FeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

Museum-Manon Lescaut klein mirakel

Afgelopen vrijdag, 8 augustus, was er iets bijzonders te zien in Museum Batavialand in Lelystad, in het kader van het Festival Via Musica. Het Festival in Flevoland en de Noordoostpolder, had als thema ‘De nieuwe wereld’, waarin Puccini’s opera Manon Lescaut vanwege de verbanning van de titelheldin naar die ‘nieuwe wereld’ goed paste. Peter ’t Hart was getuige van een klein wonder.

Scènefoto Manon Lescaut in Museum Batavialand. Foto© Peter ’t Hart

Voor wie het geluk had erbij te zijn, werd in het Museum een pocketversie uitgevoerd van de iets minder bekende opera van Puccini, Manon Lescaut, onder leiding van Jeroen Sarphati. Een opera voor groot podium bedoeld, en grote stemmen vereisend, die nu gewoon in de hal van het museum te horen zijn.

De opera is, als we ons in het standpunt van Manon en Des Greux verplaatsen die in het vierde bedrijf in de woestijn zijn beland (een bedrijf dat integraal werd gespeeld trouwens), een soort fata morgana. Hebben we het goed gezien en gehoord? Dat Sarphati dit voor elkaar heeft gekregen, is een wonder.

Het organiseren van een Puccini opera

Met het idee een pocketversie van Manon Lescaut te doen, zijn er in ieder geval een Manon nodig (een sopraanrol die vaak lang in de laagte blijft) en een Chevalier des Greux (vaak hoge en krachtige tenor) en deze stemmen weten te bezetten is al een uitdaging. Het bleek nodig te zijn tenor Mariano Sanfilippo uit Italië te laten overvliegen, iets dat heel normaal is voor een groot podium, maar in financieel en organisatorisch opzicht een paradox voor de uitvoering van een pocketopera. Voor Manon was er gelukkig Anastasia Terranova, Italiaans, maar nu woonachtig in Nederland.

Scenefoto Manon Lescaut in Museum Batavialand met Jeroen Sarphati (pianist), Sven Weyens (Lescaut) en Anastasia Terranova (Manon Lescaut). Foto© Peter ’t Hart

Dan zijn er nog de massascènes en vele bijrollen, maar door daar omheen te werken, blijft er nog een vrij helder verhaal over. Manon Lescaut leent zich wat dat betreft dus wel voor een pocketversie. Maar door de vocale vereisten van de twee hoofdrollen, ligt het dus niet voor de hand.

De grootste bijrol is Lescaut, de broer van Manon, en de eennagrootste is haar rijke minnaar Geronte de Ravoir. Beide rollen (resp. bariton en bas) konden worden bezet door Sven Weyens, die ook nog de rol van sergeant in het derde bedrijf voor zijn rekening nam. Gaat men uit van deze vijf rollen, dan blijft er een opera van zo’n vijf kwartier over, nog best een kluif. Bij een grote productie is er natuurlijk genoeg repetitietijd inbegroot, maar hoe is dat hier gedaan? Met een tenor die niet veel eerder pas over kwam vliegen?? En dan de hele opera uit het hoofd leren, zelfs zo goed dat er geen dirigent meer nodig was. (Ik heb de zangers dan ook niet betrapt op vergissingen in inzetten of tekst.) Uiteraard is het altijd indrukwekkend dat een operazanger grote partijen helemaal uit het hoofd kent, maar ook hier speelt doorgaans de beschikbaarheid van tijd en budget. Om een werk te leren voor een enkele uitvoering in pocketformaat is des te bewonderenswaardig. Deze pocketopera uit de koker van Jeroen Sarphati is dus een klein mirakel.

Makkelijk te actualiseren

Sarphati, die niet alleen als pianist aan de bak moet, maar ook vertelt en in de weer gaat met decor, zegt wel enkele veranderingen te hebben doorgevoerd. In het origineel moet Manon van haar autoritaire broer tegen haar zin in het klooster in, wat het drama op gang brengt omdat ze zich aan dit leven probeert te ontworstelen. De moderne variant zou zijn dat ze gedwongen de prostitutie in moet. Voor een moment klinkt dat als vergezocht regietheater, maar inderdaad past het goed in het verhaal; het maakt de relatie met Geronte zelfs aannemelijker. Een andere verandering is dat Manon verbannen wordt náár Amerika, waar Sarphati liever van maakt: gedeporteerd úít Amerika. In plaats van in de niet-bestaande woestijn van Louisiana, zijn we in een woestijn in, waarschijnlijk, Afrika. Iets wat verder niet uitmaakt, want in dat bedrijf is er geen decor. Maar beelden we ons deze uitzetting in, dan behoudt Manon Lescaut niet alleen een logisch verhaal, het blijkt ook verrassend actueel.

