AchtergrondNieuws

Reinbert de Leeuw (1938-2020)

Op leeftijd, enigszins fragiel, zo oogde Reinbert de Leeuw de laatste jaren. Maar in het oude lichaam huisde een energieke geest die de muziek bleef dienen. Hoewel niemand daaraan leek te twijfelen, had Reinbert de Leeuw niet het eeuwige leven. Hij overleed op 14 februari. Een terugblik op zijn werk in enkele schetsen.

Reinbert de Leeuw. (© Marco Borggreve)

Reinbert de Leeuw zocht nooit het grote publiek op, dat publiek vond hem. Het viel massaal voor zijn opnamen van de pianowerken van Erik Satie. De eerste lp verscheen in 1975 en vond zijn weg naar een publiek dat veel breder was dan alleen de kenners van (moderne) klassieke muziek. In de platenkasten stonden zijn opnamen van de vroege werken voor piano van Satie rug aan rug met de lp’s van het Woodstock-festival en de eerste mini-lp van Mathilde Santing.

Er volgden nieuwe opnamen van de pianowerken van Satie. De Leeuw nam afstand, maar kwam erbij terug. Een recital met werken van de componist stond op de planning voor 20 mei aanstaande in Leiden, voor een bijna uitverkochte zaal. Zo’n pianorecital in een zaal ergens in Nederland paste net zo goed in de agenda van De Leeuw als enorme projecten. De opera Reconstructie bijvoorbeeld, voor het Holland Festival van 1969, of een massale uitvoering van Schönbergs Gurre-Lieder in 2011.

Reconstructie

‘Een opera Revolutie noemen, dat was wel erg stalinistisch. In plaats van dat woord hebben we Reconstructie bedacht’, zo legde schrijver Harry Mulisch – met Hugo Claus verantwoordelijk voor het libretto en de regie – de keuze van de titel uit voor de geruchtmakende productie voor het Holland Festival van 1969. Over het maakproces herinnerde De Leeuw zich: ‘We zaten met zijn zevenen aan tafel, het was een hilarische toestand. Na een week hadden we het stuk voor ons. Muziek in die jaren was behoorlijk dogmatisch, streng en je moest volgens bepaalde regels componeren. Als je dat niet deed, telde je niet mee. Daar wilden we doorheen, we wilden niet opgesloten zijn in dat wereldje van hele intellectuele muziek.’

De première was op 29 juni in theater Carré met een cast met bas Pieter van den Berg en sopraan Claudine Arnaud. Aan de voorstellingen deed een groot aantal bekende acteurs mee. Onder anderen Henk Molenberg, Hetty Verhoogt, Yoka Berrety en Ramses Shaffy stonden op het podium onder de vierkoppige muzikale leiding van Louis Andriessen, Peter Schat, Jan van Vlijmen en Reinbert de Leeuw.

Hieronder een video met repetitiebeelden van Reconstructie en een interview met toenmalig minister Marga Klompé net na de première. Ze zegt: ‘Ik geloof dat in een kunstwerk wel degelijk ook een politiek engagement aanwezig mag zijn.’

Een tweede opera van Reinbert de Leeuw, Axel, noemde de componist zelf ‘een mislukking’. Het stuk werd in juni 1977 driemaal opgevoerd tijdens het Holland Festival in het Circustheater in Scheveningen. Mulisch schreef het libretto, de compositie was een samenwerking tussen Jan van Vlijmen en Reinbert de Leeuw. Naast Michael Devlin in de titelrol werkten onder anderen Annett Andriesen en Lieuwe Visser mee. Op de website van 401 Nederlandse opera’s staat een uitgebreide terugblik op de productie.

In een interview met de site zegt de componist: ‘Het was een mislukking die ertoe leidde dat ik ben gaan nadenken over mijn componeren als zodanig.’

Operadirigent Reinbert de Leeuw werkte voor de Nederlandse Reisopera en voor De Nationale Opera in Amsterdam. Daar leidde hij in 2007 het Radio Filharmonisch Orkest bij de wereldpremière van Legende – de ontsporing van Meneer Prikkebeen van Peter-Jan Wagemans. De grotendeels Nederlandse cast bestond uit onder anderen Helena Rasker, Thomas Oliemans en Martijn Cornet.

Het Holland Festival van 2016 bracht Theatre of the World, een opera van Louis Andriessen, met in de bak Reinbert de Leeuw en zijn ensemble Asko|Schönberg. Place de l’Opera schreef over de samenwerking tussen de twee: ‘Componist Louis Andriessen werd een week geleden 77 jaar, dirigent Reinbert de Leeuw bereikte tien maanden eerder die gezegende leeftijd. Twee heren die in de kwaliteit en de ambitie van dit nieuwe werk wederom nieuwe wegen bewandelen. De aandacht en waardering voor alles wat jong talent heet, is terecht, maar wat Andriessen en De Leeuw in Theatre of the World doen, bewijst dat het oude talent nog lang niet op is.’

Andere DNO-producties die De Leeuw dirigeerde zijn onder meer Writing to Vermeer, The Rake’s Progress, Rêves d’un Marco Polo en Rage d’amours.

Eén van veel ‘finest moments’ in de loopbaan van De Leeuw was de uitvoering in 2011 van de Gurre-Lieder van Arnold Schönberg in Eindhoven, Den Haag en Rotterdam. De orkesten voor deze uitvoeringen waren afkomstig van de conservatoria van Rotterdam en Den Haag. Ook de koren bestonden uit conservatoriumstudenten en werden aangevuld met Toonkunstkoor Amsterdam en het Brabant Koor.

Aan zijn rug was vanuit de zaal goed te zien dat de dirigent zichtbaar genoot van het dirigeren van de 365 medewerkers aan de productie. Over die rug zei schrijfster en vriendin Connie Palmen bij De Leeuws 75ste verjaardag: ‘Er is niemand wiens achterkant ik zo goed ken als de achterkant van Reinbert. Het is een hele mooie dirigent om van achteren te bekijken. Hij leest een partituur zoals ik een roman lees, niet alleen de noten, maar ook de passie erachter. Hij stelt zich volledig in dienst van de componist. Hij weet duidelijk te maken wat een stuk bij hem oproept.’

Bach uiteindelijk

Heel laat in zijn loopbaan was het aan Holland Baroque te danken dat Reinbert de Leeuw in 2015 zich op de passiemuziek van Bach stortte. Van de voorbereidingen en van één van de uitvoeringen van de Matthäus-Passion is een registratie op video gemaakt door documentairemaker Cherry Duyns. De film toont hoe intensief De Leeuw met de partituur bezig is. ‘Ik weet wat Bach bedoeld heeft, dat kan ik niet helpen, dat is gewoon zo’, zegt hij tegen de interviewer.

Aan het eind van de documentaire is te zien hoe de dirigent zich in een kleine kleedkamer in de Nieuwe Kerk in Amsterdam voorbereidt op de uitvoering. Water, cola en een banaan als hulpbronnen, en de partituur voor zijn neus, tot die wordt weggehaald om op de lessenaar op het podium te worden klaargelegd. Net voor aanvang leunt de dirigent op tafel, zijn handen voor zijn gezicht. Het lijkt wel bidden. Wat hij denkt, komt de kijker niet te weten.

In 2018 werd Reinbert de Leeuw geïnterviewd voor NRC door Mischa Spel. Op haar vraag of hij zelf ontroerd raakt door de muziek zegt de dirigent: ‘Zeker. Natuurlijk. Ook ontroering is niet het exclusieve domein van gelovigen. Op het podium houd ik me in, dan moet het publiek ontroerd zijn en kan ik dus niet zelf met mijn zakdoek staan zwaaien. Maar thuis kunnen op zwakkere momenten de tranen me al in de ogen schieten als ik alleen maar dénk aan de aria ‘Erbarme dich’. Ik raak hoe dan ook snel ontroerd door muziek, maar Bach staat boven en buiten alles.’

Vorig artikel

Vermeulen presenteert cd Dirty Minds

Volgend artikel

Matthias Goerne te gast in Serie Grote Zangers

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.