AchtergrondFeatured

Een haat-liefdeverhouding met Carmen

Steeds weer als er ergens een Carmen speelt, denk ik: ‘Laat deze opera maar aan mij voorbij gaan’. Natuurlijk is het één van de populairste opera’s aller tijden en samen met Aïda, La Traviata en Tosca kun je er alle zalen en arena’s van de wereld met gemak mee vullen. Maar toch valt Carmen eigenlijk altijd een beetje tegen. Waarom?

Affiche van één van de vele producties van Carmen.
Affiche van één van de vele producties van Carmen.

In tegenstelling tot de drie bovengenoemde opera’s wordt er in Carmen GESPROKEN en als er nou iets vervelend is in een operahuis, dan is het wel als zangers gaan kleppen. De overgang van gezongen teksten naar het gesproken woord is bijna altijd desastreus voor zangers. Sommige teksten van bijvoorbeeld Der Freischütz en Fidelio klinken ronduit belachelijk, om maar te zwijgen over die van Die Zauberflöte.

Spreken vereist nou eenmaal een geheel andere techniek dan zingen en in het geval van Carmen komt daar ook nog de Franse taal bij, die lang niet iedere zanger beheerst. Zolang er gezongen wordt, kan de artiest zich beroepen op de muziek, maar in de dialogen wordt het in de meeste gevallen een saaie en vooral ongeloofwaardige bedoening.

Natuurlijk weet ik dat Carmen door Bizet als opéra-comique – dus met gesproken dialogen – werd gecomponeerd en ik weet ook dat het werk bij de première in 1875 in Parijs bepaald geen succes was. Maar spoedig na deze première componeerde Ernest Guiraud er recitatieven bij en zo kon de opera ook in de Opéra gespeeld worden en begon Carmen aan haar triomftocht door de wereld.

De nagecomponeerde Guiraud-recitatieven waren zo geniaal, dat men lang niet precies meer wist waar Guiraud ophield en Bizet verderging. Ook in landen als Italië en Engeland, waar men een gruwelijke hekel had aan gesproken woord in de opera, kon het werk nu met groot, niet-aflatend succes gespeeld worden.

Gebrul

Mijn eerste kennismaking met Carmen stamt uit de vijftiger jaren. De eerste opera-LP die bij ons in huis kwam, was de MMS-plaat (MMS 2009) met hoogtepunten uit Carmen met onder andere Cora Canne Meyer als Carmen, Leo Larsen als Don José, Corry van Beckum als Michaëla en Gerard Holthaus als Escamillo.

Grijs gedraaid heb ik deze LP en nog steeds vind ik de prestatie van Cora Canne Meyer ver uitsteken boven het schandelijke gebrul van Elena Obratztsova, die van de rol wel een erg ordinaire sloerie maakt in tegenstelling tot Canne Meyer, die onder alle omstandigheid haar waardigheid weet te behouden.

Meer dan 160 keer zong ze de rol in binnen- en buitenland en vele malen mocht ik haar grenzeloos bewonderen op het toneel van de Stadsschouwburg in Amsterdam. Carmen, dat was gewoon Cora en niet anders! Ga vooral op zoek naar deze hoogtepunten-LP of leen mijn plaat en zet ‘m over op CD!

Ik houd van Carmen, maar dan wel graag van begin tot eind gezongen

Callas-Carmen

Muzikaal kende ik het werk grondig, maar daar kwam de klad in toen men het in de zeventiger jaren opeens weer nodig vond om terug te gaan naar de bron. Zo kon het gebeuren dat ik een opname van Carmen kocht met de door mij zeer bewonderde Marilyn Horne en bij het afluisteren tot de ontdekking kwam, dat er steeds opnieuw werd gesproken op plekken waar ik in mijn geheugen muziek pleegde te horen. Ik was onthutst, wat was dit voor Carmen?

Misschien lijkt dit naïef, maar bedenk dan dat de halve mensheid dit nog nooit in deze vorm gehoord had. Per slot van rekening was één van de laatste grote Carmen-opnames, die uit 1964 met Maria Callas, er nog één met de gezongen Guiraud-recitatieven. En laten we eerlijk zijn, die ‘Callas-Carmen’ loopt sinds de eerste verschijning tot op de dag van vandaag nog steeds als een trein. Veel mensen die Carmen wel een mooie opera vinden, maar verder niet zoveel met opera hebben, zullen deze ‘Callas-Carmen’ in de kast hebben staan.

De bezoekers van het Muziektheater en Het Oosterpark zullen straks in juni en juli (wanneer bij De Nederlandse Opera een nieuwe productie van Carmen draait) eenzelfde gevoel van onbehagen niet kunnen onderdrukken als ze ontdekken dat steeds opnieuw de vaart uit het werk wordt gehaald en de handeling voortdurend doodgeslagen wordt door gebrekkige en vaak trage tekstbehandeling en dat 2 uur en 35 minuten dan best wel heel erg lang is.

Hoe dan ook, ik houd van Carmen, maar dan wel graag van begin tot eind gezongen. Maar aangezien de huidige regiseurs in veel gevallen een bloedhekel aan zangers hebben, zullen die hun kans grijpen en de gesproken dialogen koesteren en uitbuiten tot meerdere glorie van hun ‘geniale’ invallen, maar zelden tot vreugde van het dik betalende publiek.

Vorig artikel

Manager: Carreras stopt helemaal niet

Volgend artikel

Kinderopera overtuigt alleen instrumentaal

De auteur

Hans van Verseveld

Hans van Verseveld

1 Reactie

  1. Wim Stam
    9 mei 2009 at 16:35

    Mijn allereeste operaervaring stamt ook uit de jaren vijftig.
    De opening van de Twentse Schouwburg in Enschede met “Carmen” door de toenmalige Nederlandse Opera met Mimi Aarden als Carmen, Frans Vroons als Don Jose en Nel duval als Michaela. ONVERGETELIJK !!