Pianist, regisseur Jeroen Sarphati in Manon Lescaut. Foto: © Marion Boshuizen

Rode lijn in het hele gebeuren is de hang van Manon naar materiële rijkdom. Om die reden blijft zij niet bij Des Grieux, maar maakt zij de vergissing hem te verlaten voor de rijke Geronte. (Puccini’s versie is trouwens een aanzienlijke versimpeling van de roman van Prévost waarin Manon nog wat meer misstappen begaat, bij Puccini is het drama slim teruggebracht tot de kern.) Vervolgens komt Des Grieux haar halen, maar ze twijfelt: moet ik al deze rijkdom dan achter me laten? “Peccato! Tutti questi splendori!”, goed gespeeld door Terranova en daardoor het publiek meenemend in de spil van deze opera, publiek dat het immers verder zonder boventiteling moet doen. Ook even later zien we de tragiek in de regels: “Saria imprudenza lasciar quest’oro, o mio tesoro!”, wederom laat Terranova goed aan het publiek zien waar het om gaat. Gehecht aan weelde komt Manon ten val.

Haar twijfel komt haar namelijk direct duur te staan, het volgende moment al wordt ze gearresteerd door een aangewezen vrijwilliger uit het publiek wegens oplichting van Geronte en verbannen. (Een andere versimpeling in de versie van Puccini, in de roman wordt Manon later pas verbannen als ze geld en juwelen steelt van de zoon van Geronte.) Ook in de woestijn krijgen we nog één keer de moraal te zien: “or tutto il mio passato orribile risorge, e vivo innanzi al guardo mio si posa”. Onze versie heeft geen regisseur, maar Anastasia Terranova weet wat ze moet doen, ze laat nog een keer een juweel zien en maakt duidelijk aan het boventitelloze publiek dat Manon nu beseft dat ze het leven moet laten omdat ze zich heeft laten afleiden door oro en splendori.

Tot de kern teruggebracht blijkt Puccini’s opera dus een goed te volgen en actueel verhaal, dat is bijzonder. Enkele plotwendingen, namelijk de reden van Manons verbanning (anders dus dan in de roman) en de reden dat Des Grieux meegaat naar Amerika danwel Afrika (de sergeant gaat overstag) zijn voor het publiek niet zo duidelijk en hadden eigenlijk nog verteld moeten worden, iets dat Sarphati waarschijnlijk in zijn enthousiasme vergeet.

Verteller Jeroen Sarphati. Foto : © Marion Boshuizen

De zangers

Grote opera die tot de kern wordt teruggebracht en als een fata morgana in het museum te zien is, moet het natuurlijk vooral van de zangers hebben.

Mario Sanfilippo (lid van het koor van de Scala in Milaan) voldoet aan alle verwachtingen. Hij is een zanger die je associeert met hoge Italiaanse tenoren (denk Napolitaans, Pavarotti, etc): een helder en krachtig geluid. Regelmatig klinkt het ook wat smal, maar zo lijkt het ook bedoeld te zijn: de bombast bij Puccini en andere Italiaanse componisten wordt anders te Duits. Dat we deze lange, hoge, moeilijke partij met een klein groepje mensen in een museum kunnen zien en horen, is absurd. Zoveel, zo hoog en allemaal uit het hoofd. Het is een topprestatie.

Scènefoto Manon Lescaut in Museum Batavialand met Mariano Sanfilippo (DesGrieux) en Anastasia Terranova (Manon Lescaut). Foto© Peter ’t Hart

Anastasia Terranova is ook een heel behoorlijke Manon. Bijna logisch dat zij in vergelijking met Sanfilippo soms wat aan de zachte kant is. Dit vooral in het lage register wat voor Manon bedoeld is: als dramatische sopraan zou Terranova eigenlijk nog wat ruimte in de laagte moeten winnen. Haar middenregister is dik in orde en bijvoorbeeld bij haar laatste aria Sola, perduta, abbandonata horen we goed wat Terranova in huis heeft (hoewel ze wel wat levendig is in haar performance, Manon sterft namelijk even later van de dorst). Misschien is het repetitieproces van deze aria dan ook voor Terranova iets eerder begonnen, ze laat haar stem namelijk goed aansluiten bij zowel de laagte als de hoogte. Een hele prestatie ook, zo’n lange, moeilijke partij uit het hoofd…

Vlaming Sven Weyens had met drie rollen alsnog een minder groot aandeel. Zijn bas-bariton is prima in orde, de bariton van Lescaut soms voor hem wel wat aan de hoge kant (aria Sei splendida e lucente!). Hij vliegt het dan wat nasaal aan (iets wat in de hele cast van tijd tot tijd gebeurde), het is de vraag of dat anders kon, maar aan de andere kant is Weyens alsnog volop geslaagd te voldoen aan de vocale eisen van zijn drie rollen. Erg goed is hij in zijn spel, waardoor we door hem goed worden geholpen in het verhaal. Aan het begin is Lescaut buitengewoon naargeestig en dwingt hij Manon een weg te gaan die ze niet wil, aan het eind van het tweede bedrijf is hij conform libretto geschokt omdat hij nu Geronte kwaad weggelopen is de ondergang van Manon eerder aan ziet komen dan zijzelf. Zo geeft hij structuur aan het drama voor een publiek wat verder geen tekst verstaat.

Hopelijk was het niet verstaan een overkomelijke drempel voor de meesten. Wie weet hebben enkelen ook begrepen getuige te zijn van een klein mirakel. Er werd in ieder geval enthousiast geapplaudisseerd.

Verder lezen

Jordi Kooiman schreef in 2021 een mooi artikel over een project van Jeroen Sarphati maakt.

 

 

Vorig artikel

Pati perfect in semiscenisch familiedrama

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).