BuitenlandRecensiesRedactioneelWedstrijd

Bariton Geon Kim wint 43ste Belvedere

De finale 43ste editie van de Hans Gabor Belevedere Singing Competition  vond op zaterdag 22 juni plaats in Bern. Gastheer was Florian Scholz, de intendant van de Bühne Bern, het charmante operahuis in de Zwitserse hoofdstad.

De hoofdprijs ging net als vorig jaar naar een zanger uit Zuid Korea, bariton Geon Kim.

Bariton Geon Kim, winnaar van de Hans Gabor Belvedere Singing Competition Bern 2025. Foto: © Janosch Abel

Over de hele linie was de competitie van een zeer hoog niveau en dit jaar waren er verrasenderwijs maar liefst vier zeer jonge bassen, die zeer verschillend van klankkleur en stemvermogen alle vier zeer goed uit de verf kwamen. Daarnaast drie zeer verschillende sopranen, twee mezzo’s, een alt en een tenor en een bariton. Helaas was er geen Nederlandse vertegenwoordiging in de finale, maar bas Mark Kurmanbayev uit Kazahstan maakte recentelijk deel uit van de De Nationale Opera Studio.  Hij zong in de finale met grote stem de aria ‘La calunnia’ van Basilio uit Il barbiere di Siviglia en maakte daarmee een prima indruk. Countertenor -bariton Lidor Ram Mesika, die voor Israel uitkwam maar in nederlnad woont en zijn masters deed,  viel helaas na de eerste rond af.

Finale verslag

In Bern waren maar liefst 136 finalisten aangetreden en na twee ronden stonden er daarvan 13 in de finale met het Berner Symphonieorchester onder de liefdevolle en zorgvuldige leiding van dirigent Artem Lonhinov. Claude Eichenberger was de charmante presentatrice die vakkundig, bondig een aangenaam het programma van de verbindende teksten voorzag.

Presentatrice, mezzo sopraan Claude Eichenberger. Foto: ©Janosch Abel

De finale werd geopend met de ouverture van Mozarts Zauberflöte waarna dsopraan Molly Dzangare uit Zimbabwe het spits afbeet met de aria van Konstanze ‘Ach ich liebte’ uit Die Entführung aus dem Serail. Haar stem is flexibel, heeft een mooi timbre, maar in haar uitvoering ontbrak een beetje dat wat Mozart Mozart maakt; weining zogenaamde ‘seufzers’, het iets terugnemen van het volume aan het eind van een muzikale frase, niet die echt spetterende exacte coloraturen en haar Duits was respectabel, maar niet altijd even helder. De stem heeft vele mogelijkheden en haar dramatische inleving zal zeker bijdragen aan een mooie carrière, maar in deze Mozart-aria kwam ze niet goed tot haar recht. Ze won een auditie met de mogelijkheid van in plaats in opera studio van de Munt Opera in Brussel.

Als eerste van de vier bassen moest Mark Kurmanbayev aan de bak, en zoals gezegd zong hij Basilio’s aria indrukwekkend en met een prima dosis theatraliteit. Hij kreeg een warme ovatie van het publiek, maar ging uiteindelijk helaas met lege handen naar huis.

Bas Mark Kurmanbayev, de eerste finalist ooit uit Kazahkstan in het Belvedere concours. Foto: ©Parodi Carole

Alt Cecilia Lund Tomter uit Noorwegen kreeg van de jury de aria ‘Cara sposa’ uit Händels Rinaldo. Op haar repertoire stonden ook Erda uit Götterdämmrung en Dalila en de Noorse zou mogelijk iets meer van haar dramatische kanten hebben kunnen laten horen in dat repertoire. Ze zong haar aria op zich prima, wat aan de brave kant met iets te weining variatie in de kleuring, maar over de hele linie was de stem gaaf en prettig, zonder echt voor grote opwinding te zorgen. Cecila heeft al veel werk in groete operahuizen, zoals rollen in Die Walküre en Die Zauberflöte in de Koninklijke Opera van Kopenhagen.

