FeaturedOperarecensieRecensies

Rusalka kopje onder in zinloze regie

Sprookjes bestaan niet. Alleen de harde realiteit geldt. Op die gedachte fundeerde het Duitse regisseurs-duo Philipp Stölzel en Philipp Krenn de omzetting van het sprookje over de waternimf Rusalka naar de ware wereld van een prostituee, ook Rusalka geheten, in een New Yorkse achterbuurt.

Johanni van Oostrum als Rusalka bij De Nationale Opera. Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

In de nieuwe productie die De Nationale Opera als onderdeel van het Holland Festival op vrijdag 2 juni onthulde, ging de grauwe werkelijkheid de strijd aan met de romantische, kleurrijke muziek die de Tsjechische componist Antonín Dvořák in 1900 schreef op tekst van Jaroslav Kvapil. De verbeelding drukte de verklanking zodanig weg, dat de opera Rusalka kopje onder ging in een zinloze regie. Mogelijk dachten de regisseurs: ‘Dvořák, Symfonie uit de Nieuwe Wereld, dus New York.’

De waternimf van Dvořák en Kvapil koestert het verlangen naar een mooie jongeman, een prins, die regelmatig in een meer gaat baden. Rusalka voelt een diepe liefde als zij hem met haar golven omringt. Zij wil mens worden om echt bij hem te kunnen zijn. Rusalka roept de hulp in van een heks, Ježibaba . Die weet haar om te toveren tot een aantrekkelijke vrouw. Maar de prijs is hoog: zij verliest haar stem in de nieuwe gedaante. De prins, die als enige in de rolbezetting geen naam heeft, maakt haar weliswaar het hof, maar hij knapt op Rusalka af omdat zij zwijgt en omdat zij koud blijft aanvoelen. Hij laat zich verleiden door een echte prinses van warm vlees en bloed. De ontgoochelde Rusalka moet van  de ontrouwe geliefde doden om verlost te worden uit haar menselijke omhulling.

Růžena Maturová als de eerste Rusalka in 1901.

Maanlied

Dvorak hulde het drama in meeslepende klanken waarin hij allerlei liedvormen verwerkte, geworteld in de nationale muziek van Tsjechië. Hij voert zijn personages van het ene lied naar het andere, verbonden door een niet aflatende stroom rijk gekleurde orkestpartijen.  Een hoogtepunt vormt het prachtige maanlied van Rusalka halverwege het eerste bedrijf. ‘Maan aan de hoge hemel’ werd een beroemd nummer dankzij vele losse uitvoeringen in concertprogramma’s. De Zuid-Afrikaanse Johanni van Oostrum zong het in de voorstelling met vervoering in haar sopraanstem, teder begeleid door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van de Duitse gastdirigente Joana Mallwitz.

In scènes daaraan voorafgaand bezongen drie nimfen (pittige stemmen van leden van de Operastudio) al de opkomst van de maan en dolden zij met een watergeest, genaamd Vodník  (Maxim Kuzmin- Karavaev). Rusalka spreekt hem aan met ‘watergeestje, vadertje’ aan wie zij haar geheime liefde openbaart. Hij beklaagt haar als zij naar Ježibaba gaat voor de transitie naar mens. Maar wat zagen we bij de vrolijk zingende nimfen en haar melancholische zusje Rusalka?

Westside Story?

Een naargeestig decor van een verarmde straat met pooiers en prostituees, en prominent in het midden een bioscoop. Boven de ingang een groot plakkaat met de aankondiging van ‘Prince and the Mermaid’, met het hoofd van de aantrekkelijke acteur die ‘Princ’ (Tsjechisch voor ‘prins’) speelt. Daar staat prostituee Rusalka in aanbidding naar te kijken. Onderwijl zingen de drie collega-sekswerkers hun liedje over het zilveren water van het meer. Met als gevolgd een fatale botsing tussen oog en oor. ‘Ik dacht dat ik naar ‘Westside Story’ zat te kijken’, stelde een medebezoeker verbaasd vast.

Desolate straat met op de rug gezien Johanni van Oostrum als Rusalka. Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

Want, zo stellen de beide regisseurs in het programmaboek: ‘Rusalka is een eenzame, berooide vrouw in de straten van New York. Zij en de bosnimfen zijn sekswerkers, en Vodník is hun pooier. Het beetje geld dat Rusalka verdient, besteedt zij, behalve aan drugs, aan bioscoopkaartjes. In de bioscoop vindt zij een ontsnapping aan haar dagelijkse realiteit. Ze raakt bezeten door het idee om ook zelf naar Hollywood te gaan. Zij wil niets liever dan een hartstochtelijke, perfecte relatie met de hoofdrolspeler van de films waar ze naar kijkt. Zij verlangt naar haar eigen Hollywood-sprookje.’

Rusalka (Johanni van Oostrum) vlucht in de wereld van Hollywood.Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

Plastische chirurgie

Zo begint de voorstelling ook als tijdens de ouverture een film op groot achterdoek wordt vertoond hoe een beeldschone vrouw met Bambi ogen zich aan vleit tegen een stoere marineofficier in stralend wit uniform omringd door puntgave matrozen. De omslag naar de New Yorkse straat kon niet heftiger zijn. Daar heeft heks Ježibaba een schoonheidssalon waar zij in een kelder (vernuftig wordt het decor hydraulisch omhoog gedrukt) plastische chirurgie toepast. Rusalka krijgt er haar Hollywood uiterlijk.  De Amerikaanse mezzo Raehannan Bryce-Davis was in de angstaanjagende tover-aria door haar struise figuur en kolossale stemgeluid een indrukwekkende moderne heks.

Ježibaba (Raehann Bryce-Davis) spreekt een vloek uit over de tegen de auto liggende teruggekeerde Rusalka (Johanni van Oostrum) Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

De scene verplaatst zich naar een filmset in Hollywood waar Rusalka haar droomacteur ontmoet. In Dvořáks opera gaat het om een feest in het paleis van de prins. Hij heeft Rusalka meegenomen, maar hij weet geen raad met zijn gevoelens voor de zwijgende vrouw.  De Tsjechische tenor Pavel Černoch gaf er met grote klank uiting aan. Een prinses dringt zich aan hem op, de mooi ogende en prachtig zingende sopraan Annette Dasch.

Annette Dasch (Cizí kněžna/de vreemde Prinses) en Pavel Černoch (Princ) verlaten de bioscoop terwijl Rusalka (Johanni van Oostrum) toe kijkt.Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

Verder wordt de scène bevolkt met nimfen en met watergeest Vodník, bij wie Rusalka troost zoekt als zij verstoten is. In het contact met hem en de waternimfen heeft zij overigens wel stem. Twee kluchtfiguren, de jachtopziener  (Erik Slik) en de koksjongen (Karin Strobos), brengen vrolijkheid in het spel. In de voorstelling zijn alle genoemde personages medewerkers in de filmset waar de opnames nogal chaotisch verlopen.

Op de filmset met ‘Princ'( Pavel Černoch), Rusalka (Johanni van Oostrum) en leden van het Koor van de Nationale Opera.Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

Dodelijke shot

Het derde bedrijf speelde zich weer af in het New Yorkse decor. Rusalka is terug bij af. Op het reclamedoek boven de bioscoopingang staat nu ‘The Mermaid is back’. Door haar mannelijke buurtgenoten wordt zij weggetrapt. Ježibaba scheldt haar uit en geeft haar een mes om de prins te doden. Ook collega-nimfen, de jachtopziener en de koksmaat (gekleed als hoeren, pooiers en ongure figuren met pistolen) verguizen haar. In de slotscène vraagt de prins om vergeving. Het New Yorkse decor schoof open en het filmbeeld aan het begin van de eerste acte  werd zichtbaar, nu als reëel decor. ‘Kus me, kus me, geef mij vrede’, smeekte de prins. Toen schoof het decor weer naar New York terug en zagen we Rusalka die zich, zittend tegen een aftandse limousine, een dodelijke shot gaf. Het sprookje om zeep geholpen door een mallotig regie-concept.

Johanni van Oostrum en Pavel Černoch. Foto: © Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera

Dvořáks Rusalka verdient beter. De eerste keer eerder dat DNO het werk uitvoerde was in 1963 met Jadwiga Wysoczanská in de titelrol, gevolgd door een serie voorstellingen in 1976  met de onvergetelijke Teresa Stratas in de titelrol in een poëtische productie. De laatste keer dat er een Tsjechische Rusalka op Nederlandse planken werd uitgevoerd, was in 1995 bij de pas geformeerde (Nederlandse) Reisopera met Anne Williams King als Rusalka, Hubert Delamboye als de prins en Ellen van Haaren als de vreemde prinses. Ook toen in een weinig geslaagd concept.

David Prins maakte in 2007 een Nederlandse bewerking van Rusalka voor Opera Zuid en ook Opera Compact maakte van die vertaling gebruik in hun Kleine Zeemeermin voorstelling in 2021.

Rusalka in de De Nationale Opera & Ballet in Amsterdam,  is nog te zien op 5,8, 13,17 en 20 juni om 19.00 uur en er zijn wtee matinee’s op 11 en 25 die om 14.00 uur beginnen.

Verder lezen, luisteren en kijken

Dirigente Joanna Mallwitz vertelt in deze video over Rusalka.

Tenor Pavel Černoch sprak met Place de l’Opera over zijn rol.

Peter Franken schreef in 2o22 over Rusalka met Asmik Grigorian.

Voor de echte liefhebbers is er op Youtube een vergelijking van Rusalka’s Lied aan de Maan van 1916 tot 2021….

 

 

 

Vorig artikel

Opera Klinghoffer onveranderd actueel

Volgend artikel

Julie Roset afwisselend en veelzijdig

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman