Euver Limbörgs muziektheater
Operagezelschap Opera Compact brengt volgens hun website benaderbare en toegankelijke producties in de regio (van Limburg). Nieuwste aanwinst Euver de grens wordt op het plein voor de kerk in Stamproy grotendeels gespeeld in Limburgs dialect, ook al wilde men niet aan de zangteksten komen en zijn die in de originele taal gelaten.

Als platform van het Limburgs is Euver de grens een mooie voorstelling, ook de thematiek zal sommige mensen aanspreken. Of het muziektheater ook als opera fungeert, is wel de vraag.
Euver ‘t toneel
Het uitgangspunt van de voorstelling (op een libretto van Frans Pollux en geregisseerd door Sybrand van der Werf) is toneel in het Limburgs (de beide zangers Huub Claessens en Fenna Ograjensk) danwel Vlaams (pianist Elisabeth de Loore) met tussendoor muziek. Dat is als platform voor het dialect een mooi startpunt, de vraag zal vanaf het begin wel zijn geweest hoe er van dit startpunt naar een opera toe zou moeten worden gewerkt. Daarover later meer.
Het toneel wil duidelijk over de actualiteit gaan. Een Limburger genaamd Willem (Claessens) wil de grens oversteken, in de voorstelling uitgebeeld door een houten tralies hek. Hij komt er echter niet in, want hij is niet “van hier”. Gezien Claessens wel Limburgs praat, snapt hij de terughoudendheid niet. Of je door je herkomst al dan niet bij een bepaalde groep hoort en of dat anderen het recht geeft je buiten te sluiten, is dus het eerste thema dat naar voren wordt geschoven. Dit zal sommigen boeien en anderen zullen het meer als een les filosofie of maatschappijleer afdoen.

Al snel gaat het echter over heel andere zaken: misschien is Claessens wel besmet met een door muggen overgedragen virus. De voorstelling vliegt in al zijn fantasie uit de bocht, zo mag je dat denk ik wel stellen. Buiten het begrensde gebied blijkt het land overstroomd te zijn, daardoor ging de hygiëne achteruit en kwamen er muggen die een virus hebben verspreid dat vooral mannen trof (zo wordt er in het wildeweg gefantaseerd). En dus voor de vrouwen achter het hek, die allemaal een nummer hebben gekregen (jawel), is het verboden contact te hebben met de mogelijk besmette buitenwereld, vooral met de mannen.
Voor wie de hier geschetste dystopie met al zijn clichés voor lief wil nemen voor zolang de voorstelling duurt, heeft de voorstelling nog wel genoeg overpeinzingen en gevoelige momenten te bieden. Vrouw 23 (De Loore) gaat langzaam overstag voor de wens van Willem om zijn eigen vrouw te zien, maar Vrouw 2 (Ograjensk) radicaliseert. Uiteindelijk besluit zij Vrouw 23 ook buiten te sluiten, ze richt het hek op en heeft nu alleen haar eigen toren te bewaken. Dus door steeds voor de eigen groep te kiezen, vernauwt het beeld ook van welke groep dat is, waardoor je steeds meer alleen komt te staan. Een mooie overpeinzing.
Het stuk heeft een gedurfde ontknoping die niet iedereen zal appreciëren.
Is het toneel de grens van opera-land overgestoken?
Hoe men van dit toneel een opera heeft willen maken, is door liederen toe te voegen voor bas-bariton Claessens (Schubert, R. Strauss en Wolf) en voor sopraan Ograjensek stukken van Wagner-opera’s. Verder zijn er nog muzikale intermezzi tussen de scènes in en een toepasselijk samen gezongen Ballade über die Frage: Wovon lebt der Mensch? van Kurt Weill. Inderdaad is Weill vanwege zijn nihilisme, satire en bewuste lelijkheid een heel goede keuze.

Dat de overige liederen -die bijvoorbeeld over een reiziger gaan- wel redelijk aansluiten bij het bedachte verhaal komt goed uit voor de voorstelling. Iets minder gelukkig is de keuze voor Erlkönig, waarbij de passages van Erlkönig vervangen zijn door saxofoon om ervoor te zorgen dat het lied alleen nog over een noodlijdende vader en dochter gaat. Het titelpersonage is dus uit zijn eigen lied gecoupeerd. Als het lied minder bekend was, had ik me er misschien overheen kunnen zetten.
De link van het verhaal met de Wagner-opera’s ligt minder voor de hand. Het lijkt erop dat Ograjensek gewoon graag wilde laten horen dat ze deze vocaal veeleisende gedeelten kon zingen (wat ze ook kon). De wat geforceerde koppeling met de muziek van Wagner wordt gezocht in het fanatisme van Vrouw 2. Wagner komt immers heftig over. Maar echt ergens over gaan doet de muziek niet meer. Als Vrouw 2 op een gegeven moment Willem onder schot houdt, zingt ze een gedeelte van Ortrud uit Lohengrin – Ortrud, dat valse heidense mens, roept hier haar Germaanse goden aan om de Christelijke plannen van Elsa te dwarsbomen. De link met het Limburgse verhaal is naar mijn oordeel te zwak. Dat geldt ook voor de andere twee gedeelten: om Vrouw 2 als verliefde Brünhilde te laten verschijnen wordt er geforceerd een geliefde het verhaal ingebracht (Sywert van Lienden als ik het goed begrepen heb) en uitkijkend vanuit haar toren zou ze een zaal in de Wartburg moeten zien, als we de tekst van Tannhäuser mogen geloven.

Al met al komt de voorstelling op mij over als op kunstliederen gebaseerd muziektheater, met kunstmatig ingebrachte Wagner. Of dit het predicaat “opera” waardig is, mag u dan zelf bepalen.
Euver de zengers
Als we even parkeren wat er allemaal gezongen en gespeeld wordt, en ons nu beperken tot “hoe”, dan kunnen we positief afsluiten.
Claessens is namelijk een prettige liedzanger en acteur. Voor zijn eennalaatste lied, Ruhe, mein Seele, liet hij zijn microfoon uitzetten. Op het kerkplein in Stamproy is dat wel zacht, maar eigenlijk veel mooier. Een fijne keuze dus. Versterkt klinkt Claessens soms wat benepen in de hoogte. De ‘aa’ is niet zijn vocaal, die moet hij nasaal maken. Onversterkt valt dit allemaal niet op en gaat het muziektheater op een gevoelige manier richting het eind.

Naast het zingen speelde Claessens heel verdienstelijk saxofoon, trompet en in de ouverture ook bugel. De ouverture van Der Fliegende Holländer klinkt met zijn bugel en begeleiding op piano van De Loore heel behoorlijk. Later valt Ograjensek nog in, die ook saxofoon speelt. De spanning en het avontuur van deze ouverture blijven bij dit trio behouden. Ze spelen ook zeker goed genoeg voor prettig beluisterbare intermezzi.
Ograjensek heeft een uitstekende stem voor Weill, en zeker ook voor Wagner, al had ik haar dan liever onversterkt gehoord. Zingend met microfoon en onder begeleiding van een tape, komt ze al goed uit de verf. Dat ze goed kan resoneren is alsnog duidelijk, en ze kan goed door de registers zingen. Dat horen we natuurlijk graag in een zaal, met echt orkest. Misschien was het doel van Euver de grens wel om daar binnen te komen.
Euver de grens werd twee keer uitgevoerd op het kerkplein in Stamproy, en wordt op 20 september nog een keer uitgevoerd in het Openluchttheater in Valkenburg.
Verder lezen
Regisseur Sybrand van der Werf over Euver de grens.
In 2023 bezocht Aaike Nortier de voorstelling van La Traviata door Opera Compact.