FeaturedOperarecensie

Pompeus requiem voor Rameau

Het 37ste Festival Oude Muziek sloot zondagavond af met een requiem. Geen droeve gebeurtenis, want de muziek was feestelijk en pompeus. Gevierd werd het afscheid van één van de festivalcomponisten, Jean-Philippe Rameau.

Judith van Wanroij vulde op grootse wijze de sopraanpartij in. (© Gerard de Haan)

‘Adieu, monsieur Rameau.’ Zo luidde het motto van het slotconcert. Vrij vertaald: tot bij God, mijnheer Rameau. Hij zal bij zijn dood in 1764 in ieder geval het hemelrijk van de Kunstberg, de Parnassus, hebben betreden, want Rameau werd in zijn dagen hoog vereerd als componist van opera’s.

Hij zal er kennis hebben gemaakt met zijn compatriot en vakgenoot Jean Gilles, overleden in 1705. Verbaasd moet Gilles zijn geweest dat de plechtige uitvaart van Rameau gevierd werd met zijn dodenmis; niet in de originele vorm, doch uitgebouwd tot een eerbetoon aan de overledene. Die versie uit 1764 speelden en zongen zondag Capriccio Stravagante en Capella Cracoviensis (uit het Poolse Krakau) onder leiding van Skip Sempé.

Jean Gilles componeerde zijn dodenmis begin achttiende eeuw in opdracht, maar naar verluidt gaf hij zijn werk niet af omdat hij de betaling te laag vond. Hij bepaalde dat het uitgevoerd moest worden tijdens zijn eigen begrafenismis, wat al snel gebeurde in 1705. Gilles was één van de weinige Franse componisten die zo’n werk schreef; beroemdheden als Lully, Couperin, Campra, Delalande en ook Rameau lieten geen requiem na. Er bestond alleen een speciaal voor de begrafenissen van de Franse koningen gemaakt requiem van Eustache de Caurroy uit 1590.

Handig jatwerk

Gilles’ werkstuk werd populair in de achttiende eeuw, vooral in allerlei bewerkingen. Het arrangement dat François Rebel en François Francoeur in twee weken tijd na Rameaus overlijden produceerden, bevatte allerlei toevoegingen. Zij breidden de instrumentatie van strijkorkest en twee fluiten uit met twee hoorns, twee fagotten en twee hobo’s. Ook de pauken kregen een groter aandeel in de dramatische kleuring van het in wezen tamelijk simpele en intieme stuk van Gilles.

Skip Sempé haalde veel nuance uit koor en orkest. (© Régis d’Audeville)

De bewerkers voegden ook teksten toe, zoals een tweede graduale door hen gecomponeerd (‘Quemadmodum desiderat cervus’/Zoals een hert reikhalst naar levend water). Door de herhaling van de laatste regels van het eerste graduale maakten ze er soort motet van. En er verscheen een ‘Pie Jesu’ als elevatiemuziek (bij de opheffing van de geconsacreerde hostie) – nota bene een aria in spectaculaire operastijl, waarvoor de muziek van de Italiaan Domenico Alberti werd gebruikt, zo ontdekte een Engelse musicoloog. Handig jatwerk van Rebel en Francoeur.

Sopraansoliste Judith van Wanroij zong dit nummer op grootse wijze, zoals ze dat in 2014 ook deed bij de cd-vastlegging van Gilles’ verbouwde requiem, ook met Capriccio-orkest en dirigent Sempé, en toen met het Collegium Vocale als koor.

Kleur en kracht

Om Rameau te eren, voegden de bewerkers op drie plekken muziek van de overledene toe, instrumentale fragmenten uit zijn opera’s Dardanus, Castor et Pollux en Zoroastre. Stukken met een smartelijke ondertoon, passend bij de gebeurtenis. Het maakte het een pompeuze bewerking.

Dat hoorde je ook al in het introïtus ‘Requiem’, dat gelardeerd werd met paukenroffels en stevige dramatische inkleuringen van de toegevoegde blazers. Daardoor werd het karakter veel zwaarder dan de (weliswaar tragische) openingstekst ‘Requiem aeternam’. Ook het door Gilles licht gecomponeerde ‘Et lux perpetua’ verloor zijn vrolijke inborst.

Het ‘Kyrie eleison’ werd in het arrangement zelfs dubbel zo lang als Gilles’ origineel, met een dramatische wending in de koorpartij bij het derde Kyrie-deel, dat toewerkte naar het aansluitende instrumentale ‘gravement’ uit Dardanus. Een knappe prestatie van de bewerkers.

Het Poolse koor zong zijn passages met kleur en kracht, begeleid door het volle en fraaie orkest. Skip Sempé dirigeerde met merkwaardig pulserende gebaren. Ze hadden effect, want er werd met veel nuances gemusiceerd.

Na de memorabele Nederlandse première van Rameaus laatste opera Les Boréades, halverwege het festival, was ook deze Gilles-Rameau-compositie een première die in het geheugen blijft. De grote zaal van TivoliVredenburg was bijna geheel uitverkocht, net als tijdens veel andere concerten. In totaal kwamen dit jaar 70.000 liefhebbers op het Festival Oude Muziek af.

Vorig artikel

Vrijdagconcert opent met Roméo et Juliette

Volgend artikel

Karin Strobos in seizoen 2018/2019

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman