FeaturedOperarecensie

Fin de partie: Kurtágs ontroerende eindspel

Vorige maand werd György Kurtág 93 jaar. Te broos om vanuit Boedapest naar Amsterdam te komen voor de Nederlandse première van zijn opera Fin de partie. Dirigent Markus Stenz en regisseur Pierre Audi hielden woensdagavond tijdens het slotapplaus de partituur omhoog. De volle zaal beloonde de componist met nog meer bijval.

Nogal humoristisch is het echtpaar Nagg en Nell. Ze staan ieder in een vuilnisbak, totaal afhankelijk van Clove. (© DNO 2019 / beeld Ruth Walz)

Ruim dertig jaar geleden vroeg de toen Nederlandse Opera aan György Kurtág een opera te schrijven – zijn eerste. Na een aanvankelijk ja, volgde een neen. En het bleef neen, ook al werden Kurtág en zijn vrouw Marta met alle egards naar Amsterdam gelokt, waar zij een aantal jaren woonden en er naar alle producties van DNO kwamen kijken. Maar een opera gebaseerd op het toneelstuk Fin de partie (in het Nederlands Eindspel) van Samuel Beckett kwam niet tot stand, ondanks dat Kurtág al sinds hij in 1957 de première in Parijs zag het diepe verlangen had er muziek bij te schrijven.

Wat Pierre Audi niet lukte, kreeg Alexander Pereira uiteindelijk wel voor elkaar. Zo’n zeven jaar geleden gaf Kurtág toe aan de vasthoudende aandrang. Maar niet in Zürich, waar Pereira intendant was, en ook niet op de Salzburger Festspiele, die Pereira leidde. In La Scala, waar Pereira nu de scepter zwaait, kon het doek vorig jaar november eindelijk opgaan voor Kurtágs eerste avondvullende opera. In een coproductie met De Nationale Opera en in regie van Pierre Audi. Ook die wereldpremière konden de Kurtágs niet bijwonen.

Absurdistisch

Vóór hij aan het echte componeren begon, nam Kurtág zo’n twee jaar de tijd om de tekst van Samuel Beckett te herlezen en te herkauwen, om de precisie van diens woorden en hun klinkende betekenis te ervaren en de relatie met de zingende stem te ontdekken. Niet het hele stuk, maar circa een kwart selecteerde hij voor wat uiteindelijk scènes et monologues opéra en un acte werd. Met een duur van twee uur zonder pauze, verdeeld over veertien episodes, is het verreweg het langste stuk dat de miniaturist Kurtág schreef.

Eigenlijk is het werk niet af, volgens de componist. Hij zou het hele stuk van muziek willen voorzien. “Maar ik heb alleen dit leven, dus ik moest dit werk loslaten”, zo verklaarde hij in interviews voorafgaand aan de wereldpremière. “Het zijn wij in Fin de partie.” Waar zijn vrouw aan toevoegde: “Het is ons eindspel.”

Hamm – blind en in een rolstoel – domineert het spel. De manke Clove is zijn bediende. (© DNO 2019 / beeld Ruth Walz)

Samuel Beckett creëerde in 1955/1956 vier personages die in realistisch klinkende, maar absurdistische monologen en dialogen blijk geven van de uitzichtloosheid en nutteloosheid van het menselijk bestaan. Soortgelijke gedachten had hij in 1951 uitgewerkt in het minstens zo befaamde toneelstuk Wachten op Godot, waarin twee personages uitzien naar de komst van een soort verlossende derde. Maar die komt niet.

In Fin de partie voert Beckett vier personages op, alle vier op één of andere wijze gehandicapt. Zeer dominant is Hamm. Hij is blind en zit in een rolstoel, omdat hij niet meer kan lopen. De manke Clove is zijn bediende, die steeds moet opdraven als Hamm hem met een fluitje roept.

Nogal humoristisch in deze samenleving is het echtpaar Nagg en Nell. Beiden hebben geen benen meer ten gevolge van een ongeluk met hun tandem. Zij staan ieder in een vuilnisbak, totaal afhankelijk van Clove. Uit de tekst blijkt dat Nagg en Nell de ouders zijn van Hamm, maar van een hartelijke relatie is geen sprake.

Heel veel interactie is er niet tussen het viertal; ze manifesteren zich vooral in monologen. Die van Nagg over het maken van een pantalon (een mislukking) en van Hamm over een curieuze ontmoeting vormen de grootste onderdelen.

