Operarecensie

Sarah Connolly: een koninklijke Dido

Ze heeft Dido al onnoemelijk vaak gezongen, maar toch vertolkte Sarah Connolly de rol gistermiddag in het Concertgebouw zonder een spoor van routine. Samen met een prima orkest en koor en een goed bezette cast om haar heen, zorgde ze voor een mooie Dido and Aeneas.

Sarah Connolly (foto: Peter Warren).

Het is februari 2011, Amsterdam, en de regerend topvertolkster van de rol van Dido, Sarah Connolly, staat in het Concertgebouw. De zaal loopt dus goed vol. En niet alleen vanwege Connolly, ook Musica Amphion, een orkest dat bestaat uit zeer ervaren barokvertolkers die in veel andere orkesten spelen, verdient een hoge opkomst.

Zet dat naast een fraaie afvaardiging van het grote Collegium Vocale Gent en nog wat goede solisten en je hebt een bezetting die de vrij hoge toegangsprijzen en de zeer volle Grote Zaal rechtvaardigen en verklaren.

Na een eerste deel met Purcell-muziek, met daarin een kleine rol voor Connolly, staat in deel twee het hoofdwerk op het programma: Dido and Aeneas.

Dirigent Pieter-Jan Belder zet gematigd in. Hij laat het orkest met ronde hoeken spelen, fluwelig in de langzame delen en razendsnel maar beheerst als het tempo dat vraagt. Geen tikkende strijkstokken en geen rammelend clavecimbel zoals je nog wel eens hoort.

Sopraan Joélle Harvey klinkt helder, jong, wat bedeesd en kleiner van stuk dan Dido. Dat maakt haar een hele geloofwaardige Belinda.

Sarah Connolly heeft een stem die, zonder druk te zetten, het Concertgebouw vult. Ze weet heel goed hoe ze de barokke versieringen in haar partij moet gebruiken. Niet om te epateren, maar om de expressie kracht bij te zetten.

Aanstellerij ligt op de loer als je concertant uitvoert, maar toch een verhaal wil vertellen op het podium. Sarah Connolly acteert haar rol echter subtiel, schakelt heel natuurlijk over naar Dido en schakelt discreet weer weg als ze niet aan de beurt is. Ze zoekt het contact met haar medespelers en is statig zonder dwingend te zijn.

De Aeneas van Christopher Maltman lijkt aanvankelijk niet zozeer te willen verleiden, als wel te imponeren. Hij zet een enorme stem op en laat de zaal even schudden. Later, in de passages waarin hij zijn wrede lot bezingt als hij Dido moet verlaten, blijkt hij ook over een wat subtielere expressie en meer smaken dan alleen ‘hard’ te beschikken.

De rollen van heksen, zeelieden en de tovenares worden vaardig gezongen door leden van Collegium Vocale. Hun acteerwerk is wat onbeholpen, maar dat stoort niet echt: het enthousiasme is duidelijk.

Sarah Connolly heeft wel eens gezegd ‘obsessed ‘ te zijn van de inhoud van de rol van Dido. Ze heeft de partij al heel vaak gezongen en toch is er geen spoortje routine in haar optreden te bespeuren. Ook niet in die aria die iedereen kent. Connolly bezingt koninklijk haar tragische lot, zonder op het sentiment te spelen, als een organisch onderdeel van het verhaal.

Ze laat na afloop alle solisten en koor en orkest genereus delen in het applaus. Ook daarin is ze koninklijk.

Vorig artikel

Matinee viert nieuwe triomf met Faust

Volgend artikel

Met brengt Nixon in China op het witte doek

De auteur

Francois

Francois

1 Reactie

  1. Willem
    27 juni 2012 at 19:49

    Sarah Connolly, een geweldige dame, actrice en zangeres. Dat ze nog vele malen in het Concertgebouw mag komen zingen!