John Osborn fenomenale Faust in Luik
Zes en een half jaar geleden was ik naar het Belgische Luik afgereisd om daar een voorstelling van Faust van Charles Gounod bij te wonen. Toen memoreerde ik nog dat deze opera ooit één van de meest populaire opera’s was. De Metropolitan Opera in New York opende zelfs met dit werk op 22 oktober 1883 – in het Italiaans gezongen overigens. Vandaag de dag wordt Faust niet echt regelmatig meer op de bühne gebracht, hoewel opvallend genoeg het werk in de grotere theaters beter repertoire heeft weten te behouden: zo kun je de opera dit seizoen zien in o.a. Wenen, Milaan en München. In de Benelux was het werk niet te zien in de afgelopen zes en een half jaar. Tot afgelopen vrijdag, toen wederom de Koninklijke Opera in Luik een nieuwe productie van het werk presenteerde, dit keer in de regie van de Amerikaan Thaddeus Strassberger.

De Franse componist Charles Gounod componeerde zijn vierde opera Faust tussen 1855 tot 1859. De opera zag het licht op 19 maart 1859 in het Théâtre Lyrique te Parijs met gesproken dialogen. In latere versies van het werk had Gounod wat toevoegingen gedaan en de gesproken teksten vervangen door muzikale recitatieven. Het is deze latere-, inmiddels standaardversie die Luik uitvoert de komende anderhalve week. De oerversie van Faust staat dit seizoen bij de NTR ZaterdagMatinee op het programma op 13 december 2025.
Hoewel de inspiratiebron Goethe’s Faust was, volgt de opera van Gounod niet helemaal de verhandelingen in dat werk. Maar de basis is uiteraard gelijk: De bejaarde Faust verkoopt zijn ziel aan de duivel (Méphistophélès), die hem in ruil hiervoor een aantal dagen jeugdigheid geeft, waardoor hij alsnog de liefde kan ervaren met in het bijzonder Marguérite (Gretchen bij Goethe). Omdat de jeugdigheid maar van korte duur is, kan Faust ook geen langdurige liefde bieden, waardoor de inmiddels zwangere Marguérite verdoemd is. De broer van Marguérite, Valentin, duelleert met Faust om de eer van zijn zus te redden. Uiteraard moet hij dat bekopen met de dood, aangezien Faust wordt ondersteund door de duivel. Stervend vervloekt hij zijn zuster. In de laatste akte sterft de gebroken Marguérite en wordt door het Goddelijke vergeven in de apotheose “Christ est ressuscité”.
Muzikaal was deze nieuwe productie van Faust bij de Opéra Royal Wallonie een voltreffer. De muzikaal directeur van het gezelschap, Giampaolo Bisanti, dirigeerde erg goed. Toen hij drie jaar geleden aantrad als nieuwe chef, vond ik hem vooral onstuimig dirigeren (concert met Plácido Domingo*), maar inmiddels heeft hij zich als ideale dirigent voor het traditionele Luikse repertoire ontpopt. Hij liet een prachtige zoetgevooisde klank uit het orkest komen, precies wat er nodig is voor een opera van Gounod. Het gevaar is evenwel dat Gounod te veel als een suikertaart klinkt, maar door scherpe contrasten aan te brengen, gaf hij een perfecte weergave van de partituur. Vanuit dat perspectief was het erg jammer dat het productieteam had besloten het lange ballet in de Walpurgisscène (5de akte) achterwege te laten.

De ambitieuze Bisanti had de touwtjes dus perfect in handen, waarbij eveneens opviel hoe goed het koor zong, veel beter dan ik in de voorgaande jaren gewend was van het operahuis in Luik. Ook hierin hoor je de kwaliteit en gedrevenheid terug van hun chef-dirigent. Het is dan ook goed nieuws dat het operatheater recentelijk het contract met hem tot 30 juni 2031 heeft verlengd.
Uitstekende zang
Naast het prachtige orkestspel werd er ook meer dan uitstekend gezongen. De rol van Faust werd gezongen door de tenor John Osborn. Deze Amerikaanse tenor zingt nu al meer dan 20 jaar aan de top en alles wat hij doet klinkt als een klok. Zijn stem ligt al jaren perfect in het Franse repertoire. Zo past de rol van Faust, die voor menig tenor toch wel een te grote uitdaging blijkt, als een fluwelen handschoen. Met zijn solide techniek hoeft hij nergens te forceren in de hoogte en kan hij zelfs de mooiste pianissimi de zaal in projecteren zodat iedereen ze hoort. Een uitzonderlijke tenor die hopelijk ons nog vele jaren trakteren zal op prachtige avonden.

De rol van Méphistophélès werd gezongen door de vedette Erwin Schrott, geen overbodige luxe! Mijn ervaring met Schrott is dat hij echt gedisponeerd moet zijn om ons de kracht en de schoonheid van zijn zingen te laten ervaren. Afgelopen vrijdag was hij uitstekend gedisponeerd. Hij zette een elegante duivel neer, op het humane af. Dit komt mede door de regie, want bij zijn entree zie je dat zijn engelenvleugels net zijn afgehakt. De verstoten engel is nog maar net duivel geworden. Faust is dus zijn eerste projectje als duivel, wat tot gevolg heeft dat hij nog allesbehalve verbitterd is. Een aardige vondst van de regie, maar totaal overbodig om het verhaal van Faust neer te zetten. Maar terug naar Schrott. Hij zong met volledige overgave zijn rol. Vocaal krachtig daar waar nodig, maar ook gevoelig beheerst in de wat softere passages.
De Georgische sopraan Nino Machaidze zong de rol van Marguérite. Ooit debuteerde zij bij de Salzburger Festspiele in Roméo et Julliete, de andere repertoire opera van Gounod, waarin ze last minute inviel voor Anna Netrebko. Machaidze is duidelijk inmiddels van middelbare leeftijd, wat uiteraard geen probleem is om de rol van Marguarite te zingen, maar naar mijn smaak verlangt deze rol een jeugdigere puurheid, op het naïeve af, iets dat Machaidze ontbeert. Op zich heeft Machaidze een mooie solide stem en voldeed ze met name in de dramatische passages, maar in de beroemde juwelenaria kwam ze die jeugdigheid en flexibiliteit te kort.

Met de Oostenrijkse Markus Werba was de rol van Valentin eveneens luxueus bezet. Hij zette met zijn mooie krachtige baritongeluid een stevige Valentin neer. Ook hij is de leeftijd van een student gepasseerd en dat hoor je eveneens bij hem. Maar vocaal was het mooi. Altijd jammer dat de rol van Valentin zo kort is (en nog een geluk dat Gounod de prachtige aria “Avant de quitter” voor de Engelse première van de opera toevoegde – in het Engels nota bene). Van de overige zangers viel het uitstekende optreden van Elmina Hasan (Siebel) op.

De regie van Strassberger was matig, maar niet hinderlijk. De eerste scène, waarin een oude man de rol van Faust speelde, terwijl John Osborn vlak achter en deels boven hem stond te zingen, had iets bespottelijks. Faust ontkleedde zich en ging in een bassin zitten om te badderen. Eerst veronderstelde ik nog dat deze constructie was omdat de regisseur de Faust zonder kleren in bad wilde laten stappen, maar dat was niet het geval: met hemd en al stapte deze in het bad (mogelijk het bad van de jeugd?) Totaal onduidelijk waarom het nodig was om een acteur die paar minuten de rol van Faust te laten spelen.

Verder ontvouwde zich een regie die weinig verheffends kende, met een bühnebeeld (ook door Strassberger ontworpen ) dat fin de ciècle ademde met veel zwart, goud en blauwe kleuren. Geen overdadige exorbitante enscenering die geheel passend zou zijn met de tradities van de Opéra Royal, maar eerder een weinig zeggende productie met onnodige verwijzingen naar een kuise Adam en dito Eva. Het enige voordeel dat deze regie bracht was dat alle focus en aandacht vloeide naar het uitstekende muzikale niveau van de voorstelling.
Faust is nog te zien op 16,18 en 20 september in Luik.
Verder kijken, luisteren en lezen
Monique ten Boske zag in 2024 een prachtige Faust n Parijs.
*Lennaert van Anken over Plácido Domingo in Luik in 2022.