BuitenlandFeaturedOperarecensie

Een lichte, hoogmuzikale Entführung in Luik

Geen tulband te bekennen, vrijdagavond in het Théâtre Royal van Luik. Met een prima orkest, goede zangers en een aanstekelijke regie kreeg Mozarts Die Entführung aus dem Serail niettemin een lichte, aantrekkelijke uitvoering, die op alle fronten een mooi geheel vormde.

Scène uit Die Entführung aus dem Serail.
Scène uit Die Entführung aus dem Serail.

De nieuwe productie van Die Entführung aus dem Serail, die de Luikse opera samen met Montpellier en Nantes brengt, ontbeert enige verwijzing naar de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. Geen Turkse harem, geen paleis van Bassa Selim, maar een zaal in achttiende-eeuwse stijl, met grote openslaande ramen, een gouden rand om het plafond en in plaats van een dak een blik op de wolken.

Het oorspronkelijke verhaal speelt in Turkije. Konstanze, haar bediende Blondchen en knecht Pedrillo zijn ontvoerd op zee en worden gevangen gehouden in de harem van Bassa Selim, bewaakt door haremopzichter Osmin. Als Konstanzes geliefde Belmonte arriveert en de drie probeert te bevrijden, raakt Konstanze in een conflict tussen de liefde van de pasja en die van haar oude geliefde Belmonte.

De setting van regisseur Alfredo Arias was tijdloos, met als decor dus die zaal, die het publiek niet vanaf de zijkant zag, maar van onderaf. Op het achterdoek zag je het dak van de zaal, waar veel scènes zich afspeelden. De spelers liepen over één van de zijwanden, waarbij de ramen desgewenst ook weer een vijver konden voorstellen. Het effect werd niet nadrukkelijk uitgespeeld en met gebruik van gaasdoek kon er een extra laag worden gemaakt op het podium.

Er waren meer van die aardige, bijna terloopse vondsten in de vormgeving, zoals de kostuums van Blondchen en Pedrillo, die beiden, als echte bedienden, een schort droegen. De verschillende kleuren van de karakters kwamen goed tot hun recht. Muziek, verhaal, vormgeving en spel vormden zo een mooi geheel, dat recht deed aan Mozarts opera, of hem zelfs nog wat optilde.

Het is niet heel spannend wat in Die Entführung gebeurt, en op de operapodia krijgt dit werk wat minder vaak een plaats dan bijvoorbeeld de Da Ponte-opera’s. Ik heb zelf wel uitvoeringen meegemaakt waar het label saai of langdradig op te plakken viel. Die in Luik hoorde daar zeker niet bij. Met deze aanpak schuift Die Entführung moeiteloos naast Così fan tutte.

Regisseur Arias wilde ruimte om zijn verhaal te vertellen, en die kreeg en nam hij. Hij maakte een frisse, lichte, zomerse voorstelling, waarin de emoties, vooral die van Konstanze, alle ruimte kregen, maar waar ook onversneden blijspelelementen in zaten, met soms een vleug boulevardtheater. Arias had een cast tot zijn beschikking die vocaal uitstekend presteerde, maar ook nog prima uit de voeten kon met de acteerkanten van de rollen.

Konstanze werd gezongen door Maria Grazia Schiavo. Met een flinke stapel barokopera’s op haar cv was deze rol geen grote opgave. Ze zong de niet eenvoudige Zauberflöte-achtige coloraturen met gemak en haar soli kregen veel applaus. Konstanze moet in deze opera vooral dramatisch zijn, en dat gaf Schiavo, eind van dit seizoen in Amsterdam te zien in Falstaff, uitstekend vorm.

Scène uit Die Entführung aus dem Serail.
Scène uit Die Entführung aus dem Serail.

Tegenover dat drama kon haar bediende Blondchen met heel veel lichtheid en humor over het podium bewegen. De Britse Elizabeth Bailey maakte een pittige tante van deze donkerharige Blondchen, die niet schroomde ongewenste intimiteiten van de heren met een knietje af te houden.

Net als alle andere leden van de cast stond tenor Jeff Martin, als Pedrillo, voor het eerst op het podium van de Opéra Royal. Zijn presentatie was wat vlak, maar vocaal voldeed hij prima. Zijn collega-tenor, ook een Amerikaan, was Wesley Rogers, die in Europa in verschillende operahuizen in 2011 debuteerde met de rol van Belmonte. In de Luikse productie hadden zijn stem en zijn spel de nodige lichtheid, waarbij het smachten naar zijn verloren geliefde niet zwaar werd aangezet.

Was Franz Hawlata leuk in zijn rol van Osmin? Hij was grappig, soms een beetje over de top, maar dat kan de rol van de opportunistische harembewaker goed hebben. Hawlata – een ervaren Wagner-zanger, wiens stem daar in de hoogte de sporen van draagt – kan in de diepte tot zeer lage laagte brommen. Hij dwaalde door het verhaal als een wonderlijke buitenstaander, als de quizmaster van een grote Duitse show, die even meespeelt in één van de sketches. Zijn moedertaal is Duits, dat geldt niet voor de anderen, al was hun uitspraak zingend uitstekend en sprekend soms een beetje moeizaam.

