Xynix doopt zich om met knappe Blauwbaard
Xynix Opera is sinds vrijdag 21 mei Xynix Opera niet meer. Met het boeiende schouwspel Blauwbaard doopte het jeugdoperahuis zich om tot Holland Opera. Tegelijk gaf het een voorproefje van haar toekomstige thuisbasis: de Veerensmederij in Amersfoort. Een machtig mooi decor.
De Veerensmederij is een industrieel monument achter het centrale treinstation van Amersfoort. Dit is de plek waar Xynix Opera, voortaan Holland Opera, zich na de zomer zal vestigen. Voor het gezelschap betekent het na meer dan vijftien jaar een thuis, voor Amersfoort betekent het haar eerste operahuis.
De aankondiging van dit heuglijke feit werd gedaan na de première van Blauwbaard, op vrijdagavond 21 mei. Een openluchtproductie waarmee Xynix naar mijn idee liet zien deze prachtige locatie dubbel en dwars te verdienen.
Blauwbaard is gebaseerd op het bekende sprookje van Charles Perrault, een verhaal waar vele componisten in het verleden opera’s op baseerden. Met muziek van Chiel Meijering en tekst van Imme Dros gaf Holland Opera er een eigen draai aan, met een minder zwartgallig einde dan gebruikelijk.
De voorstelling speelde zich bij zonsondergang af voor de Veerensmederij (die aan de binnenkant nog niet klaar voor gebruik is). Een droom van een decor voor iedere regisseur. Joke Hoolboom benutte dat prachtig. De special effects, de schitterende belichting, de creatief vormgegeven scènes, de fraaie kostuums: Blauwbaard kon zeker boeien.
De muziek van Chiel Meijering was sterk fragmentarisch, haast als filmmuziek bij de verschillende scènes. Het werkte goed. Zijn sprekende, sfeervolle partituur versterkte de overtuigingskracht van het verhaal. Het gebruik van elektrische gitaren verhoogde de spanning bijvoorbeeld aanzienlijk en het slot dat hij bedacht, bezorgde me kippenvel.
Het enige waar ik me niet in kon vinden, was de vocale muziek die de componist schreef. Zijn zangpartijen waren vrij mechanisch, in plaats van melodisch. Het kwam houterig over en er zaten accenten in die ik niet kon rijmen met de tekst. Anders gezegd: het klonk lang niet altijd logisch.
De cast was van uitstekende kwaliteit
Theatraal gezien vond ik het personage van Blauwbaard niet erg sterk uitgewerkt in het stuk, mede door het libretto. Hij was te ‘down-to-earth’ om eng of mysterieus te zijn. Er ging weinig dreiging van hem uit. Dat had naar mijn idee spannender en intrigerender gekund. Nu hoorde je zelfs op dramatische hoogtepunten veel gegrinnik in het publiek.
Hier stond tegenover dat de cast van uitstekende kwaliteit was. Niek Idelenburg en Leonie van Veen vertolkten de titelrollen met verve. Idelenburg acteerde knap met zijn stem om zijn personage neer te zetten, Van Veen oogstte voortdurend bewondering met haar heldere, beheerste sopraan en boeiende uitstraling.
Florian Just en Arnout Lems vormden dankbaar het komische duo Tochtlat en Stoppel, de twee knechten van Blauwbaard. Fenna Ogranjensek was een prima Anna
Op deze manier werd het een alleraardigste voorstelling. Zeker in combinatie met de invallende duisternis en de maan die hoog boven je een oogje in het zeil hield. Zo beleef je niet vaak een opera.
Ik denk dat het gezelschap met Blauwbaard een perfect stuk heeft gekozen om de Veerensmederij op een intrigerende manier bij het publiek te introduceren. Voor een ‘thrilleropera’, zoals het aangekondigd werd, was het dan weliswaar niet voldoende diepgaand, Blauwbaard was zeker spectaculair genoeg om Amersfoort trots te laten zijn op deze nieuwe ‘inwoner’.
Blauwbaard is tot en met 5 juni nog zeven keer te zien. Zie voor meer informatie de website van Holland Opera.