Komisch duo

Kurtág heeft voor alle vier een eigen kleur en expressie weten te vinden. Hamms dominantie wordt uitgedrukt in een robuust klinkende baspartij, die omspeeld wordt door vooral lage koperblazers. De Noorse bas Frode Olsen zong zijn drie monologen met klankvolle kracht.

Het paar Nagg (tenor) en Nell (alt) is door Kurtág met licht klinkende lijnen en instrumenten ingekleurd. Het is een komisch duo, dat het statische leven met humor vult. De Italiaanse tenor Leonardo Cortellazzi zorgde met zijn grappige gezichtsexpressie en wendbare geluid voor een hilarisch absurdistische sfeer. Alt Hilary Summers voegde als Nell met haar lyrisch getinte uitroepen vrolijk-cynische reacties toe.

Zijn onwezenlijke karakter als de bediende Clove drukte de Britse bariton Leigh Melrose met spastische bewegingen en speelse stembuigingen overtuigend uit. Hij is degene die al aan het begin van het spel jolig uitroept: “C’est fini / Het is afgelopen.” Vooral zijn pantomime, waarmee het spel begint, deed denken aan commedia dell’arte. In feite is dat de sfeer waarin het hele toneelstuk zich afspeelt. Beckett zei erover: “Het is puur spel, niets minder. Van raadsels en oplossingen is derhalve geen sprake.”

Het decor van een huis met twee ‘echohuizen’ erachter en eroverheen zorgt voor de bindende factor in het spel. (© DNO 2019 / beeld Ruth Walz)

Kurtág blijft in zijn behandeling van de vocale lijnen dicht bij de spreektekst. Hij schuift vernuftig heen en weer tussen spreken en zingen. Gaat de balans naar het spreken, dan legt hij ter compensatie een soort zanglijn in de orkestrale onderlaag. Dat levert een voortdurende stroming op, ondanks de soms karige toonzetting. Kurtág is een meester in het adagium: meer met minder.

Uit de kleuring van de instrumentale laag (waarin ook verwerkt twee knoppenaccordeons en een cymbalon) blijkt een milde en meedogende visie jegens de tekst en de situatie waarin de vier personages zich bevinden. Kurtág weet ontroering op te roepen in het volgen van mensen die slechts met één ding bezig zijn, namelijk wachten op het einde. Het Radio Filharmonisch Orkest draagt met verve en virtuoos bij aan die ontroering, geleid door Markus Stenz, die met Kurtág als coach in Boedapest de wereldpremière voorbereidde.

Wonder

In zijn regie ontplooit Pierre Audi een sobere, hem kenmerkende aanpak. Het decor van een huis met twee ‘echohuizen’ erachter en eroverheen (ontwerp van Christof Hetzer) zorgt voor de bindende factor in het spel. Bij Beckett zit het viertal in het huis gevangen en is Clove de enige die naar buiten kan kijken door twee kleine ramen. Audi keert de boel binnenstebuiten. De grijze tinten van het decor sporen mooi bij het ‘lichtzwart’, zoals Clove de levenssfeer in het huis kenmerkt.

Het is een wonder dat Kurtág toch die ene opera heeft afgeleverd, die zeer tot de verbeelding spreekt, ook al heb ik niets met de gedachte van de zinloosheid van het bestaan. In Kurtágs muziek spreekt een licht positieve inslag, zoals te horen is in het prachtige naspel, dat als epiloog het Eindspel afsluit. Een topbijdrage aan het Opera Forward Festival.

Fin de partie is nog te zien op 8 en 10 maart. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Muziektheater Transparant bestaat 25 jaar

Volgend artikel

Opera in de media: week 11 van 2019

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

17Reacties

  1. Rudolph Duppen
    8 maart 2019 at 14:01

    Fin de partie ging op 1 april (!), 1957 in het Frans in première in het Royal Court Theatre in Londen en dezelfde maand werd het stuk hernomen in de Studio des Champs-Élysées in Parijs.Het stuk had alleen geschreven kunnen zijn na de ergste verschrikkingen die de mensheid ooit doorstaan had en die Beckett aan den lijve had ondervonden.Veel woorden en een enkele geografische naam krijgen daardoor een enorme lading die voor veel toeschouwers niet meer navoelbaar is.Ook het feit dat Beckett op 6 januari,1938 in Montparnasse zonder reden werd neergestoken door een souteneur zal niet positief aan zijn wereldbeeld hebben bijgedragen.Het getuigt van enorme moed dat György Kurtág 60 % procent van het stuk op muziek heeft gezet.Het toneelstuk is op zich al zo muzikaal en net als bij Kafka staat er geen overbodig woord in dat muziek eraan toevoegen een gewaagde onderneming is.Toch heeft Kurtág het aangedurfd met hier en daar verbluffend resultaat.De muziek moet het niet hebben van de lange adem. Het is meer een opeenvolging van muzikale miniatuurtjes.Dat wreekt zich enigszins in het laatste half uur van de opera als de spanning weg valt.Kurtág heeft gekozen voor het Frans omdat zijn eerste kennismaking met het stuk in het Frans was. Wie het Frans en de Engelse vertaling van Beckett naast elkaar legt zal direct opvallen hoe omslachtig het Frans uitpakt en hoeveel geestiger Beckett in zijn eigen taal schrijft. Om een voorbeeld te noemen: in wat het DNO programmaboekje de één-na-laatste monoloog van Hamm noemt waarin sprake is dat een vader om brood smeekt voor zijn kind. In het Frans: Enfin bref je finis par comprendre qu’il voulait du pain pour son enfant. In het Engels: Well to make it short it finally transpired that what he wanted from me was…bread for his brat. Als je direct daarop dan leest: Use your head dan zal een Engelssprekend publiek direct aan Cockney rhyming slang moeten denken. Use your loaf (loaf of bread= head) Allerlei woordspelingen en culturele verwijzingen gaan verloren in het Frans. De naam Nell is een homofoon van knell (doodsklok). Denk aan Macbeth “the knell is knolled”. Nell is de enige die in het stuk dood gaat.De mooiste momenten in de opera zijn voor Nell. Haar herinneringen worden begeleid door een weemoedig deuntje en het boottochtje op het Como meer krijgt een begeleiding die van Debussy afkomstig had kunnen zijn.De zangers, decors, belichting en regie waren van een ongekende perfectie. Het RFO speelde de hondsmoeilijke partituur uitstekend op een uitglijder van een trompet na tegen het einde.Een veeleisende maar grandioze avond.

    Beckett had trouwens een enorme hekel aan de term absurdistisch. Om hem te citeren:”I have never accepted the notion of a theatre of the absurd, a concept that implies a judgement of value. It’s not even possible to talk about the truth. That’s part of the anguish”.

  2. Anna Minis
    8 maart 2019 at 15:09

    Dank voor uw interessante commentaar! ik ga zondag nog een keer naar deze prachtige voorstelling.

  3. Rudolph Duppen
    8 maart 2019 at 17:40

    @Anna Minis:ik ben benieuwd hoe U een tweede uitvoering ervaart.

  4. Leen Roetman
    9 maart 2019 at 01:05

    Prachtige opera in een bijzondere muzikale taal van korte geconcentreerde kleurrijke en expressieve eenheden die met stiltes doorweven zijn. Muziek en taal blijken wonderlijk op elkaar afgestemd. Pierre Audi bedacht een passend toneelbeeld in grijze, lichtzwarte tinten voor ‘de stek’, het huis van Hamm, Clov, Nagg en Neil. Elke scène laat hij deze plek vanuit een ander perspectief zien.
    Ik vond het een buitengewoon intrigerend onduidbaar Gesamtkunstwerk.
    Wat een fantastische afsluiter van Pierre Audi als programmeur én regisseur van de Nationale Opera.

  5. Leen Roetman
    9 maart 2019 at 11:02

    Voor toeschouwers die een vergelijking maken met het toneelstuk, die de opera als te monotoon en te traag ervaren, citeer ik graag Pierre Audi.
    “Waar Beckett wilde dat de woorden snel en vaak terloops gesproken werden, blijft Kurtág lang stilstaan bij elke nuance, bij woorden die herhaald worden, om diep in de zielen van de vier personages uit het stuk door te dringen. Zo wordt de boodschap van het stuk verdiept, maar met een methode die eigenlijk ingaat tegen die van Beckett.
    Door het schrijven van scènes die afbreken en de toevoeging van een proloog op basis van een Beckett-gedicht op muziek, bevrijdt de componist ons van het maken van een vergelijking met het origineel.”
    (Deze toelichting van Pierre Audi is te vinden in het programmaboek.)