Er zat aardig wat ruimte in de orkestbak. Het passend klein bezette huisorkest van de Luikse opera liet zich door maestro Christophe Rousset tot grote prestaties leiden. De partituur van Mozart lijkt me een feestje voor paukenisten en andere slagwerkers, en de dames en heren in de bak vierden dat feestje, gedeeld met blazers en strijkers, met enthousiasme.

Die Entführung aus dem Serail is nog tot en met 2 november te zien in Luik. De voorstelling wordt via internet thuisbezorgd op donderdag 31 oktober, via de website van Culturebox.

Vorig artikel

Christies ‘stemmentuin’ bekoort publiek

Volgend artikel

Royal Opera zendt Siciliennes uit in bios

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

4Reacties

  1. stefan caprasse
    28 oktober 2013 at 16:14

    Inderdaad prachtige voorstelling waarbij Turkse kitch vermeden werd
    (waar ik niet noodzakelijk iets tegen heb, als het niet overdreven
    wordt!). Mooi decor en heel stemmige belichting. En een prachtige cast, aangevoerd door de indrukwekkende(vocaal en dramatisch) Konstanze van Maria Grazia Schiavo en de hilarische Osmin van Franz Hawlata. Ook briljant klinkend orkest!

  2. Olivier Keegel
    3 november 2013 at 20:54

    PRUTSWERK IN LUIK

    Wanneer een regisseur al tijdens de ouverture enkele scenische traktaties voor ons in petto heeft –mimetheater met Betekenisvolle Gebaren- wees dan extra op je hoede. Dat bleek ook weer eens op te gaan voor de rampzalig slechte Entführung die ik zaterdag 2 november in Luik mocht bijwonen. Hoewel, regisseur? Was er wel een regisseur? Het leek er meer op dat de portiers een paar toevallig voor handen zijnde decorstukken het toneel hadden opgesleept en dat de kleedafdeling nodig van haar winkeldochters af moest. (Vooral Belmonte droeg een outfit die uitstekend zou passen bij PvdA-voorzitter Spekman.) Toch bleek er weldegelijk een regisseur te zijn, Alfredo Arias was de naam. Mozart: “Turkije.” Arias: “Welnee!” Zo’n regisseur dus, need I say more? Gelukkig was er geen “concept”, wel een volstrekt onbegrijpelijk geheel van clichés, quasi-diepzinnigheden, inconsequenties en tegenstrijdigheden zich afspelend in een indefiniet niemandsland.

    Was het daar nu maar bij gebleven, maar muzikaal en vocaal was er ook bijzonder weinig te genieten. Om het voorzichtig uit te drukken. Het orkest onder leiding van Christophe Rousset klonk nogal iel, en klaarde zich op routineuze wijze van hun taak tijdens deze laatste voorstelling: strijk strijk! trommel trommel! triangel triangel! zwaai zwaai! en inpakken en wegwezen. De bijrollen waren redelijk, maar niet opzienbarend bezet, en Maria Grazia Schiavo als Konstanze viel mij nogal tegen, was erg vlak en liet opmerkelijk genoeg nogal wat steekjes vallen tijdens haar coloraturen. Maar dan: Franz Hawlata (ook al idioot uitgedost) als Osmin had ongeveer de komische uitstraling van een staatssecretaris van Financiën van CDA-huize. Bovendien, zijn stemtype is wellicht geschikt voor Papageno of Leporello, maar het is niet de basso buffo die voor Osmin vereist is.

    Maar het kon allemaal nog erger: Wesley Rogers als Belmonte. Zelden zoiets gehoord. De man moet iets onder de leden gehad hebben, want ik kan me niet voorstellen dat je met een dergelijke performance vaker dan één keer voor meer dan tien man publiek kan optreden. Hier zat werkelijk alles fout, wat maar fout kan zijn. Zijn timbre laat zich het best als “anti-Mozart” omschrijven, een soort kwaadaardige tegenpool van Fritz Wunderlich. Vaak spreken wij van “intonatieprobleempjes” als het niet zo wil met het zuiver intoneren, die term kunnen we hier wel overslaan, het was gewoon recht-voor-zijn-raap en puur vals. Daarbij kwam dan een dynamiek die óf pijnlijk anti-muzikaal óf totaal ongecontroleerd was. De coloraturen waren een catastrofe die ik nog nooit in een muziektheater ben tegengekomen. Pure horror!

    Als er ooit nog eens een Golden Raspberry Award voor slechtste operavoorstelling wordt uitgereikt, dan moeten we deze Entführung zeker niet vergeten.

  3. Pieter K. de Haan
    4 november 2013 at 15:03

    Ik heb de voorstelling van 27 oktober bijgewoond en kan mij in de recensies van François van den Anker hierboven en van Hugo Delava op http://www.operagazet.be heel goed vinden: muzikaal was het prima in orde en van regietheater was, zoals doorgaans in Luik, ook nu gelukkig geen sprake. Op zondag 3 november moeten óf solisten, koor, orkest en dirigent een collectieve offday hebben gehad óf de heer Keegel moet tevoren slecht getafeld hebben.

  4. Pieter K.de Haan
    5 november 2013 at 08:12

    In bovenstaand commentaar had sprake moeten zijn van zaterdag 2 november.