BinnenkortFeaturedOperarecensieRecensies

Heerlijk overdreven Orphée Opera Zuid

Wat een feest, die operettes en komische opera’s van Jacques Offenbach! Altijd vrolijk, opgewekt, grappig, vol aanstekelijke melodieën en bijzonder inventieve orkestraties. Geen bloedstollende drama’s van de grote klassieke opera’s, geen tragiek van onbeantwoorde liefde, geen onbegrepen helden en smartelijk lijdende heldinnen, – daar is bij Offenbach zeker geen plaats voor. Als een personage toch ten onder gaat, dan vat hij het niet al te ernstig op en weet op tijd nog het laatste feestje met de opzwepende cancan te bouwen. De beste ensceneringen van Offenbach zijn niet voor niets ook de meest uitbundige, met een grote en vette knipoog en veel ruimte voor (zelf)spot.

Scènefoto van Orphée aux Enfers bij Opera Zuid. Foto:© Opera Zuid, Joost Milde

De nieuwe productie van Orphée aux Enfers (1858) van Opera Zuid kan de toets van grotesk, buffonade en hilarische overdrevenheid zeker doorstaan. De regisseur Benjamin Prins , (die bij Opera Zuid in 2019 ook Fantasio regisseerde) en zijn team kunnen trots zijn op talloze leuke scenische vondsten, de meest fantasmagorische hoofd deksels en kostuums, verrassende choreografie en natuurlijk de uitstekende zangers die met volle teugen genieten van hun rollen en de muziek van Offenbach.

Geen liefde en trouw

Het verhaal van Orpheus en Eurydice is niet het vrolijkste uit de Griekse mythologie, maar in hun versie verschillen Offenbach en zijn librettoschrijvers Ludovic Halévy en Hector Crémieux duidelijk van mening met dichters en componisten die dit inspirerende paar tot het rolmodel van liefde en trouw hebben gemaakt. Offenbachs luid ruziënde echtlieden kunnen elkaar niet uitstaan en hebben geen oog voor het aardse paradijs van de klassieke Oudheid. Schaapjes, bloempjes en de blauwe Griekse hemel, genoeglijker en pastoraler kan het haast niet. Maar schijn bedriegt: de oude zuilen staan een beetje scheef, arcadische vergezichten zijn wild begroeid en de grazige velden zitten vol slangen.

Ook de lieftallige Eurydice met haar bloemenmandje is op weg naar haar nieuwe geliefde Aristaeus (tevens een vermomde Pluton, Mark Omvlee). Ze verafschuwt de muziek van haar man en doet de oren dicht bij het horen van zijn viool. De niet bijzonder getalenteerde Orpheus doet op zijn beurt niets liever dan Eurydice met zijn nieuwe vioolconcert te pesten. Hij is dolblij als zijn vrouw blijkt dood te zijn. Helaas voor hem, bestaat er ook zoiets als de Publieke Opinie, en deze roept de musicus wel degelijk tot de orde. Orpheus móét naar de onderwereld om zijn vrouw terug te halen, anders kloppen de mythen niet en loopt zijn imago schade op.

Orphée (Mathis Lagier) en Eurydice (Amel Brahim-Djelloul). Foto: © Joost Milde , Opera Zuid

Olympus geen paradijs

Mopperend en verre van gelukkig, zet hij zijn lauwerkrans op, trekt het pantser aan en vertrekt naar de Olympus-berg. Daar is inmiddels ook geen paradijs meer te bekennen. De goden klagen over de kwaliteit van hun nectar en ambrozijn en komen in opstand tegen de autoritaire Jupiter. De komst van Orpheus zorgt voor een welkome afleiding. Samen met de nieuwsgierige goden daalt hij af naar de onderwereld waar zijn vrouw zich al dagen stierlijk verveelt. Ze is blij met de aandacht van Jupiter en zijn voorstel om samen te vluchten. Maar ook dat mag niet van de Publieke Opinie: Orpheus moet zijn vrouw terugkrijgen, of hij het wil of niet. Een sluw trucje van Jupiter, die zijn bliksemschicht net op tijd tevoorschijn haalt, beslist het lot van Eurydice. Zij mag bij de goden blijven, tot grote blijdschap van iedereen, behalve de verontruste Publieke Opinie. Maar ook deze kleinigheid wordt met de eerste maten van de beroemde cancan snel “vergeten’.

Francis van Broekhuizen (Junon) en Roger Smeets (Jupiter) Foto:© Opera Zuid, Joost Milde

Vrolijke deuntjes

Zoals altijd bij Offenbach, zit ook deze Orphée vol aanstekelijke melodieën en vrolijke deuntjes die de luisteraar nog lang bij blijven. Een paar noten daar, een couplet hier en voordat je het weet, begin je al alles mee te neuriën. De befaamde ouverture, die door het orkest van philharmonie zuidnederland (en zijn letterlijk bij het verhaal betrokken dirigent Enrico Delamboye) met veel flair wordt gespeeld, brengt het publiek meteen in een opgewekte stemming. Offenbachs luchtige parodie op ‘Che faro senza Euridice’ uit Glucks Orfeo ed Euridice en het komische vlieg-duet van Euridice en Jupiter (‘Duo de la mouche’) zorgen voor vele lachsalvo’s in de zaal. Ook het denderende cancannummer ‘Ce bal est original’ (eigenlijk ‘Galop Infernal’) mag niet ongenoemd blijven, daar blijft niemand in de zaal (en op het podium) immuun voor.

Kleine zangpartijen

De zangpartijen in deze groteske opéra bouffon zijn niet bijzonder uitgebreid, alleen de hoofdpersonages krijgen van Offenbach de kans om hun vocale techniek en stembereik te demonstreren. De manipulatieve, verveelde en een beetje hysterische Eurydice van Amel Brahim-Djelloul is verleidelijk en bekoorlijk in haar aria’s ‘La femme dont le coeur rêve’ en ‘Personne encore’. De zelfingenomen Orpheus van Mathys Lagier is een door en door komische personage die oprecht blij wordt van het overlijden van zijn vrouw (‘Libre! O bonheur’) en het liefst thuisblijft om ongestoord muziek te componeren. Francis van Broekhuizen schittert in een karakterrol van Junon, Jupiters sarcastische en frivole echtgenote. Jupiter wordt gespeeld door Roger Smeets, een pracht van een  rol, waarin de vocale en artistieke kwaliteiten van de zanger ten volle worden benut.  Heel overtuigend, grappig en gewichtig is de Publieke Opinie van Thomas Morris.

Geknield Orphée (Mathys Lagier) met Publieke opinie (Thomas Morris) en op de achtergrond Junon (Francis van Broekhuizen en Jupiter (Roger Smeets), leden van TheaterKoor Opera Zuid, en dansers. Foto: © Opera Zuid, Joost Milde

Alles bij elkaar, heeft Offenbachs Orpheus geen onbelangrijke of onbetekenende rollen, de karakters van alle personages zijn uitstekend uitgelicht. Iedereen weet de indruk te maken: de ene met mooie aria’s (zoals de vrolijke Mercurius van Jeroen de Vaal met zijn aanstekelijke ‘Eh hop! Eh hop!’, de opvallende Venus van Marina Ruiz en Diane van Anna Emelianova) of het Theater Koor Opera Zuid, in het ensemble van de goden (‘Gloire, gloire a Jupiter’), de andere met zijn opvallende kostuum of een grappig dansje. De choreografie van Willy Laury is origineel en verrassend en draagt bij aan het vrolijke, gekke, uitbundige en overdreven geheel.

Orphée aux Enfers van Opera Zuid is één van die producties waarover je met zekerheid kunt zeggen dat iedereen op het podium, in het orkest én in de concertzaal er volop plezier aan beleeft. Het is een muzikaal feest waarin veel wordt gelachen en waar iedereen een stukje vrolijker en gelukkiger van wordt.

Feestje Opera Zuid met Orphée aux Enfers. Foto: © Opera Zuid, Joost Milde

Er zijn nog voorstellingen op 1, 6, 8, 10, 13, 15 en 17 juni in theaters in (midden- en zuid )Nederland, en op 22 juni tijdens Opera op de Parade in ’s Hertogenbosch

 

Verder lezen, kijken en luisteren

Hier de video trailer van Orphée aux enfers van Opera Zuid

Francis van Broekhuizen vertelt over haar rol in Orphée.

Dirigent Enrico Delamboye over de operette.

Regisseur Benjamin Prins komt ook aan het woord.

en ook Willy Laury vertelt over zijn choreografie waarin iedereen danst.

Peter Franken zag in 2019 een uitvoering van Orphée in de regie van Barrie Kosky.

Benjamin Prins regisseerde in 2019 Fantasio van Offenbach bij Opera Zuid.

 

 

Vorig artikel

'23-'24 Reisopera origineel en vol lef

Volgend artikel

Lenneke Ruiten in wervelende Figaro

De auteur

Olga de Kort

Olga de Kort