AchtergrondCD-recensiesFeaturedRecensies

Raadsels rond de voltooiing van Turandot

Voor mij ligt één van de meest belangwekkende opera cd-uitgaves van de afgelopen 25 jaar. Uit de voorkant van het doosje is het niet op te maken, maar de nieuwste studio-opname van Giacomo Puccini’s Turandot (uitgebracht door Warner Classics) betreft de eerste complete opname inclusief de eerste versie van het door Franco Alfano voltooide slot van de opera. Een primeur voor de opera die ongeveer een eeuw geleden is ontstaan. Om precies te zijn vond de premiere vandaag, 25 april, exact 97 jaar geleden plaats. Puccini stierf op 29 november 1924 aan bijwerkingen van de experimentele radiotherapie tegen zijn keelkanker, waardoor hij zijn laatste opera onvoltooid achterliet.

Originele Alfano slot

Dirigent Antonio Pappano greep voor deze opname terug naar het originele slot, omdat in zijn ogen dit slot beter in beeld brengt waarom Turandot smelt voor Calaf, waardoor de gewraakte omslag gemaakt kon worden naar het happy end. Er zijn echter meerdere redenen om deze versie met open armen te ontvangen. Dit originele slot van Alfano komt namelijk het meest in de buurt van wat Puccini voor ogen moet hebben gehad. Hoe heeft het dan kunnen gebeuren dat de wereld zo lang heeft moeten wachten op deze versie? Om dat te ontraadselen moeten we terug naar de ontstaansgeschiedenis van het werk.

Franco Alfano

Ontstaansgeschiedenis

Na een lunchbespreking in maart 1920 met twee potentiële librettisten voor een nieuwe opera, viel de keuze op het sprookjestoneelstuk Turandot (ook wel La Turandotta genoemd) van de Venetiaanse grootmeester in de commedia del arte: Carlo Gozzi. Hoewel schrijvers en componist enthousiast waren, was het gehele ontstaansproces echter moeizaam. De teksten kwamen langzaam tot stand, maar bovenal was het hete hangijzer vrijwel meteen al duidelijk: de componist worstelde ermee hoe hij het klaar moest spelen dat de ijsprinses, zoals Turandot getypeerd werd, in haar duet met de onbekende prins gaandeweg ontvankelijkheid en affectie moest tonen, terwijl ze kort daarvoor de liefde nog zo furieus afwees. Dit werd nog eens extra lastig gemaakt door het idee van Puccini zelf voor een nieuw en contrasterend personage Liù: een slavinnetje, dat uit pure liefde voor de onbekende prins zichzelf doodt. Dat doet ze ten overstaan van het gehele volk als reactie op de dreigende gruwelijke martelingen die zij in opdracht van Turandot moet ondergaan om aan haar de naam van de onbekende prins te ontworstelen. Vlak na die zelfmoord slaat Turandot als een blad aan de boom om en verklaart onder toeziend oog van hetzelfde volk haar liefde voor Calaf, de onbekende prins. Puccini had met de introductie van Liù feitelijk zelf zijn probleem gecreëerd dat hem belemmerde in het vervaardigen van een pakkend slot aan de opera. Het contrast bleek té groot, wat de componist een soort van writer’s block opleverde.

Giacomo Puccini en Arturo Toscaninin in 1910 Foto: Digital Collections, The New York Public Library

Tristan

Puccini had echter grootse plannen met deze cruciale confrontatie scène tussen Turandot en de onbekende prins. Als groot bewonderaar van de muziek van Wagner, wilde hij graag de kwaliteit van het Tristan und Isolde duet uit de tweede akte nastreven, waarin ook deze geliefden nader tot elkaar komen. Tevens was er lang sprake van dat Turandot uit twee kortere aktes zou bestaan, waarin het liefdesduet snel op de raadselscène zou volgen. Ironisch genoeg was het de 16 jaar jongere Franco Alfano die Puccini ervan heeft weten te overtuigen dat de opera toch uit drie aktes zou moeten bestaan en een avondvullende voorstelling moest worden.

Over de allerlaatste scène na het duet was Puccini echter helder: dit moest een nog grootser moment worden dan de afsluitingen van de eerdere twee aktes. Deze twee indrukwekkende eerdere finales zijn echter nauwelijks te evenaren. Hiermee had Puccini zelf tevens zijn tweede probleem gecreëerd. Daar voegde zich nog bij dat hij wilde dat zowel Turandot als Calaf boven het koor uit zou torenen in extatisch gezang. Een vocaal bijna onmogelijke opdracht.

Giacomo Puccini in 1924 Foto: Attilio Badodi (gerestaureerd door Adam Cuerden)© Ricordi

Voltooing

Het opvallende aan de worsteling van Puccini, die hem bijna dag en nacht bezighield, was dat zijn primaire aandacht zich richtte op de tekst en niet de muziek. In 1922 orkestreerde hij de in het jaar ervoor geschreven eerste akte, terwijl de teksten voor de 2de en 3de akte bijgewerkt werden, maar in die tijd voorzag hij al het probleem van de voltooiing van de opera. In 1923 componeerde hij de tweede akte, terwijl hij zijn ideeën met de librettisten voor de slotscène in vele discussies besprak. Hij was telkenmale niet tevreden met de tekst en de onderbouwing van de abrupte ommezwaai van Turandot. Hij gaf ook grif toe dat hij door die omslag weinig inspiratie had en daardoor aan de luie kant raakte, waarop hij zich meerdere malen afvroeg of de Turandot wel ooit voltooid zou worden.

Toscanini

Zijn muzikale ideeën bediscussieerde Puccini tevens met Arturo Toscanini deels als vriend, maar ook omdat hij de beoogde dirigent was voor de wereldpremière van Turandot. Het idee om een Wagneriaans slot te schrijven stuitte bij de ervaren dirigent op veel verzet. Daar waar Puccini had gehoopt dat Toscanini hem vooruit kon helpen in zijn blokkade, wierp de dirigent dus eigenlijk nog meer barrières op. Omdat Puccini ook worstelde met zijn gezondheid, schijnt hij ooit in een verhit gesprek tegen Toscanini gezegd te hebben dat als hij er niet in zou slagen de opera tot een goed einde te brengen, dat de opera dan maar onvoltooid gespeeld moest worden. Dat de discussies regelmatig uitmondde in ruzies zal ook zeker niet geholpen hebben om de opera tot een succesvol einde te brengen.

Turandot decor schets uit  1924 van de tweede akte.

Schetsen

Nadat Puccini in 1924 was overleden, Turandot onvoltooid achterlatend, werd er desalniettemin snel gedebatteerd onder de betrokkenen wie de opera diende te voltooien. Naast de vele namen die geopperd werden, adviseerde Toscanini de componist Riccardo Zandonai, waar Antonio (de zoon van Puccini) op tegen was aangezien hij Zandonai te populair bevond. Het is ook Antonio geweest die Alfano aandroeg, die na ampel beraad verkozen werd. Na het tekenen van het contract voor de voltooiing op 25 augustus 1925 en het bestuderen van de gehele partituur tezamen met een flink aantal schetsen die Puccini had nagelaten, is Alfano aan de slag gegaan.

Hoewel Alfano druk was met een aantal eigen composities en tevens geveld raakte door een ooginfarct slaagde hij erin in december het slot te verzenden naar de uitgever Ricordi. Daarna begon voor hem echter de ellende, die een levenslange wrok opleverde jegens Toscanini. De vermaarde dirigent – zelf gefrustreerd geraakt door zijn lange werk aan de voltooiing van Nerone van Arrigo Boito die 1 mei 1924 in première was gegaan – was van mening dat de voltooiing van Alfano te lang was, maar bovenal te veel als Alfano klonk en niet als Puccini. Hoogstwaarschijnlijk speelde zijn oorspronkelijke aversie tegen de plannen die Puccini met het slot had hem nog steeds parten. Alfano werd gesommeerd het slot in te korten en meer in lijn met Puccini’s stijl te brengen. Aldus geschiedde in de beginmaanden van 1926, zij het met tegenzin.

 

Turandot Affiche uit 1926

Wereldpremière

De wereldpremière vond uiteindelijk plaats op 25 april 1926. Niet geheel onverwacht, maar wel tot frustratie van Alfano, wendde de dirigent na de zelfmoordscène van Liù zich richting het publiek om met lage emotionele stem te vertellen dat Puccini op dit punt in de opera was gekomen met schrijven en dat de voorstelling hier ook die dag zou eindigen. Indien men geïnteresseerd zou zijn in het slot, moesten ze maar een dag later naar het theater terugkeren. Bronnen vertellen niet duidelijk of Alfano op de hoogte was van deze actie of niet, maar waardering had hij er in ieder geval niet voor. De volgende dag klonk de eerste keer de tweede versie van het slot. Gefrustreerd geraakt, klapte Alfano een paar dagen later uit de school door te vermelden dat zijn eerste versie afgekeurd was door de dirigent, omdat hij niet content was met het slot. Door alle gebeurtenissen, wordt tot op de dag van vandaag het slot van de Turandot een probleem gevonden, omdat de reputatie van Alfano’s finale voorgoed beschadigd was.

Versies

Als gevolg van die slechte reputatie van het herschreven slot van Alfano, is het tegenwoordig bij iedere nieuwe productie van de opera een hot-topic welke versie gespeeld wordt. Zo had het Koninklijk Concertgebouworkest samen met De Nederlandse Opera (tegenwoordig De Nationale Opera) de Italiaanse componist Luciano Berio rond de eeuwwisseling de opdracht gegeven een nieuw slot te construeren. Zijn versie claimt meer schetsen van Puccini te gebruiken, maar gaat als een nachtkaars uit zonder het groter dan grootse einde dat Puccini voor ogen had. Sinds een aantal jaren is het populairder geworden om de opera alla Toscanini te presenteren en de opera te laten eindigen bij de zelfmoord van Liù, zoals recentelijk nog bij DNO (december 2022). Voor een nieuwe productie volgend jaar had Peter de Caluwe – intendant van De Munt in Brussel – aan de Chinese componist Tan Dun gevraagd een nieuw slot te schrijven. Deze heeft echter wijselijk bedankt voor de eer: er zijn al genoeg alternatieven (naast genoemde bestaan nog twee minder beduidende versies).

Lance Ryan als Calaf en Lise Lindstrom als Turandot (foto: © DNO Hans van den Bogaard).

Wat mij betreft allemaal niet nodig, want het originele einde van Alfano is naar mijn idee het meest treffende slot dat de Turandot had kunnen krijgen. Het mooie van de versie van Berio overigens is dat we daarmee eindelijk hebben kunnen ontdekken welke muziek precies allemaal onderdeel uitmaakte van de schetsen en welke muziek dus van Alfano zelf is. In het originele slot komt inderdaad iets meer de componist Alfano naar voren dan in de tweede versie, maar het is uiterst minimaal. En wat van hem zelf is, past eigenlijk perfect in het idioom van de opera. Het meest treffende is echter het slotkoor op de melodie van Nessun Dorma (wat Puccini ook wenste), waarin inderdaad Turandot en Calaf luid zingend boven het koor schallen, wat een fantastisch effect oplevert alsof ze samen al ten hemel stijgen na een prachtig liefdevol leven. Dit ligt het dichtst bij wat Puccini voor ogen moet hebben gehad.

