BuitenlandFeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

La Traviata in Oldenburg beklijft

Monique ten Boske ging naar het Duitse Oldenburg op ongeveer 130 kilometer van Groningen. Het Oldenburgisches Staatstheater biedt operaliefhebbers een aantrekkelijk programma in een intieme zaal, waar je voor veertig euro een eersterangs plek hebt op het balkon. De akoestiek is uitstekend, het huis beschikt over een eigen koor en orkest, en de voorstellingen zijn vaak uitverkocht.

Oldenburgisches Staatstheater. Foto: © © Stephan Walzl

Het repertoire reikt van traditioneel tot hedendaags. Enkele jaren geleden bezocht ik er de musical Chess van de mannen van ABBA, een ‘guilty pleasure’ en nu keerde ik terug voor La Traviata. Samen met mijn Groningse vriend en operakenner Marcel Heikoop, die als trouwe bezoeker door het theaterpersoneel persoonlijk werd begroet, nam ik plaats in de zaal. Sinds het seizoen 2024/25 staat Georg Heckel er aan het roer als algemeen directeur, een nieuw begin na het vertrek van Christian Firmbach die naar Karlsruhe ging. Reden genoeg om het programma weer extra in de gaten te houden.

Verdi’s La Traviata wordt in Oldenburg gepresenteerd in een nieuw productie die volgens de aankondiging ‘onverbloemd de tragiek van Violetta Valéry bloot zal leggen.’ Dat van die bloemen bedoelen ze kennelijk figuurlijk, want de tweede akte toont een enorm veld zonnebloemen. Dat van het ‘bloot leggen’ bleek helaas heel letterlijk, want er is in deze Traviata erg veel expliciet bloot, zelfs in een triootje.

La traviata in Oldenburg met Laura Pisani als Violetta en Jason Kim* als Alfredo. Foto: © Stephan Walzl

Alphonsine Plessis

Het werd een première voor maar liefst drie gastzangers in de nieuwe productie van La Traviata door Jan Eßinger. De regisseur grijpt in deze voorstelling terug op de historische figuur Alphonsine Plessis. Het was immers deze vrouw waar Alexandre Dumas zijn roman La Dame aux camélias aan wijdde, het boek dat destijds de basis vormde voor een toneelbewerking en Verdi’s opera, die in 1853 in première ging. Het weerzien van de zieke protagoniste met haar geliefde vlak voor haar dood, dat bij Verdi wel voorkomt, maar bij Dumas ontbreekt, wordt in Eßingers lezing herzien of als je regietheater niet zo erg vindt, zelfs in ere hersteld. Violetta’s eenzaamheid en diepe verlangen naar een gezin staan daarbij centraal. Door het gebruik van een dubbelgangster (Selma Goebel) ontvouwt zich vooral in de finale een zeer sterk beeld dat diep raakt.

Sekswerker en triootje

In de visie van deze regisseur is Violetta geen glamoureuze courtisane, maar eerder een sekswerker die balancerend tussen liefde en zelfopoffering eenzaam haar ondergang tegemoet gaat. Waarom daar een stoet naakte figuranten voor nodig is, blijft onduidelijk. Schokkend is het allerminst, daarvoor is het echt te braaf zelfs in Duitse ogen. Amusant evenmin, want het ontbreekt aan echte erotiek. En provocatief? Nauwelijks. We zien uitsluitend heteroseksuele koppels, terwijl expliciete verwijzing naar andere vormen van seksualiteit ontbreekt. Een enkel triootje van twee naakte vrouwen en een man, goed verlicht in het centrum van de bühne, redt dat karige beeld niet.

De scenografie van Sonja Füsti speelt met leegte en kilte: de façade van Violetta’s wereld stort al snel in en maakt plaats voor een toneelbeeld dat de eenzaamheid zichtbaar maakt en een decor dat naar voren komt en haar letterlijk beklemt. Benita Roths kostuums zijn redelijk tijdloos, het gebruik van sokophouders en bont zijn verwijzingen naar tientallen jaren eerder, maar het tijdvak blijft onbestemd. Het prachtige licht op de plastiek zonnebloemen van lichtontwerper Steff Flächsenhaar, die een wel heel idealistisch beeld van de avond in de Provence weergeven, was betoverend. Maar omdat we eerder duidelijk zagen dat het om plastiek zonnebloemen ging, werkte het ook vervreemdend. Een schril – en wat mij betreft onaanvaardbaar – contrast met het gebruik van een stroboscoop aan het einde van ‘Libiam ne’lieti calici’ om een filmachtige vervreemdende slapstick weer te geven. Dat werkte niet en was dus alleen afschuwelijk irritant! Jammer van dit mooie ensemblestuk. De zonnebloemen kwamen later als grauwe verdorde geraamtes terug en gaven de wisselwerking weer tussen publieke schijn en innerlijk verval.

Scènefoto La traviata in Oldenburg. Foto: ©Stephan Walzl

Aangrijpende Violetta

Muzikaal leidt Carlo Goldstein het orkest met precisie en gevoel voor Verdi’s dramatische puls, zonder bombastisch te zijn. Toen het dameskoor ernstig ontspoorde hield hij het orkest bij elkaar, maar deed ook verder niks om de zaak te verbeteren. Zoiets kan gebeuren want het is bar moeilijke muziek met veel koorregie en over de hele linie was het een transparante klank en zeker geen saaie vertolking.

De Argentijnse sopraan Laura Pisani maakt als Violetta een huisdebuut. Haar stem verenigt lyriek met emotionele directheid: voldoend virtuoos in Sempre libera, is ze een prima actrice die hele mooie legato lijnen produceert. Ze zijn soms zo lang dat de tekst en noten wat ondergeschoven raken, maar het klink echt prachtig. Ze is diep aangrijpend in ‘Addio del passato’ en toont een vrouw die meer is dan slachtoffer. Ook het slotduet met Alfredo was erg mooi en niet makkelijk om dat voor op het toneel te zingen, terwijl hij een stuk verderop met een figurant de scene speelt.

Mijn hoop was gericht op Jason Kim* als Alfredo. De tenor, eerder ensemble lid in Oldenburg, bracht het afgelopen jaar door bij de Volksoper Wien en keerde nu terug naar Oldenburg. Omdat alle rollen dubbel bezet zijn, blijft tot het laatste moment onzeker wie er daadwerkelijk optreedt en het werd niet Jason Kim, maar tenor Luis Olivares Sandoval als Alfredo. Hij komt gaandeweg de voorstelling steeds beter op gang. Aanvankelijk klonk hij niet overtuigend, miste wat noten en vergiste zich in een tekst, wat misschien alleen kenners opviel. De coupure van de cabelleta (O mio rimorso, met hoge C) was waarschijnlijk voor hem ook nodig in de verder bijna volledige uitvoering van de partituur van Verdi. De andere coupure was er in de muziek van Giorgio Germont, uitgevoerd door de Britse bariton Eddie Wade. De snelle passage was voor hem wat veel dus goed om de herhaling weg te laten. Wat was hij enorm prachtig in ‘Un di quando le veneri’ het duet met Violetta, die daar ook op haar top was. Het mooiste duet uit de opera en goed voor een krachtige rilling.

Eddie Wade (vader Germont) en Jason Kim* (Alfredo) in La Traviata in Oldenburg. Foto: © Stpehan Walzl

Female gaze

De Traviata van Jan Eßinger presenteert zich als een psychologische en moderne lezing, maar vervalt tegelijk in een uitgesproken male gaze. Al bij de ouverture kijken we naar Violetta’s mooie naakte achterkant, terwijl de man die uit haar bed stapt gekleed is. Wat lijkt bedoeld om illusies te doorbreken, blijkt in feite klassiek voyeurisme: haar mooie lichaam als spektakel is niet subject van haar eigen verhaal, maar opnieuw het object van consumptie. Ook in de tweede akte schuift de regie de aandacht weg van Violetta. Terwijl Alfredo en zij vaak naar het publiek zingen, een keuze die haar nog enige identiteit geeft, verlegt de regie het zwaartepunt naar Giorgio Germont, die de hele tijd zichtbaar aanwezig blijkt. Zijn patriarchale logica domineert, terwijl Violetta’s verscheurende keuze nauwelijks gewicht krijgt. Dat zij naakt door mannen wordt rondgedragen (er was een intimiteitscoördinator betrokken), onderstreept haar positie als object in plaats van handelende vrouw.

De derde akte voltooit de regressie. Violetta sterft in een esthetisch tableau vivant, een fraai plaatje dat de rauwheid van haar ervaring verhult. Zelfs haar opoffering wordt bekrachtigd door een patriarchale familiekader op het toneel: vader en moeder, hun dochter en al een kind.

Ondanks de pretentie het perspectief vanuit Violetta centraal te stellen, blijft ze gevangen in traditionele kaders: ontkleed voor andermans ogen, overstemd door vaderlijke autoriteit en esthetisch opgevoerd in haar (eenzame) dood. Deze productie levert haar opnieuw uit aan de mannelijke blik, een gemiste kans, zeker gezien de muzikale kwaliteit van zangers en orkest.

Scènefoto La Traviata Oldenburg met liggend Sarah Vautour *(Violetta Valéry), over haar heen gebogen Seungwoon Lee (Dottore Grenvil), Dorothee Bienert (Flora Bervoix), Irakli Atanelishvili (Marchese d’Obigny), Kammersänger Paul Brady (Baron Duphol), koorleden en figuratie. Foto: © Stephan Walzl

Beklijft

Deze Oldenburger Traviata is zoals beschreven geen nostalgische droomschets, maar een confronterende blik op liefde, macht en maatschappelijke moraal. Een productie waar muzikaal en theatraal genoeg te genieten is, zij het vanuit een male gaze en in Nederlandse ogen tamelijk conventioneel. Heerlijk om voor ruim veertig euro op de eerste rang van Verdi’s meesterwerk te kunnen genieten van goed bezette hoofd- en bijrollen en een adequaat koor en prettig orkest. In de regie zaten zeker een aantal mooie beelden en ideeën en het was een voorstelling die beklijft en niet omdat het productiegeld in de veelal ontbrekende kleding was gaan zitten.

*castleden van La Traviata op de foto’s die echter niet zongen op de door Monique ten Boske bezochte voorstelling.

La Traviata in Oldenburg is nog te zien op 24, 27 en 30 september en dan tot en met 9 december.

Verder kijken, luisteren en lezen

Laura Pisani zing ‘È strano..’.

Ook in 2024 zag Monique ten Boske twee maal La Traviata.

 

 

Vorig artikel

Lenneke Ruiten zingt voor broodmaaltijden

Volgend artikel

IVC komt met Theatre in Song competitie

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske