Recensies

Boekman ontroert en geeft gezicht aan zaal

Eerder deze maand had ik het genoegen acteur en theatermaker Harpert Michielsen te spreken over zijn voorstelling Boekman. Op 2 mei zag ik de voorstelling, geregisserd door Michiel de Regt, live in de Boekmanzaal van de Nationale Opera & Ballet.

Harpert Michielsen en Erik van der Horst in Boekman. Foto Ben van Duin

Het publiek werd door het gebouw naar de ruimte boven de Boekmanzaal geleid. Vandaar keken we op de vloer van de zaal waar een exacte tekening gemaakt was van de Lange Houtstraat in de oude Jodenbuurt van Amsterdam, de plek waar nu de Nationale Opera&  Ballet en het Stadhuis staan. Michielsen zelf is dan nog buiten en we zien hem op een groot scherm als hij vertelt dat het operahuis nooit gebouwd had mogen worden, althans niet op deze plek. Dan zien we Michielsen de zaal binnenkomen en zijn vertelling, ondersteund door gitaarmuziek en zang door Erik van der Horst, begint.

Michielsen is een ras verteller en zijn verhaal is het verhaal van de man Emanuel Boekman, de self-made Joodse man die zonder middelbare school opklom tot wethouder in Amsterdam. Een socialist in hart en nieren, die werkte aan de verbetering van de leefomstandigheden van de armen van Amsterdam en als één van de eerste politici het belang van kunst en cultuur inzag. Hij pleitte voor een operagebouw voor de hoofdstad, waar ook het volk een plek zou hebben. Verheffing van het volk door de kunsten, een geloof waar Boekman zich tomeloos voor inzette, tot aan zijn zelfgekozen dood op 15 mei 1940. Hij wist dat de Duitse bezetting niet zou meevallen.

Het was niet voor niets dat dit juweeltje van een voorstelling geprogrammeerd was in Theater na de Dam.

Michielsen is een geschiedenisleraar die theater gebruikt om ons een man te laten kennen die onlosmakelijk met de stad en met het Muziektheater verbonden is en met het lot van de Joden van Amsterdam. Zijn vorm, een soort ‘stand-up history’, is direct, ontwapend, toegankelijk en ook diep ontroerend. Zelden wordt het levensverhaal van een historische figuur zo dicht op de huid verteld en Harpert Michielsen neemt je mee naar de mensen over wie hij vertelt. Met heel simpele middelen zoals foto’s die hij zelf ophoudt en aan het publiek toont, posters en films uit de tijd, maar bovenal met anekdotische vertellingen, komt Manus Boekman tot leven, net als het leven in de buurt, de bewoners van de huizen in straat. Foto’s die Michielsen kreeg van de kleindochters van Boekman, waarop we Boekman in werk- en privésituaties zien, oud filmmateriaal van zijn promotie tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte, samen met de vertelstijl van Michielsen, creëren een intieme sfeer waarin dan het drama van de Jodenvervolging en de afbraak van de Jodenbuurt des te harder binnenkomt.

Het wonder van de muziek, op gitaar en in de zang van Erik van der Horst, doet dan de rest. Als we horen en zien dat alle bewoners van de Lange Houtstraat op twee na, vermoord zijn door de Nazi’s en de doden een naam krijgen, klinkt de aria ‘Lo’ ho perduta’ uit Le nozze di Figaro van Mozart. Van der Horst zingt het eerst met zijn ‘gewone’ stem en in de herhaling een octaaf hoger in zo’n fragiel falsetto dat bij mij, en velen om mij heen, de emoties voelbaar en zichtbaar werden.

Harpert Michielsen en Erik van der Horst. Foto Berend van Duin

Als Michielsen vertelt hoe Boekman na de inval van de Duitsers nog net zijn dochter Henny op de boot naar Engeland heeft weten te krijgen, maar zelf de vlucht niet meer kan maken en zijn leven samen met zijn vrouw in zijn armen beëindigt, vlijt hij, Harpert Michielsen, zich op de grond,  slaat een arm om zijn denkbeeldige vrouw en Erik van de Horst zingt een Jiddisch lied.

Black out. Stilte. Applaus.

Vorig artikel

De belcanto revolutie van Enrique Mazzola

Volgend artikel

Aalto Muziektheater seizoen 2022 – 2023

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen