BuitenlandFeaturedOperarecensie

Sterven in de opera volgens Alvis Hermanis

Met het theaterstuk Die schönsten Sterbeszenen in der Geschichte der Oper debuteert de veelbesproken regisseur Alvis Hermanis met een eigen werk bij het Schauspielhaus Zürich. Een ontroerende, inspirerende avond, die niet alleen operafans zal aanspreken.

Regisseur Alvis Hermanis (foto: T + T Fotografie / Toni Suter + Tanja Dorendorf).
Regisseur Alvis Hermanis (foto: T + T Fotografie / Toni Suter + Tanja Dorendorf).

Toen mijn Japanse vriendin Yoko aan de opera ging, merkte ze eens op: als je de Italiaanse woorden ‘amore, amo, amata’ en ‘morte, morire, muori, morrò’ kent, heb je de helft van het libretto al begrepen… Dat klopt niet helemaal natuurlijk, maar een kern van waarheid zit er zeker in. En trouwens niet alleen voor wat betreft de Italiaanse opera.

Sterven in de opera is bijzonder veelzijdig. Het gaat van ziekte tot moord tot zelfmoord. Het is zelfs zo veelzijdig dat je er een volledig toneelstuk over kunt schrijven. Precies dat heeft de Letse theatermaker en operaregisseur Alvis Hermanis gedaan. De wereldpremière van zijn Schönsten Sterbeszenen in der Geschichte der Oper bij het Schauspielhaus ontving geheel terecht veel bijval van publiek en media.

Het is morgen in een wintertuin van een bejaardentehuis. Voor het middageten zijn drie vrouwen en drie mannen op extreem hoge leeftijd bezig met hun passie: ze luisteren naar opera’s en spelen de dramatische scènes na waarin – hoe kan het anders – iemand sterft.

De stervende Violetta, de neergestoken Scarpia, de in de dood springende Tosca, Carmen, Lenski… Achter het sterven zitten vele gezichten en vele verhalen. Terwijl de betreffende muziek uit een oude platenspeler klinkt, spelen de fragiele, trillende, stijve oudjes met genoegen de drama’s, alsof ze naar een andere, tijdloze dimensie zijn getransporteerd. Hun rolstoelen, krukken en ziekenhuisbedden zijn de enige rekwisieten.

Is het een pathetisch, banaal, kitscherig toneelstuk? Nee. Integendeel! Het is zeer onderhoudend. En grappig, zonder te spotten. Hermanis benadert de situatie van de oude mensen licht, warmhartig en geloofwaardig. Zijn twee uur lange stuk, waarvan hij zelf tekst, regie, decor en kostuums verzorgde, grijpt je aandacht en raakt met zijn thematische rijkdom niet enkel de ingevoerde operaliefhebber.

Het gaat in het stuk ook om het feit dat de wereld zich rap verandert. De mensen worden steeds ouder (ieder jaar verlengd de levensverwachting zich met maanden), wat op iedereen zijn uitwerking heeft. Tegelijkertijd creëert de digitalisering virtuele realiteiten en worden computers steeds ‘smarter’.

Op een gegeven moment sta je dan daar: een heel leven achter je, niet meer zo veel fysieke krachten, hersenen die vertragen, enkel nog de dood in het verschiet. Je bent van de zorg van anderen afhankelijk en ziet buiten een wereld die je over het hoofd is gegroeid en die je niet meer kunt begrijpen. Wat doe je dan? Waar vind je nog zin in het leven?

De intensiteit waarmee in opera’s levensverhalen in de dood culmineren, dat is iets wat je in het werkelijke leven – meestal – niet meemaakt. Leven, verouderen, sterven operaliefhebbers gelukkiger? Ook in de nieuwe, digitale wereld?

Een definitief antwoord kan en wil Hermanis natuurlijk niet geven. Het blijft open hoe we de laatste scène moeten begrijpen. De zes ouderen ontsnappen aan de blik van hun verzorgster en mixen een pillencocktail die ze vervolgens bij het spelen van Isoldes ‘Liebestod’ opdrinken. Daarna gaan ze. Of dat voor hun middagslaap is of voor altijd, dat weten we niet. Beide zijn mogelijk, beide zijn net zo fascinerend. Want wat zij gedaan hebben, hebben ze met ‘Höchste Lust’ gedaan.

Zie voor meer informatie over de productie de website van het Schauspielhaus Zürich.

Vorig artikel

IVC-winnaars geven concert in Eindhoven

Volgend artikel

Matinee brengt Vivaldi-opera La fida ninfa

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

1 Reactie

  1. stefan caprasse
    9 april 2015 at 11:16

    Alvis Hermanis vind ik een heel interessant regisseur om volgen, afgaande op het weliswaar weinige dat ik van hem al gezien heb. Zowel in zijn Jenufa in de Munt als in zijn Trovatore in Salzburg (dat laatste enkel op TV gezien) werkt hij met hele mooie beelden en een interessant concept…
    Ik ben dan ook razend benieuwd naar zijn Lohengrin in Bayreuth in 2018 (met Anna Netrebko).