AchtergrondInterviews

Marjolein Niels slaat een andere weg in

De muziek blijft belangrijk, zegt mezzosopraan Marjolein Niels, pratend over haar loopbaanstappen van de laatste jaren. Ze werkt niet meer als fulltime zangeres. Met bestuur en beleid wilde ze zich bezighouden en daarvoor deed ze een master in Antwerpen. Na ruim vier jaar als onderwijsmanager bij de Dutch National Opera Academy koos ze onlangs voor een baan bij een creatieve mbo-opleiding.

Marjolein Niels: ‘Jonge zangers moeten nadenken over de vraag hoe je een vervullend leven kunt hebben en je brood kunt verdienen met je talent. In de tijd dat ik studeerde lag het accent vrijwel alleen op het artistieke.’

Mezzosopraan Marjolein Niels werkte sinds 2017 bij de Dutch National Opera Academy (DNOA). Recent nam ze afscheid en sloeg ze een andere weg in. Sinds 1 juni is ze teamleider van de opleiding interieur aan het Hout- en Meubileringscollege. We spraken over haar beroepskeuzes, haar loopbaan als mezzosopraan, waar ze met veel plezier op terugkijkt, en een leven waarin muziek niet meer professioneel de hoofdrol heeft.

Fysieke sensatie

Dat ze ooit voor een carrière in de muziek koos, was min of meer toevallig, vertelt ze. ‘Ik was vanaf mijn twaalfde actief in een jeugdtheatergezelschap, waar ik de meeste tijd buiten school aan besteedde. Ik nam zangles bij een klassiek geschoolde docente. Zij vroeg of ik niet naar het conservatorium zou willen, en dat gebeurde.’

‘Dat ik nu mijn tweede baan in het onderwijs heb, betekent niet dat de muziek uit mijn leven is. Of ik nu zelf op een podium sta of in de zaal zit, of muziek via studenten beleef, zoals onlangs bij Die Fledermaus bij DNOA: muziek blijft belangrijk. Mijn rol is veranderd de laatste jaren, maar ik ben geen ander mens geworden. Sterker nog: ik hoop weer meer te gaan zingen, maar dat is in combinatie met een fulltimebaan en een gezin niet zo makkelijk. Ik ben laatst in het Schumann-repertoire gedoken. Weer een partituur voor me en de fysieke sensatie van het zingen, dat voelde heerlijk.’

Marjolein Niels studeerde aan het conservatorium van Amsterdam, deed een master bij DNOA en was verbonden aan het ensemble van Opera Studio Nederland. Ze zong onder meer bij de Nederlandse Reisopera, Opera Zuid en OPERA2DAY. Op het concertpodium werkte ze met veel toonaangevende orkesten in Nederland en daarbuiten.

‘Ik hield van het zangersleven omdat ik muziek kon maken, in recitals en in opera’s. Het solistische – dat is als zanger de aard van je werk – vond ik lastig. In mijn huidige baan bij het Hout- en Meubileringscollege, net als daarvoor bij DNOA, werk ik in een team, met heel gedreven mensen die hun expertise willen overdragen en de studenten willen zien groeien.’

Sobibor

‘Toen ik koos voor een opleiding en later voor een baan achter de schermen, was ik wel even bang dat ik een stuk van mezelf zou opgeven of mezelf zou verloochenen. Het was bevrijdend om te ervaren dat dat niet zo is. Ik kan méér dan zingen, maar dat zingen verlaat me niet. Het komt wellicht ook omdat applaus nooit mijn drijfveer was. Ik ben er nooit verslaafd aan geweest.’

‘Mijn mooiste ervaringen in de muziek? Het eerste dat bij me opkomt is het programma Er reed een trein naar Sobibor met Jules Schelvis. Hij overleefde zeven concentratie- en vernietigingskampen en stond op zijn 93ste op het podium om zijn verhaal te vertellen. We hebben tijdens die tournee Sobibor bezocht, één van de kampen die hij overleefde.’

‘Een andere van vele mooie herinneringen vormen de rollen in Der Ring des Nibelungen van de Nederlandse Reisopera. Ik zong er de Rheintochter Wellgunde en de Walküre Siegrune. Het was mijn eerste kennismaking met Wagner. Die muziek had ik best graag verder willen ontdekken. Ik heb ook enorm genoten van de liedrecitals met pianisten als Jean-Paul Grijpink en Hans Eijsackers.’

Beste keus ooit

Vanaf 2015 reisde Marjolein Niels twee jaar lang regelmatig vanuit Rotterdam naar Antwerpen, waar ze aan de universiteit de tweejarige master Cultuur Management volgde. Studie en zingen gingen samen in haar agenda, want in datzelfde jaar zong ze Flora in La traviata bij Opera Zuid, in een productie van Frank Van Laecke.

Ze legt uit waarom ze voor de master in Antwerpen koos. ‘Het was een proces, zo’n besluit kost tijd. Enerzijds voelde het als het opgeven van een droom, anderzijds had ik veel zin om weer te gaan studeren. Achteraf is het mijn beste keus ooit geweest.’

‘Ik had besloten dat ik in het kunstonderwijs terecht wilde komen. Die belangstelling voor het onderwijs had ik altijd al. Ik heb na de middelbare school de pabo gedaan. Ik wilde me met beleid gaan bezighouden en dan moet je het management in. Daarvoor wilde ik een gedegen opleiding volgen. Na mijn afstuderen in 2017 kwam DNOA meteen op mijn pad. Die functie sloot goed aan op de opleiding.’

‘De beroepsvoorbereiding van zangers had vooral mijn belangstelling. De vraag hoe je een bestaan vindt als musicus en wat de opleiding moet bieden om dat mogelijk te maken. Voor een carrière is veel meer nodig dan muzikaal talent alleen. Er zit een hele zakelijke kant aan; je bent óók een product en dat moet de markt op. In dat element van de opleiding wilde ik iets betekenen en dat kon bij DNOA. Juist omdat ik zelf die ervaring als zangeres heb, kon ik goed balanceren op het snijvlak van het artistieke en het zakelijke.’

‘Ik heb bij DNOA een module ontwikkeld voor studie- en loopbaanbegeleiding, bedoeld voor reflectie op de doelen en de plannen van een student. Jonge zangers moeten nadenken over de vraag hoe je een vervullend leven kunt hebben en je brood kunt verdienen met je talent. In de tijd dat ik studeerde lag het accent vrijwel alleen op het artistieke. Bariton Thomas Hampson zegt altijd: ‘Als musicus moet je de huid hebben van een olifant, maar van binnen ben je een vlinder.’’

Realisme

‘Ik zag tijdens de coronacrisis hoe zangers werden geconfronteerd met de vraag wat ze met hun leven moeten als de zang wegvalt. Ik heb dat zonder die druk van de omstandigheden kunnen besluiten, vanuit een positief vertrekpunt. Door corona is het gesprek over de kwetsbaarheid van de zanger en de zzp’er nu meer mogelijk. Ik hoop dat het mensen ook vertrouwen geeft en ze zichzelf die vragen kunnen stellen.’

‘Realisme over kansen op de arbeidsmarkt zit sterk verweven in het middelbaar beroepsonderwijs, waar ik nu werk. Het is zelfs wettelijk verplicht om alleen opleidingen aan te bieden waarvoor een arbeidsmarktperspectief bestaat. Daar kunnen we – ah, ik zeg nog ‘we’ als ik over DNOA praat – wel van leren.’

Eén van Marjolein Niels’ mooiste herinneringen is de productie van Das Rheingold bij de Nederlandse Reisopera, waarin ze de Rijndochter Wellgunde zong. (© Marco Borggreve)

‘Ik had daar vast nog vele jaren een nuttige rol kunnen spelen, maar dat is niet helemaal mijn aard. Ik had behoefte aan een verbreding van mijn horizon, een nieuw perspectief. Ik had besloten dat ik weg zou kunnen zodra de opleiding weer in goed vaarwater zat. Dat is met Paul McNamara als artistiek leider absoluut het geval. Ik zat bij DNOA dicht bij de uitvoering en ik wilde meer naar het bestuurlijke, meer strategisch en beleidsmatig bezig zijn binnen het kunstonderwijs.’

‘Als ik de kans kreeg, zou ik een conservatorium oprichten waar de studenten vanaf het begin een duaal traject volgen. Twee opleidingen die samen goede, degelijke musici afleveren met een brede ambitie en een parallelle opleiding. Bij muziek kun je denken aan een combinatie met gezondheidszorg of onderwijs. Maar het zou ook een combinatie kunnen zijn met marketing en commercie.’

Zwaar vak

Het Hout- en Meubileringscollege bestaat al sinds 1930 en is één van de elf zelfstandige mbo-vakscholen in Nederland. Kenmerk is de speciale aandacht voor vakmanschap, ambacht en creativiteit. De vestigingen in Amsterdam en Rotterdam leiden op voor onder meer meubelmaker/(scheeps)interieurbouw, interieuradviseur en pianotechnicus.

Marjolein Niels zit volop in de inwerkperiode voor haar nieuwe functie, met een onderwijskundige opdracht gecombineerd met people management. ‘Mijn team bestaat uit 23 docenten. Er zit heel veel creativiteit in en daar houd ik van. Na een coronajaar kan er vanaf augustus weer volledig tijd- en plaatsgebonden onderwijs gegeven worden. Tijdens mijn eerste weken kwam ik dezelfde gedrevenheid tegen zoals ik die ken vanuit de muziekwereld. Maar op deze school heeft dat een heel praktische, pragmatische basis. Uiteindelijk is het doel op te leiden voor werk waar vraag naar is. Als musicus ben je erop ingesteld dat een goede opleiding geen garantie is voor een baan.’

Benut elk talent dat je hebt maximaal, is de ‘boodschap’ die ze graag meegeeft op basis van haar eigen loopbaanervaringen. ‘Durf je toekomst te zien in het licht van je vak als operazanger, maar durf ook breder te kijken. Dat geldt óók voor de toptalenten. Identificeer je niet te veel met het beeld dat je hebt van een operazanger en vergeet nooit je plezier. Het is een heel zwaar vak, dus vraag je af: wat kost het me en wat brengt het op? Durf jezelf die vraag te stellen, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Het vak vraagt heel veel offers en een loopbaan duurt soms kort.’

Hoe dubbel het besluit om DNOA te verlaten ook was, Marjolein Niels is blij met haar keuze voor een nieuwe functie, waarin ze na de schoolvakantie voluit aan de slag gaat. ‘Deze baan sluit goed aan bij mijn ambitie voor het leiden van creatief onderwijs. En daarbij: niet meer dagelijks de Intercity Direct naar Amsterdam, met zijn haperende wifi, heeft ook zo z’n voordelen. Ik kan nu op de fiets’, stelt ze opgewekt vast. ‘Vanaf dag één was het stralend fietsweer.’

Vorig artikel

Nederlandse Reisopera maakt Camping Tour

Volgend artikel

Opera in de media: week 29 van 2021

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.