Operarecensie

Omroepkoor op dreef in droef klokkenfeest

AVROTROS Vrijdagconcert vierde haar seizoensopening op 18 september met daverend klokgelui, een hoge gast en zoete versnaperingen in de pauze. Maar tijdens dit Russische festijn loerde overal vertwijfeling, stemgegeven door een formidabel Groot Omroepkoor. Gouden sopraan Marina Rebeka bood het helderste straaltje hoop.

Sopraan Marina Rebeka.
Sopraan Marina Rebeka.

Een sleutelscène in Tarkovski’s film Andrei Rublev is het gieten van een enorme kerkklok. Nog meer dan de vijftiende-eeuwse iconenschilder Rublev belicht de filmklassieker de Russische ziel, waarin dat oerinstrument al eeuwen diep resoneert.

Een ander voorbeeld is Sergej Rachmaninovs dichterlijke omschrijving van de muziekkunst als “vaag klokgelui bij de vesper”. En in ballingschap koesterde hij zijn herinnering aan de “vier zilveren klaagtonen” van de kathedraal in Novgorod.

Toch symboliseren de metalen klanken behalve milde vroomheid wellicht ook een harde volksaard, steeds weer opgezweept door onbuigzame leiders. Zoals Stalin (‘man van staal’), die klokken omsmolt en iconen verbrandde, maar vooral miljoenen menselijke slachtoffers maakte. In 1913 voorspelde Rachmaninov die gruwelen al met de sinistere slotdelen van zijn koorsymfonie De Klokken, vrijdagavond de hoofdmoot in een goedgevuld TivoliVredenburg in Utrecht.

Voor het openingswerk, de kroningsscène uit Boris Godoenov, was ook het podium druk bezet. De gekozen versie van Sjostakovitsj dikt Moessorgski’s oorspronkelijke orkestratie namelijk flink aan. Dirigent James Gaffigan zweepte het Radio Filharmonisch Orkest op tot orkaansterkte, waar het Groot Omroepkoor desondanks haar jubelende ‘Slava’-uitroepen bovenuit projecteerde. Contrastwerking ontbrak helaas door het weglaten van Boris’ aria vol zorg en valse nederigheid. Een gemiste kans, met in de coulissen een prima bas-bariton…

Na deze klokkenorgie klonk slechts één buisklok in Arvo Pärts Cantus in Memoriam Benjamin Britten. Maar niet met minder effect. Magisch hoe de afsluitende natrilling troost toevoegde aan het intens sombere mineurakkoord. De wijze waarop de strijkerssecties beurtelings tot rust kwamen, miste in mijn oren echter de beoogde verstilde eenvoud. Pärts specifieke stijl blijkt toch in de beste handen bij specialisten.

Net als de Est Pärt werd de Georgiër Giya Kancheli onlangs 80 jaar. Beiden kijken op eigen wijze terug op hun leven in de Sovjettijd. Waar Pärt zich haast als monnik afkeert van de wereld, getuigt Kancheli’s oeuvre van stil maar vastberaden verzet. De componist kwam uit Antwerpen over voor de Nederlandse première van zijn koorwerk Dixi (‘Ik heb gezegd’), maar ontweek met grapjes de vragen van inleidster Thea Derks. Hij had immer alles al gezegd…

Verpletterend bleek de live-ervaring van dit werk: een dialoog tussen snijdende orkesterupties en transparante samenklanken van de zangers, doorgaans op fluistertoon. Maar ook fel gescandeerde uitroepen werden door het Groot Omroepkoor indringend gerealiseerd, met enkele niet spatgelijke inzetten als miniem smetje.

De verstaanbaarheid was niet optimaal, maar bleek ook niet doorslaggevend bij deze fragmentarische Latijnse spreuken, uitmondend in een ‘allesoverwinnende waarheid’ die geen verdere uitleg behoeft.

James Gaffigan (foto: Margeretta K. Mitchell).
James Gaffigan (foto: Margeretta K. Mitchell).

Kancheli’s werk is bleek, maar allerminst troosteloos. Als grassprieten op een verschroeide akker schoten vanuit het orkest hoopvolle blazerssoli op. Een zacht wenende accordeon opende voor mij direct een wereld van bitterzoete heimwee.

Na de pauze opende het orkest met een geheel andere sfeer, die van een wintersprookje, in Kolokola, naar eigen zeggen Rachmaninovs beste werk. De tekst is een zeer vrije vertaling van E.A. Poe’s gedicht The Bells en beschrijft vier levensstadia aan de hand van zilveren arresleebelletjes, gouden bruidsklokken, bronzen noodklokken en ijzeren doodsklokken.

Waar Poe inzet op naïviteit en groteske humor, kleurt Rachmaninov alles met een droefgeestig penseel. Het dirigeerstokje van de gedreven Gaffigan had hetzelfde effect op het virtuoze Radio Filharmonisch Orkest. Hoewel ik hoopte op iets meer tinteling in deel één en sensuele zindering in deel twee, was de totaalindruk van een meeslepende weemoed, met genoeg lucht tussen de noten voor de ‘verborgen’ Dies Irae-motieven.

Het tumultueuze derde deel, zonder solisten, vormde een forse uitdaging voor het Groot Omroepkoor, maar de nieuwe leider Klaas Stok had zijn mensen uitstekend voorbereid. Aangevuld met het Vlaams Radio Koor lieten de zangers alle alarmbellen krachtig rinkelen, al had een Russisch koor misschien nog een scheutje venijn toegevoegd.

Van de drie vocale solisten was de uitblinker voor mij de Letse sopraan Marina Rebeka, die velen zich zullen herinneren als karaktervolle Mathilde in Rossini’s Guillaume Tell bij De Nationale Opera. Ook nu imponeerde haar kernachtige, fluweelomhulde geluid, waarin zowel de sombere voorgevoelens van de jonge bruid als haar hoopvolle verwachting doorschemerden.

Dat de vreugdeoproepen van Sergej Skorokhodov enigszins geforceerd klonken, lag meer aan de dikke orkestratie dan aan zijn inzet en warme tenorstem. Andrej Bondarenko had ik graag gehoord als gekwelde Boris Godoenov, maar in het slotdeel miste zijn ruig vibrerende bas-bariton de ijzige kalmte van een doodsengel. Hij blies niettemin veel leven in de angstaanjagende woorden, die pas in de laatste regel een lichtpuntje tonen.

Rachmaninov was geen man voor een uiterst subtiele majeurwending, zoals Arvo Pärt benutte in zijn Cantus. Maar in de zorgvuldig doserende handen van James Gaffigan verjoeg de louterende climax alle eerdere muizenissen uit de hoofden van de toehoorders.

Vorig artikel

Bieito maakt intense Tannhaüser

Volgend artikel

Podcast: André Morsch zingt met plezier

De auteur

Martin Toet

Martin Toet

3Reacties

  1. Sander
    22 september 2015 at 10:24

    Het concert is hier terug te zien. Zeker de moeite waard. https://www.youtube.com/watch?v=Jk-gfR8ruqo

  2. Freek
    22 september 2015 at 17:29

    Dag Sander,

    Dank voor de link, maar volgens YouTube mag ik de video niet terugzien. Erg jammer, want ik werd wel enthousiast door de recensie van Martin Toet. Weet je toevallig ook hoe de video wel voor iedereen zichtbaar kan worden?

  3. Freek
    22 september 2015 at 17:32

    Ik heb nog even wat gezocht en via deze link zou je er wel moeten kunnen komen: https://www.youtube.com/watch?v=fvy0nN5t0Po