BuitenlandOperarecensie

Carignani laat orkest vlammen in Macbeth

Met een flesje water op de stoelen en een waaier ernaast verwelkomde de Munt in Brussel op 13 september haar gasten bij de opening van seizoen 2016/2017. Toch viel het afzien reuze mee in het aangenaam koele Muntpaleis. ‘Heet’ was wel de nieuwe productie van Verdi’s Macbeth. Zowel op het toneel als in de orkestbak.

Scène uit Macbeth bij de Munt in Brussel. (© Bernd Uhlig)
Scène uit Macbeth bij de Munt in Brussel. (© Bernd Uhlig)

De Italiaanse dirigent Paolo Carignani wekte vlammend spel op uit het uitstekend musicerende Munt-orkest. De akoestiek in de operatent op het terrein van Tour & Taxis, een voormalig spoorstation, is direct, maar de klank uit de diverse instrumentengroepen vertoonde voldoende samenhang. Alleen de koperblazers spatten somwijlen de zaal in, maar bij Verdi is dat wel lekker, zo’n potente expressie.

Carignani zorgde ook voor ingehouden spanning in de geheimzinnige scènes, zoals in de tweede heksenscène waar het derde bedrijf mee opent. Hier excelleerde het vrouwenkoor, waarmee het geheel voldeed aan de wens van Verdi. “Het vrouwenkoor moet in het bijzonder erg goed zijn”, noteerde hij in 1846, ten tijde van het componeren.

Het koor acteerde niet op het toneel, maar zong anoniem vanaf de zijkant; de vrouwen vanaf de linkerzijde, de mannen rechts in hun gescheiden rollen of zittend op een tribune op het achtertoneel. Alleen in de grote volksscène aan het begin van het vierde bedrijf stroomde het koor in gestileerde beweging de zaal binnen en zong er het vluchtelingenkoor ‘Patria oppressa!'(‘onderdrukt vaderland’). Al vaker vertoond, zo’n optreden in het publiek, maar hier een geslaagde regiebijdrage om de emotionaliteit van de muziek en de inhoud van de tekst te actualiseren, zonder nadrukkelijke effecten toe te voegen. Aangrijpend.

Dansheksen

Regisseur Olivier Fredj had het koor uit het spel gehaald om een grote groep dansers het werk te laten in de heksenscènes, maar ook om hen in te zetten bij de changementen. Het ontbreken van een toneeltoren in de tent werd vernuftig opgevangen met het geruisloos en bijna dansant verplaatsen van decorstukken voor het luxe hotel waar de Macbeths verblijven.

Fredj maakte met choreograaf Dominique Boivin van de heksenscènes weliswaar mooi ogende, maar ook nogal showy gebeurtenissen. Bij de eerste opkomst leek het bos met enge geesten op een Venusgrot vol sexy dames. Er werd navenant gedans, ook in opeenvolgende scènes.

Scène uit Macbeth bij de Munt in Brussel. (© Bernd Uhlig)
Scène uit Macbeth bij de Munt in Brussel. (© Bernd Uhlig)

Hierdoor was de kijksensatie zo ongeveer verdwenen toen in het derde bedrijf de gif kokende heksen (in een echte hotelkeuken!) ook nog de niet onaardige balletmuziek moesten vullen uit de Parijse versie van 1865. Verdi waarschuwde destijds al dat het een vergissing zou zijn om dans in te lassen bij het heksenkoor in het eerste bedrijf. “U zou alle effect wegnemen van het ballet in het derde bedrijf.”

Surrealistisch

Door de ingreep van Fredj was het koor niet zichtbaar “de hoogst belangrijke personage”, zoals Verdi bedoelde. Heel duidelijk zette de regie het licht op de spil in het drama, Lady Macbeth. Zij werd in stem, spel en aankleding op krachtige wijze vertolkt door Beatrice Uria-Monzon; een roldebuut van deze Franse sopraan.

Haar verschijning in broekpak maakte meteen indruk. Ook al beschikte ze niet over een echt duivels donker geluid, toch kleurde ze overtuigend haar karakters als trotse koningin (met een scherp aangezet geluid en in opvallende robes) en als gebroken slaapwandelaarster.

Haar kompaan in het kwaad was toebedeeld aan bariton Scott Hendricks, die de titelrol ook in Amsterdam zong (april 2015). Een niet helemaal stabiele stem: te veel vibrato en te weinig diepte en geladenheid. Maar in het derde bedrijf drukte Hendricks met verwrongen klanken zijn schrik over de parade van komende Schotse koningen perfect uit. Ook in beeld een spannende scène door de surrealistische witte kostuums van de koningen.

Met zijn kleine, fraai klinkende bijdrage als Banco in ‘Studia il passo’ (‘Wees voorzichtig, o mijn zoon’) maakte Carlo Colombara blijvend indruk in een ensemble van goed bezette kleine rollen.

Macbeth is tot en met 29 september te zien. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

Harnisch schittert als Emilia in Antwerpen

Volgend artikel

I due Foscari: een hard en grimmig begin

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

1 Reactie

  1. Stefan Caprasse
    19 september 2016 at 13:08

    Ook grotendeels mee eens. Vond het eerst soms een beetje te grotesk maar visueel wel mooie momenten. En de akoustiek valt inderdaad mee zolang de regen niet in bakken op het dak klettert (mijn voorstelling ganse 1ste bedrijf) en er geen vliegtuigen met VEEL lawaai overvliegen (mijn voorstelling 3-tal maal).