Operarecensie

Historisch schip herleeft in Musis Arnhem

In 1939 probeerden 937 Joodse vluchtelingen Cuba te bereiken met het passagiersschip St. Louis. Ze werden geweigerd. Vandaag de dag probeert een eindeloze stroom bootvluchtelingen Europa te bereiken. Een overdenking waard, vindt Stichting Touchstones. Hun nieuwe opera St Louis Blues zet inderdaad aan tot nadenken, maar distantieert ook door keuzes in het libretto en de uitvoering.

Scène uit St Louis Blues. (© Paul Snelders)

Wie deze week naar Musis Sacrum in Arnhem gaat, waant zich in het historische schip St. Louis. De zaal is zo omgevormd dat de schipillusie grotendeels overtuigt: mensen staan op de reling, we kijken door de patrijspoorten, een rij passagiers klimt aan boord… Zeker voor wie de zaal kent, is het zeer verrassend. De tribune is nu het toneel, op het toneel staat een tribune.

De opera wil het aangrijpende verhaal van een grote groep Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland vertellen. Er komen daarom veel mensen aan het woord. Het resultaat is echter een fragmentarisch verhaal, dat eerder distantieert dan intrigeert, en dat is jammer.

Het verhaal kent wel mooie momenten. Eén van de oudere passagiers komt onderweg te overlijden en krijgt een zeemansgraf. Indrukwekkend en mooi geregisseerd. Deze passage en vele anderen zijn gebaseerd op dagboekfragmenten, die geïntegreerd zijn in het libretto. Een sterke zet. En slim dat de fragmenten ook geprojecteerd worden tijdens het zingen.

Niettemin blijf ik haken bij het feit dat er steeds nieuwe personages opduiken, niet zelden clichématig van aard, en dat het verhaal geen ruimte laat om met één van hen de diepte in te gaan. Verwarrend is ook dat dezelfde zangers allerlei verschillende personages spelen. We verliezen het overzicht: wie is wie? Achter de schermen moet dat trouwens een hele verkleedpartij zijn, waarvoor chapeau.

Scène uit St Louis Blues. (© Paul Snelders)

Tegenover het fragmentarische verhaal staat de compositie. Chiel Meijering haalt er wel uit wat erin zit en tilt daarmee de opera enigszins boven het libretto uit. Zijn compositie is rusteloos; de muziek verschiet vaak van kleur of stijl. Echt interessant wordt het als er sprake is van een soort ‘dansen op de vulkaan’. Zo klinkt er vlak voor de aankomst in Cuba een hysterisch gemaskerd bal, dat ook goed geregisseerd wordt: iemand gaat verkleed als pad, een man met paardenmasker danst rond de mast en de meest onderdrukte Joodse vluchteling, degene die een Jodenster blijft dragen, loopt rond als ibis. Absurd!

De scène prikkelt je denken over de rollen van daders en slachtoffers. Dat schurende zit niet in het libretto, maar komt tevoorschijn in de tegendraadse compositie van Meijering, met de regie van Jeroen Kriek. Die regie blijft soms overigens iets te eenvoudig.

Meijering verbeeldt Cuba als een land van chaos en zinloos gefeest. Als de passagiers vervolgens niets anders kunnen dan afwachten, doet de lome muziek denken aan de golven die het stilstaande schip bewegen. Even later klinkt er lekker tegendraads weer een stresserig “I hate to see” in het orkest, overgenomen uit ‘St. Louis Blues’ van W.C. Handy.

orkest de ereprijs beheerst al de verschillende stijlen en bokkensprongen in de muziek goed. Het uitgebreide harmonieorkest, dat geleid wordt door Wim Boerman, is moderne muziek gewend en dat kun je merken. Wel had er nog beter gekeken kunnen worden naar de stijl van iedere passage op zich. De gedachten van Meijering schieten vaak een andere kant uit. Dit had men nog beter kunnen ondervangen; er wordt soms te precies en te net gespeeld.

Wat ook niet helpt, is de versterking; voor mij een tweede reden waarom de voorstelling distantieert. De klanken lopen al snel door elkaar heen. De versterking dwingt de compositie in een soort eenheidsworst van geluid. Dat is jammer. Het komt de dictie van de zangers ook niet ten goede, met name bij de Duitstalige castleden. Meijering heeft regelmatig een Nederlandse zin wat ongelukkig op muziek staan; in een onversterkte uitvoering zou men beter kunnen nuanceren en hoeft het niet te storen, maar zo versterkt wordt de imperfectie ons ingewreven.

Sommige passages, zoals een rap over geld en stukken met veel koper, hadden dan weer niet onversterkt gekund. Een rap kun je niet resoneren. Zou Meijering een idee hebben over wat versterkt moet worden en wat niet? En was er ruimte om hiermee te experimenteren? Het had de compositie veel beter beluisterbaar gemaakt.

Van de zangers steekt bariton Wiebe-Pier Cnossen er bovenuit. Hij speelt de kapitein van het schip. Zijn rol had in zijn geheel niet versterkt hoeven worden en was dan echt mooi geweest. Had het personage van de kapitein – die goed bedoelt en belooft, maar machteloos blijkt – niet aanzet kunnen geven tot een beter verhaal?

St Louis Blues is tot en met 15 september te zien in Musis Arnhem. Zie voor meer informatie de website van orkest de ereprijs.

Vorig artikel

Channa Malkin maakt persoonlijke debuut-cd

Volgend artikel

Munt start seizoen met lugubere gothic opera

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).