Rehabilitatie

De voorliggende cd opname biedt nu een perfecte kans om het originele slot te rehabiliteren. De twee protagonisten pleiten ook sterk voor het originele slot in hun interviews, de hoop uitsprekend dat dit slot nu eindelijk de weg gaat vinden die het verdient om de standaardversie te worden. In ieder geval staat deze versie komend seizoen in Wenen op de lessenaar bij een nieuwe productie in de Staatsopera aldaar.

Dirigent Antonio Pappano tijdens de opnames van Turandot. Foto:Warner Music ©Ianniello & Pasqualini

Radvanovsky

Rest mij enkele woorden over de uitvoering zelf te melden. Al met al is het originele slot de echte legitieme reden om de uitgave aan te schaffen. Een nieuwe opname van een populaire opera als deze, wedijvert natuurlijk met echt grote toppers in de catalogus. Dat is een haast onmogelijke wedstrijd om te winnen. Maar de hoofdrolzangeres is wat mij betreft ook een reden om de opname aan te schaffen, al is het maar dat dit de eerste officiële complete opname van een opera is die Sondra Radvanovsky heeft gemaakt. De Canadese zangeres is een wereldster die Nederland nog nooit heeft aangedaan helaas. Hoewel met 54 jaar al in de herfst van haar carrière, heeft ze middels een goede techniek haar prachtige stem fris weten te houden. Daarnaast is haar klankproductie groots, precies wat een Turandot nodig heeft. Voeg daaraan toe dat zij ogenschijnlijk met gemak deze rol zingt, dat het hopen is dat zij in de komende jaren voor meerdere van dit soort opnames gevraagd wordt.

Sondra Radvanovsky tijdens de opnames van Turandot. Foto: Warner Music ©Ianniello & Pasqualini

Interessant om te melden is dat zij jaren geleden al schitterde in de opera Cyrano de Bergerac van Franco Alfano (verkrijgbaar als dvd op Naxos). Radvanovsky presteert het om de rol van Turandot naar haar eigen hand te zetten, waardoor ze haar voorgangers niet in herinnering roept bij de luisteraar. Wellicht komt dat omdat zij als één van de weinigen de rol vanuit de Belcanto traditie benadert (Radvanovsky beheerst het gehele Italiaanse repertoire van Norma tot en met Turandot). Haar grootste concurrenten zijn veelal Wagner protagonisten, die ik persoonlijk nooit zo passend vind, of zangeressen waarvoor de Turandot te zwaar bleek (vele zangeressen hebben zich op Turandot kapot gezongen).

Calaf

De Calaf van Jonas Kaufmann is een ander verhaal. Hij maakt zijn stem erg donker – vrij consistent met bijna alles wat hij doet – wat  op zich wel passend is voor de rol van Calaf, maar het klinkt daardoor wel zwaarder dan nodig. Daarentegen zingt hij sommige passages wel mooi ingetogen en het is zeker niet de minste vertolking van de rol, maar hij moet wel z’n meerdere erkennen in zijn illustere voorgangers waaronder Corelli, Pavarotti en Domingo.

Liù

Ermonela Jaho, die als enige haar rol al eens op het podium had vertolkt, zingt de rol van Liù. Hoewel ik haar altijd een fantastische sopraan vond, ben ik hier wat teleurgesteld. Ze klinkt erg als een oude dame die met teveel vibrato haar stem niet helemaal meer onder controle lijkt te hebben. Eén van de mooiste momenten van haar rol, het crescendo dat ze moet omzetten in een diminuendo op de slotnoot van haar eerste aria, komt wonderlijk genoeg niet goed uit de verf. Haar zelfmoordscène is zoals te verwachten wel ontroerend, want de dramatiek van de rol heeft ze, maar per saldo is de vertolking niet opgewassen tegen haar illustere voorgangers, zoals Montserrat Caballé en Barbara Hendricks.

Boven vlnr Jonas Kaufmann, Sondra Radvanovsky, onder Ermonela Jaho en Michele Pertusi. Foto:Warner Music ©Ianniello & Pasqualini

Overige cast

De overige rollen zijn goed bezet. Luxueus is de zeer jeugdige Michael Spyres in zijn vertolking van de vader van Turandot, die traditioneel altijd bezet wordt met een oude rot in het vak. Het jongere stemgeluid van Spyres stoort gelukkig niet. Timur mag van mij wat grootser en robuuster dan wat de altijd sympathieke Michele Pertusi neerzet. De drie mandarijnen Ping, Pang en Pong worden vertolkt door Mattia Olivieri, Gregory Bonfatti en Siyabonga Maqungo. Eigenlijk mankeert er zelden wat aan deze drie-eenheid in welke uitvoering dan ook en zo ook hier. De Ping van Olivieri, de aanvoerder van het stel, schiet er niet uit, maar hij staat wel als een huis. De enige van de kleinere partijen die wat teleurstelt is Michael Mofidian die het spits afbijt als de Mandarino. Hij luidt het duistere sprookje in en doet dat met een wat wollige stem zonder focus.

Boven vlnr Michael Spyres,Siyabonga Maqungo. Onder Mattia Olivieri, Gregory Bonfatti Foto:Warner Music ©Ianniello & Pasqualini

Wollig

En daar ligt meteen het probleem ook van de totale opname. Normaal gesproken levert Antonio Pappano uitstekend werk met zijn opera opnames, maar op de één of andere manier komt deze opname niet naar boven drijven als dé opname waarmee het lange wachten werd beloond. De opname is niet altijd helder, het klinkt zo hier en daar dof met een soms lastige balans tussen orkest en zangers. Iets dat wellicht komt doordat de opname in een Covid-opstelling is opgenomen (Italië zat in de uitloop van de laatste beperkende maatregelen). Maar van mij had Pappano het geheel met iets strakkere hand mogen leiden, inclusief de editing van de opname om de juiste balans te vinden. Ik zat niet op het puntje van mijn stoel bij het veelvuldig luisteren van de opname.

Opname sessie Turandot in het Parco della Musica Foto: Ianniello & Pasqualini)

Alles neemt niet weg, dat deze opname voor alle operaliefhebbers wat mij betreft wel een must is om aan te schaffen, bovenal vanwege de historische waarde die het heeft doordat het de eerste complete Turandot is met het originele slot van Alfano, maar ook omdat het de eerste opera opname is van Sondra Radvanovsky.

 

Bronnen:

Julian Budden – Puccini His Life and Works – ISBN 0-19-816468-8
Konrad Dryden – Franco Alfano Transcending Turandot – ISBN 978-0-8108-6970-7
Chalres Mintzer – Rosa Raisa Biography – ISBN 155553-504-6
Charles Osborne – The complete Operas of Puccini – Da Capo Press 0-306-80200-7
Harvey Sachs – Toscanini Musician of Conscience A New Biography – ISBN 978-1-63149-271-6
Programmaboek Turandot – Productie DNO juni 2002

CD Turandot – Giacomo Puccini & Franco Alfano – Radvanovsky, Kaufmann & Jaho o.l.v. Pappano – Warner 5054197406591

 

Verder lezen, luisteren en kijken

Hier ‘In questa reggia’ door Sondra Radvanovsky tijdens de opnames van de Cd.

Een video over opname van de Cd

Franz Straatman beschreef de recente productie van Turandot bij De Nationale Opera

Jordi Kooiman besprak in 2010 een herneming van de productie van de Nederlandse Opera, inclusief Berio einde.

In haar overzicht van opnames op Cd en Dvd in 2010 sprak Basia Jaworski ook de wens voor een complete opname van het Alfano einde uit.

 

Vorig artikel

Strakke Fidelio bij Nederlandse Reisopera

Volgend artikel

In de zalen de komende dagen

De auteur

Lennaert van Anken

Lennaert van Anken