AchtergrondFeaturedNieuws

DNO zet huis open voor talent

De Nederlandse Opera gaat serieus werk maken van talentontwikkeling. Voormalig artiestenmanager Peter van der Leeuw is aangesteld om dat in goede banen te leiden. Op projectbasis gaat hij talenten aan meer ervaring helpen. “Het is geen werkverschaffing, de talenten zouden de potentie moeten hebben om hier later hoofdrollen te zingen.”

Talent in actie bij DNO.
Talent in actie bij DNO.

In het advies voor het kunstenplan 2013-2016 dat vorig jaar uitkwam, roemde de Raad voor Cultuur de kwaliteit die De Nederlandse Opera (DNO) op zijn toneel brengt. Enig kritiekpunt was het beleid voor talentontwikkeling. Dat was volgens de Raad onvoldoende.

Die opmerking bleef niet onopgemerkt in het operahuis aan de Amstel. Deze zomer werd Peter van der Leeuw aangesteld als ‘Coordinator Talent Development Opera’. Hij moet ervoor zorgen dat er binnen de muren van Het Muziektheater voortdurend aandacht zal zijn voor talent.

“Het is niet dat DNO voorheen geen oog had voor talent”, zegt Van der Leeuw. “Het initiatief was er al langer en ik heb intern gemerkt dat de leiding hier ook echt verder mee wil. Maar wat er tot nu toe gebeurde, was vooral hapsnap. Nu moet het consistenter worden.”

DNO wil Opera Zuid en de Nationale Reisopera – twee gezelschappen die al veel met jong talent doen – niet in de wielen rijden. “Onze programma’s zijn niet competitief bedoeld. We willen geen visjes bij andere gezelschappen wegvissen”, zegt Van der Leeuw. “Het is juist de bedoeling dat we gaan samenwerken. Die wil is er, en dat verwacht de overheid ook.”

Het is bijvoorbeeld goed denkbaar dat de drie gezelschappen talenten zullen uitwisselen of misschien zelfs gezamenlijke producties zullen opzetten. Gesprekken daarover moeten echter nog plaatsvinden.

Op maat

DNO heeft Aafje Terwey – adjunct-directeur van de Theaterschool en in het verleden jarenlang productieleider bij DNO – een uitgebreid rapport laten maken om te peilen wat er al gebeurt aan talentontwikkeling en in welke behoeften DNO zou kunnen voorzien. Een groot aantal betrokkenen werd daarvoor geïnterviewd, van interne deskundigen tot externe deskundigen en de jonge zangers zelf.

Hoewel de definitieve strategie nog niet is vastgelegd, is de richting die DNO op wil gaan inmiddels helder geworden. Het operahuis wil geen studio of ensemble vormen, maar op maat gesneden programma’s aanbieden, het liefst gekoppeld aan de programmering in Het Muziektheater.

Peter van der Leeuw: "Ik wil het liefste bij elke productie mogelijkheden creëren voor talenten om ervaring op te doen" (foto Allard Willemse).
Peter van der Leeuw: “Ik wil het liefste bij elke productie mogelijkheden creëren voor talenten om ervaring op te doen” (foto Allard Willemse).

Van der Leeuw denkt aan één grote jongtalentproductie per seizoen en verder veel workshops, masterclasses, lezingen en andere activiteiten die talenten een kijkje in de keuken bieden. “Ik wil het liefste bij elke productie mogelijkheden creëren voor talenten om ervaring op te doen. DNO moet een opener uitstraling naar jong talent krijgen. Jonge artiesten moeten naar het gezelschap blijven opkijken, maar het moet voor hen makkelijker worden om binnen te komen.”

“Waar zangers bijvoorbeeld het meeste van leren is naast een grote zanger te staan”, illustreert Van der Leeuw. “Daarom wil ik het mogelijk maken dat ze bij repetities voor onze producties kunnen zitten of rond zo’n productie een gesprek met een dirigent of regisseur kunnen hebben.”

De talenten zullen per project gescout worden, al zullen goed presterende talenten zeker vaker gevraagd worden. Daarbij gaat het niet enkel om zangers, maar ook om regisseurs, ontwerpers en dramaturgen.

De lat ligt hoog. Van der Leeuw: “Het heeft alleen zin om iemand te scouten als die, in het geval van een zanger, de potentie heeft om in de toekomst rollen te zingen in de producties hier, bij voorkeur hoofdrollen. Onze programma’s zijn geen werkverschaffing: we zoeken toptalent.”

Kopernikus

Het eerste grote project staat gepland voor april volgend jaar. Een jonge cast zal dan onder artistieke leiding van Romain Bischoff en in een regie van Marcel Sijm de opera Kopernikus van Claude Vivier opvoeren in de Boekmanzaal van Het Muziektheater. Die productie wordt opgezet in samenwerking met VocaalLAB.

Kopernikus is een uitdagend, moeilijk werk, met zeven gelijkwaardige rollen. Uitstekend voor jong talent, want je kunt er ontzettend veel van leren. Als ze dit aankunnen, zijn ze klaar voor al het hedendaagse repertoire”, licht Van der Leeuw toe. “De musici en het ontwerpteam zullen ook uit jonge talenten bestaan.”

In november vindt al een voorrepetitie voor Kopernikus plaats, met aanpalend een workshop hedendaags repertoire, die openstaat voor meer zangers dan alleen de cast van de productie. Diverse coaches – “waaronder hopelijk Claron McFadden” – zullen in die workshop lesgeven.

In maart volgen de echte repetities, waarna de opera van 15 tot en met 19 april viermaal wordt opgevoerd in de Boekmanzaal.

Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Driemaal opera op de Uitmarkt

Volgend artikel

Marionetten Theater speelt Offenbach

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Jacob van der Sluis
    4 februari 2014 at 17:15

    Ik ben het helemaal met van der Leeuw eens echter wie zitten er bij de Reisopera? Een paar nederlandse zangers, de rest komt uit het buitenland. Bij DNO komt 90 procent van buiten. Absurd.