  6. Leen Roetman
    9 maart 2019 at 11:10

    ps: ik ben nog steeds licht aangeslagen door de voorstelling, zonder dat ik weet waarom…

  7. Gerard
    9 maart 2019 at 11:29

    Ik ben tegen vergelijkingen, net zoals er vaak tussen boek en film wordt vergeleken, het zijn andere disciplines. Ik probeer het een en het ander zoveel mogelijk los te zien van elkaar. Ik was en ben nog steeds diep onder de indruk van Fin de Partie, zonder in woorden te kunnen uitdrukken waarom, door de woorden, de muziek, de enscenering? Inderdaad, dit was een Gesamtkunstwerk

  8. Anna Minis
    9 maart 2019 at 11:45

    Volgens mij heeft Rudolph Duppen niet gezegd dat de opera traag en saai is. Over het nut of de schade van vergelijkingen lopen de meningen uiteen. Ik ben er een voorstander van. De opera heeft hoe dan ook wortels in het toneelstuk, en door een vergelijking kan men zich bewust maken van de onderlinge overeenkomsten en verschillen. En een beter zicht krijgen op het unieke karakter van beide.
    Natuurlijk is een vergelijking niet nodig om onder de indruk te raken van deze voorstelling. De muziek met haar vele kleuren en facetten, het ongelooflijk grote inlevingsvermogen van de zangers, en hun sterke vocale prestaties, de fijngevoelige en uiterst precieze regie, doordacht tot in het kleinste handgebaar, de belichting, het decor, de grime, kortom alles draagt bij tot een voorstelling waar niets op aan te merken valt.
    Het is een aangrijpend geheel.

  9. L Roetman
    9 maart 2019 at 12:22

    @Anna: ik refereerde niet aan Rudolph. Ik zag op FB dat Peter Franken deze vergelijking maakte en dit als een mankement ervaarde.

  10. Gerard ten Hoope
    9 maart 2019 at 15:32

    Mij valt op dat de Nationale Opera weinig aandacht besteedt aan Fin de Partie op Facebook,erg vreemd…geen link naar recensies e.d….marketing/publiciteit…ik snap er soms niks van? Wel aandacht van de opera van Hamel, maar deze zal de aandacht wellicht meer kunnen gebruiken??

  11. 9 maart 2019 at 19:27

    Ik heb de voorstelling helaas niet kunnen zien, maar de grote Meester heb ik best vaak geschreven.

    https://basiaconfuoco.com/2016/07/14/gyorgy-kurtag/

  12. 9 maart 2019 at 19:29

    Excuses…
    de zin is natuurlijk krom.Het moet zijn±
    Ik heb best vaak over de grote Meester geschreven…

  13. gerard
    9 maart 2019 at 19:50

    @Basia: er is nog een voorstelling toch? of niet in de gelegenheid?

  14. Leen Roetman
    10 maart 2019 at 10:20

    Paul Korenhof heeft een recensie gepubliceerd op Opusklassiek.

    Kleindochter Judit heeft een filmportret (‘Home video’) gemaakt over de creatie van Fin de partie. Informatie op haar webpagina:
    “Vidéo documentaire sur l’écriture de l’opéra Fin de partie de Samuel Beckett par le compositeur György Kurtág. Compilation de moments autour de la composition de cette œuvre : une lecture, l’ouverture chantée, un cours sur le concept de résonnance. Premier volet d’une série de vidéos créées à partir des quelque septante heures de matériaux collectés durant les différentes phases de l’écriture de l’opéra, ce film est une porte d’entrée privilégiée vers l’approche de la musique de ce grand compositeur.”
    Jammer dat dit portret niet op het Opera Forward Festival vertoond wordt.

  15. Rudolph Duppen
    10 maart 2019 at 19:52

    @Leen Roetman:hartelijk dank voor deze informatie. Zou iets voor Arte zijn om een dergelijke documentaire uit te zenden.

  16. Anna Minis
    10 maart 2019 at 21:44

    @ Rudolph Duppen: De tweede keer vond ik het nog indrukwekkender. Merkte nog meer details op, in de muziek en in de actie op het toneel. Ontroerd door de dood van Nell en de hartverscheurende kreet van Nagg: Nell!!! uw opmerking over ”doodsklok” gaf er een extra dimensie aan. Opnieuw getroffen door de scherpe personenregie. En het spel van schaduwen dat het nog triester maakte. Enige humor van de zwarte soort ontbrak ook niet. Ik moest bijv, opnieuw grijnzen bij “Ma dragée!!”‘
    Wat mij betreft was er geen verlies van spanning aan het eind. Een onvergetelijke voorstelling.

  17. Rudolph Duppen
    11 maart 2019 at 10:08

    @Anna Minis:Hartelijk dank voor uw reactie.Je kunt eigenlijk geen oordeel vellen als je het werk maar één keer gezien hebt.Ik had 4 verschillende voorstellingen achter elkaar.Misschien een beetje te veel van het goede.Dit zal waarschijnlijk mijn oordeel beïnvloed hebben.