Tessa Fackelmann is een mezzo sopraan uit Canada. Zij zong de aria ‘Una voce poco fa’ uit Il barbier di Siviglia en die aria in een operacompetitie moet echt iets heel bijzonders zijn qua uitvoering, wil je er grote indruk maken. Te vaak is het een standaard auditie- of wedstrijdaria voor mezzo’s en de uitvoering van Tessa Fackelmann was er voor een van dertien in een dozijn van goede gezongen, met wat gebruikelijke maniertjes en coqetterietjes en enkele spetterende hoge noten. Met haar coloraturen was op zich ook niet veel mis, maar voor mij sprong ze er niet bovenuit. Na afloop vertelde ze dat dit optreden voor haar de allereerste keer was dat ze met een orkest optrad, en dat de aria ook geheel nieuw voor haar was.  Dat verklaarde wel het een ander .

Tenor Ben Reisinger deed dat wel voor mij. Hij zong met een mooie stem, vol van kleuren en nuances, en met grote muzikaliteit de aria van Lensky uit Evgeni Onjegin van Tjaikovsky, ‘Kuda, Kuda’. Nooit geforceerd, mooi legato zingend en met de juiste dosis van inleving voor de aria van de romantische dichter Lensky.  Hij had nu juist door zijn haast bescheiden voordracht dat speciale, onbenoembare wat een zanger een mogelijke ster maakt. Vocaal is alles er, en het zou me niets verbazen als de nu dertig-jarige tenor in de komende jaren uitgroeit tot een veel gevraagd solist over de hele wereld. De Met in New York heeft hem in ieder geval al ontdekt en daar zal hij in december van dit jaar te horen zijn in Die Zauberflöte. Hij krijgt een kans bij Sächsische Staatsoper Dresden – Semperoper.

De tweede bas in de finale is pas 25 jaar. Hij is afkomstig uit Zuid-Afrika en Lonwabo Mose heeft een enorm groot en mooi instrument. Daarmee wist hij ook goed te zingen en te musiceren, wat voor mij net zo belangrijk is als met een indrukwekkende stem op het podium te staan. Zij interpretatie van de aria van Banco uit Macbeth van Giuseppe Verdi, ‘Come dal ciel precipita, was vanaf de eerste noot bijzonder. Het onheilspellende voorgevoel dat Banco heeft wist hij voortreffelijk weer te geven en in de aria liet hij horen dat zijn grote instrument ten dienste van vocale expressie stond. Het ontbrak nog wat aan verfijning en de pure  Verdi-stijl, maar zijn fysieke expressie trof mij en ik denk dat Lonwabo Mose met juiste begeleiding een grote toekomst voor zich heeft. Hij ontving een uitnodiging om te auditeren voor de opera studio van de Met, als hij van president Trump een visum krijgt!

Bas Lonwabo Mose uit Zuid Afrika tijdens zijn repetitie in de ochtend. foto: © Place de l’Opera

Het was daarna niet makkelijk voor de derde bas in de finale, de pas 23-jarige Ivan Lych uit Oekraine een andere grote Verdi bas rol neer te zetten. De aria van Fiesco ‘Il lacerato spirito’ uit Simone Boccanegra bracht hij echter op zeer eigen wijze, zonder zijn stem groter, donkerder of dramatischer te maken dan die van nature al is. Het is een mooi jonge basstem, die door de zanger heel egaal gevoerd wordt, met grote inleving in de tekst, maar soms nog met wat schoolse gebaren, die hij zeker in de komende jaren zal afleren. Hij heeft nu al een enorm repertoire opgebouwd in de Slovaakse theaters van Baska Bystruca en Bratislava en ik ga deze bas zeker in de gate houden; een zeer groot talent. Hij kreeg van de jury diverse engagements aanbiedingen en coaching sessie, die onderaan in het artikel genoemd worden.

Sopraan Anastasiya Taratorkina uit Duitsland kan zingen,  daar is geen twijfel over mogelijk. Een prettige stem, met goede coloraturen en zangers met een aangename toneelpersoonlijk, maar voor mij zonder die volle sprankel die ik in ‘Je veux vivre’ uit Gounods Romeo et Juliette wil horenHet leek alsof ze niet helemaal wist hoe ze zaal moest bedienen van haar stemgeluid en hield som te veel in. Mogelijk was het de keuze van deze aria en was ze mogelijk in ander repertoire opwinderder geweest, maar we moeten het nu eenmaal met de finale vertolking doen. Ongetwijfeld zal Anastasiya heerlijk zingend haar weg in operaland vinden en komt haar hoge sopraan tot grotere bloei.

Mezzo sopraan Valeriia Gornunova uit Rusland ws misschien wel 100% de tegenpool van haar Duitse collega. In de aria ‘ O don fatale’ uit Don Carlo van Verdi pakte de Russische vocaal enorm uit. Met passie in haar stem en met veel gevoel voor drama zong ze de aria. De aria ligt op dit moment op de grens van haar mogelijkheden en ze moest alle zeilen bijzetten! Jammer vind ik dat er nog steeds in Rusland en omliggende landen top stemmen geproduceerd worden die echter technisch vaak met grote druk en kelige resultaten geproduceerd worden. Valeriia had daar hier en daar ook last van en kleurde ze haar klinkers te donker en gemoffeld, maar opwindend was het wel! Ze won uiteindelijk wel, tot mijn grote verrassing, de derde prijs.

Repetitie foto van mezzo sopraan Valeriia Gornunova met leden van het Berner Symphonieorchester en dirigent Artem Lonhinov.

 

Tatev Baroyan uit Armenië heeft een loepzuivere, heldere natuurlijk kinkende sopraan die al haar kwaliteiten mee nam in haar vertolking van ‘Un bel di vedremo’ uit Madama Butterfly van Puccini. Met subtiele gebaren, een egale en goed gefocuste vrije stem, zong ze ontroerend en schijnbaar met gemak en eenvoud. Zowel het publiek als de media-jury kozen haar als winnares.

Tatev Baroyan uit Armenië ontvangt de Publieksprijs uit handen van artistiek directeur van Opera Bern, Florian Scholz. Foto: ©Janosch Abel

De vierde bas van de avond was de Amreense Gosh Sargsyan. Nog geen 28 jaar jong is deze bas, die een diep ontroerend versie van de aria van Koning Filips uit Don Carlo gaf. ‘Ella giammai ma’mamo’ zong hij niet alleen met een indrukwekkende stem, maar ook vol overgave en inleving. Hij was muzikaal en redelijk stijl-en smaakvol ,maar soms iets te veristisch en iets minder in de stijl van Verdi. waar nodig overdonderend, en ook ingetogen en melancholisch maar soms een tikje te fors aangezet in dramatiek. Hij is, als hij goed begeleid gaat worden, een wereldster in de maak lijkt me. Hij krijgt die kans nu al door mogelijk toe te treden tot het Jette Parker Young Artists Program van het Royal Opera House Covent Garden, waarvoor hij een auditie won.

De Armeense bas Gosh Sargsyan met leden van het Berner Symphonieorchester en dirigent Artem Lonhinov. Foto: © Place de l’Opera.

De derde sopraan van de avond was de 28 jarige Russiche Valentina Pravdina. Ze zong ‘Depuis le jour’ uit Louise van Charpentier, een andere competitie favoriet. Pravdina deed wat er gedaan moest worden. Alle piano hoge noten en alle lange lijnen waren er en haar vertolking in redelijk Frans was verder om door een vocal ringetje te halen en ze won er de tweede prijs mee.

De avond werd op hoog niveau afgesloten door de enige Koreaanse zanger in de finale, van de 25 Koreaanse deelnemers die aan het begin van de week begonnen waren aan de finale rondes in Bern. Maar Geon Kim deed zijn land met zoveel zangtalent eer aan. In de sterfscène van Posa uit Don Carlos  zong de 28 jarige bariton met een prachtig getimbreerde, vol lyrische stem. Met diepe inleving wist hij me echt te ontroeren. Met mooi Italiaans, prachtig legato en een stromende rijke stem, was Gein Kim een ware openbaring. Ik had beter op moeten letten, want hij zingt als enkele jaren in de Deutsche Oper Berlin in rollen als Marcello (La Boheme) en de boswachter in Het sluwe Vosje. Ik voorspel dat er veel grote rollen wereldwijd zullen volgen. Hij won zoals gezegd de eerste prijs.

De drie prijs winaars van de Hans Gabor Belvedere Singing Competition, van links naar rechts Valeriia Gorbunova (3de prijs), Geon Kim (1ste prijs) en Valentina Pravdina (2de prijs). Foto:© Janosch Abel

Alle prijzen

1ste prijs, in nagedachtenis aan Kammersängerin Teresa Stich-Randall met een geldprijs van 10.000 Euro ging naar bariton Gein Kim uit Zuid Korea.

2de prijs mogelijk gemaakt door Jan Meulendijks & Bart Schuil, met een geldprijs van 5.000 Euro voor sopraan Valentina Pravdina, uit Rusland.

3de prijs gedoneerd door de Valentin and Anni Leitgeb Foundation (Oostenrijk), mogelijk gemaakt door Dr. Walburga Litschauer, met een geld bedrag van 3.000 Euro was voor Valeriia Gorbunova uit Rusland.

De Publieksprijs, gedoneerd door Diana Paine (USA), ter waarde van 1.500 Euro Tatev Baroyan, sopraan uit Armenië

De Prijs van de Internationale media jury, gedoneerd door Diana Paine (USA)ter waarde van 1.500 Euro Tatev Baroyan, sopraan uit Armenië

Hans Gabor Prize, gedoneerd door Yasuko Mitsui (Japan), 500 Euro aan Jingyi Yu, sopraan, China (uit de eerste ronde)

en de Jane Carty Memorial Prize voor een zanger geboren na 1 januari 1999, die veel potentie heeft,cvoor Annabel Soode, sopraan, Estland (uit de halve finale).

Alle finalisten van de 43ste Hans Gabor Belvedere Singing Competition. Foto: ©Janosch Abel

 

 

Engagementen en Coaching Sessies

Royal Opera House Covent Garden: Gosh Sargsyan, bas, Armenië

Dutch National Opera Amsterdam: Ani Aghajanyan, mezzosopraan, Armenië (uit de halve finale)

The Metropolitan Opera New York, Lindemann Young Artist Development Program & Laffont Competition voor een auditie Metropolitan Opera House: Lonwabo Mose, bas, Zuid-Afrika

La Monnaie/De Munt, Brüssel: Molly Dzangare,sopraan, Zimbabwe

Wexford Festival Opera: Ivan Lyvch, bas, Oekraïne, Daria Akurlova, sopraan, Oekraïne (uit de halve finale)

Bühnen Bern: Sophie Kidwell, Mezzosopran, Verenigd Koninkrijk (uit de halve finale), Lonwabo Mose, bas, Zuid-Afrika

Sächsische Staatsoper Dresden – Semperoper: Alma Ruoqi Sun, sopraan, China (uit de eerste ronde), Ben Reisinger, tenor, Verenigde Staten van Amerika

Deutsche Oper Berlin: Ivan Lyvch, bas, Oekraïne

Deutsche Oper am Rhein, Düsseldorf: Ivan Lyvch, bas, Oekraïne

Hessisches Staatstheater Wiesbaden: Ivan Lyvch, bas, Oekraïne

Verder lezen

Belvedere 2024

 

 

Vorig artikel

Hartverscheurend Told by My Mother

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen