concert werd meteen op een hoger, geestelijk niveau getild.

Pichon zette onmiddellijk aan voor een fel gezongen openingskoor ‘Herr, unser Herrscher’. Hij dirigeerde met kracht, bijna zwiepend met zijn lange armen en wendbare lichaam. Zo gedreven ging hij de hele uitvoering te werk. Zo kennen we hem, o.a. van de Maria Vesper van Monteverdi die hij een bijzondere geladenheid meegaf, onder meer door andere composities in te vlechten.

Raphäel Pichon, met leden van Pygmalion. Foto: © Eduardus Lee

Christus zingt aria

Dit procedé paste hij ook toe in de deze Johannes. Het eerste deel sluit af zonder slotkoor, maar met een koraal ‘Petrus, der nicht denkt zurück’. Pichon liet het eerste deel afsluiten met twee onderdelen uit de cantate ‘Sehet, wir gehen hinauf gen Jerusalem’, BWV 159, oorspronkelijk geschreven voor de laatste zondag vóór de Vastentijd. Pichon koos het duet voor sopraan en alt, ‘Ich folge dir nach’ en de bas-aria ‘Es ist vollbracht’. Precies de woorden die de Christus-zanger Huw Montague Rendall zou zingen in de eindfase van de passie. Maar ook in deze aria zong hij! De Christus even uit zijn rol gestapt voor deze ‘Es ist vollbracht’ die hij in het midden van de kooropstelling met krachtige volle stem vertolkte. Als Christus zat hij rechts op een speciaal platformpje. Om een mooie afsluiting te maken voegde Pichon ook een koraal toe over het Lam, eindigend met Amen.

Ook doordat de dirigent nogal veel meditatieve rustpunten tussen koralen, evangelie-tekst en aria’s inlaste, was het concert inmiddels ruim een kwartier uitgelopen. Aangezien in het tweede deel met eenzelfde aandacht voor spanning en emotie werd uitgewerkt, kwam deze Johannes Passion uiteindelijk uit op drie uur uitvoeringstijd, inclusief een normale pauze! Doorgaans duurt deze passie zeven kwartier.

Ook aan het begin van het tweede deel had Pichon een ‘Einlage’. Het motet ‘Ecce quomodo moritur’ (Zie, een rechtvaardige mens is gestorven, maar niemand bekommert zich erom) van Jacob Handl moest de stemming na de koffie en de jus d’orange weer op de juiste passie golflengte brengen. Fraai gezongen door een deel van het koor dat buiten de zaal, als een gerucht dit motet zong. Overigens het hele koor, zo’n 24 stemmen, gezeten in een cirkel om het orkest, viel op door een mooi afgewerkte klank in  elke stemgroep, zeer spits en vol inzet reagerend op Pichons soms heftig zwaaiende armen en handen. Als toppunt noem ik het korte koor ‘Lasset uns den nicht verteilen’. Zo had ik het nog niet eerder gehoord.

Raphäel Pichon met leden van Pygmalion in het Concertgebouw. Foto:© Eduardus Lee.

Gloedvolle Pregardien

Bijzonder was de rol van Christus-zanger Huw Montague Rendall. Hij zat soms met gebogen hoofd  (zoals tijdens de ondervraging) of met zijn rug naar de zaal, terwijl de evangelist, de gloedvol gestemde tenor Julian Pregardien (zoon van de befaamde Christoph) zijn relaas deed als een echte, betrokken verteller. Was de houding van Rendall een verwijzing naar de legende van ‘Christus op de koude steen’? Verrassend was het daarom dat hij , na de door Pregardien fel gezongen passage ‘und geisselte ihn’, zelf de aria ‘Betrachte, meine Seele’ zong. Echt ontroerend.

Een meer dan voortreffelijk solistenkwartet zorgde voor intense momenten. De Chinese sopraan Ying Fang wedijverde als het ware in klankschoonheid en inlevende expressie met Jeanine De Bique die mij kort ervoor in de Matthäus van het Concertgebouworkest had geroerd. ‘Zerfliesse, mein Herze’ met een prachtig uitgevoerde omspeling door fluit en hobo da caccia, dient gememoreerd.  Lucile Richardot was de alt die de uitvoering opende vanaf eerder beschreven de balconrand. Zij ontplooide in haar aria’s ‘Von den Stricken’ en ‘Es ist vollbracht’ een stevige, emotioneel mooi gedoseerde voordracht. Intens was de tenor Laurence Kilsby in ‘Erwäge’. Ik verbaas mij er altijd over hoe moeilijk de aria’s in de Joahnnes zijn. Beschikte Bach zulke goede zangers toen hij pas een jaar werkte in Leipzig dat hij  tot deze moeilijkheidsgraad kon gaan!

Fantastische bas

Als Bach zo’n fantastische bas had als nu Andreas Wolf, dan kon hij zijn handen dichtknijpen. Niet alleen in een aria als ‘Eilt, eilt’ demonstreerde hij over een soepele en expressieve stem te beschikken. Hij blonk ook uit in de partij van Pilatus in het kruisverhoor en reacties op de woedende volksmassa. Het was kwart over elf toen het mij altijd ontroerende ‘Ach Herr, lass dein lieb’ Engelein’( Bachs verwerking van het Latijnse ‘In paradisum’) klonk waar alle zangers, inclusief Christus, in meededen. Wat een uitvoering! Om niet te vergeten juist vanwege de religieuze dimensie die Pichon aanbracht. Wat niet verhinderde dat er een enorm slotapplaus losbarstte. Het was tenslotte een concert.

Normale tijdsduur

Vol aandacht en fraai afgewerkt in de koralen en koorstukken, zo noteerde ik zaterdagavond toen in subtiele voordracht het slotkoor ‘Ruhet wolhl’ door Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerorkest werd ingezet. Spannend was de uitvoering begonnen met een bedachtzaam gezongen ‘Herr, unser Herrscher’, dat in de herhaling met een krachtiger expressie tot klinken kwam. Geen ‘einlagen’, maar gewoon een degelijke weergave in de normale tijdsduur.

Cappella Amsterdam in het Concertgebouw. Foto:© Ronald Knap

In de koralen gaf Reuss voorrang aan een gedegen voordracht. Zo kreeg het eerste couplet van het koraal ‘Wer hat dich so geschlagen’ een meer rustige weergave alsof er verbazing uit sprak, waarna het tweede couplet over ‘meine Sünden’ met meer emotie en toenemend in sterkte verliep. Het koor, twaalf vrouw en twaalf mannen, reageerde alert op de doorgaans rustige, effectieve gebaren van zijn chef-dirigent in de heftiger koorscenes waarin het volk zijn afkeer van Jezus uit en woede toont over de laksheid van Pilatus om tot een beslissing te komen. Bariton Jaka Mihelac uit Slovenië speelde die rol netjes; meer kwaliteit toonde hij onder meer ‘Eilt, eilt’, waarin de radeloosheid goed tot uitdrukking kwam.

Vrielink

In de tenorpartij trad de internationaal succesvolle Nederlander Linard Vrielink aan. In ‘Erwäge’ kwam de ontzetting over de barbaarse gevolgen van de geseling goed tot uitdrukking, omspeeld door twee violen en chitarone. Spannend was de stilte die Reuss aan hield voór dat’ Vrielink de herhaling zong. De Noorse alt Marianne Beate Kielland klonk enigszins bescheiden in de toch potente aria ‘Der Held aus Juda’. Erg goed kwam de eveneens Noorse sopraan Berit Norbakken uit de verf met haar heldere geluid en kloeke voordracht  zoals in ‘Ich folge dir gleichfalls’. Wat een wonderlijke mooi muziek schreef Bach onder de tekst.

Linard Vrielink. Foto: © Jeremy Philip Knowles

Eiswijn

Het centrale duo van evangelist en Christus stond gescheiden, de Engelse bariton Peter Harvey uiterst rechts op het podium van het Concertgebouw en de Duitse tenor Kieran Carrel links van het midden. Harvey zong zijn rol uit het hoofd (als enige), en straalde rustige zekerheid uit met zijn volle stem. Jammer dat evangelist Carrel zijn ogen niet van zijn partituur kon loslaten en met zijn bleke stemgeluid daardoor de vertelling te weinig contour meegaf.  Wonderlijk, want in zijn biografie in het programmablad werd een Britse recensent aangehaald die naar aan leiding van een liedrecital door Carrel die stem typeerde als ‘zo helder en zoet als Oostenrijkse Eiswein’. Die wijn klonk nu verschraald.

Cappella kwaliteit

Het Nederlands Kamerorkest droeg in de solistische begeleidingen en in de tutti-gedeeltes van vooral het strijkorkest, stevig bij in de uitwerking van Bachs prachtwerk. Cappella Amsterdam sloot er naadloos bij aan. Het is een grote verdienste van Daniel Reuss dat hij dit professionele ensemble tot zulke vocale hoogte heeft weten op te bouwen. Het deed in klankkwaliteit en stemkracht niet onder voor het Nederlands Kamerkoor dat op hetzelfde podium meewerkte in de Matthäus van het Concertgebouworkest.  Opvallend dat voor de Matthäus, en voor Johannes-uitvoering op één na, buitenlandse zangers werden geëngageerd. Vergelijk dat eens met vroeger jaren. En toch zijn er prachtstemmen van eigen bodem genoeg. Denk voor sopranen alleen al aan Lenneke Ruiten, Nikki Treurniet en Johannette Zomer.

Dirigent Daniel Reuss. Foto: © Eduardus Lee

De passie-uitvoering werd zaterdagavond opgenomen voor uitzending op maandagavond en is dus via NPO Klassiek, uitzending gemist, alsnog te beluisteren. Net als de Mattthäus die zondagmiddag werd uitgezonden en klaar staat voor herbeluistering.

Verder lezen, luisteren en kijken.

Franz Straatman was bij de Matthäus van het Koninklijk Concertgebouworkest en het Nederlands Kamerkoor.

Een volledige Matthäus Passion door Pygmalion en Raphäel Pichon is op Youtube te vinden.

In 2021 gaven het Nederlands Kamerorkest en Cappella Amsterdam een bijzondere versie van de Johannes Passion zonder de aria’s.

Vorig artikel

Glanzend debuut van De Bique in Matthäus

Volgend artikel

Gericht kijken in en naar I Grotteschi

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman