Achtergrond

Mijn Strauss: Ariadne auf Naxos

Richard Strauss componeerde vijftien opera’s. Peter Franken zag er elf meerdere keren in het theater. In een serie kijkt hij terug op memorabele voorstellingen van al die titels. In deel vier: Ariadne auf Naxos in Enschede.

Scene uit Ariadne auf Naxos (© Marco Borggreve).

Dit is één van mijn favoriete Strauss-opera’s; elke geslaagde voorstelling van dit werk is een feestje. En zo heb ik er al heel wat gezien. Het Aalto-Musiktheater in Essen kwam in 2012 met een zeer geslaagde productie van dit werk en ook de productie van Dietrich Hilsdorf die ik in 2019 in Düsseldorf zag, was in alle opzichten het reisje waard. Maar de beste herinneringen bewaar ik aan de Opera van het Jaar 2016, de Ariadne van de Nederlandse Reisopera.

Ariadne auf Naxos gaat over een feestje ten huize van ‘de rijkste man van Wenen’, waarvoor een stukje muziek is besteld om de gasten te vermaken tussen het diner en de afsluitende vuurwerkshow. Dat stukje muziek is een opera seria getiteld Ariadne auf Naxos en de componist in kwestie kan van het uit te keren honorarium wel weer een halfjaar rondkomen. Wat hij onvoldoende beseft, is dat hij samen met de geleverde muzieknoten zijn artistieke vrijheid heeft verkocht. Dat wordt pijnlijk duidelijk als blijkt dat hij het toneel moet delen met een ‘vaudeville troupe’, omdat het anders te saai wordt.

Een kleine vergelijking is hier wellicht op zijn plaats. Een goede kok werkt niet met een kookboek, maar creëert zijn eigen gerechten; hij is een artiest. Toch vindt men het heel gewoon dat zo iemand in loondienst is en op commando presteert. Zeker als je het relateert aan de achttiende eeuw met de adel als werkgever. In die context moet ook de status van een huiscomponist worden gezien. Hij creëert op bestelling, net als zijn collega in de keuken.

Regisseur Laurence Dale liet Strauss’ meesterwerk voor zichzelf spreken en dat was een verstandige keuze. Het werk biedt voldoende aanknopingspunten om zonder ‘concept’ een schitterende theateravond te kunnen realiseren. Gary McCann was verantwoordelijk voor zowel het decor als de kostuums. Hij ontwierp een strak vormgeven kiosk met stilistische accenten van een Griekse tempel. Daarin stond een aantal fraai vormgegeven grote beelden in Griekse stijl.

Na de pauze maakten de beelden plaats voor een lage rots, die Ariadnes eiland symboliseerde. Videobeelden op de achtergrond zorgden voor bijpassende impressies: een baai met kabbelend water, storm, vuur en aan het einde natuurlijk vuurwerk. Tekst en videobeeld liepen voorbeeldig met elkaar in de pas, compliment!

De kostumering bleek goed afgestemd op de verschillende personages. Ariadne en haar drie nimfen – Najade, Dryade en Echo – waren in stemmige Victoriaanse jurken gehuld, Zerbinetta in een frivool jurkje dat in eerste aanleg bedoeld was om haar benen te laten zien, Bacchus in een rood kostuum met overdreven krullerige pruik, de componist in een stemmig donker pak. Over elk detail was nagedacht.

Behalve een paar figurerende feestgangers was een viertal dansers aan de cast toegevoegd. Wat je daarvan vindt, is een kwestie van smaak. Persoonlijk ben ik er geen voorstander van, zeker als er geen grote gaten in de reguliere handeling vallen, maar in dit geval pakte het goed uit.

Scène uit Ariadne auf Naxos. (© Marco Borggreve)

Karin Strobos excelleerde als de gefrustreerde componist, die zich laat lijmen door een koketterende Zerbinetta in een mooi gezongen ‘Ein Augenblick ist wenig, ein Blick ist viel’. De lange lijnen die de componist zijn alter ego in de opera voorschotelt, zijn een kolfje naar haar hand. Als vanzelf haalde ze het gehele voorspel naar zich toe.

Na de pauze was er de strijd tussen twee prima donna’s. Ariadne is natuurlijk de echte, maar Strauss heeft haar een concurrente van formaat gegeven in de persoon van ‘streetsmart’ Zerbinetta. De Koreaanse sopraan Soojin Moon had een aantal jaren geleden veel succes met haar vertolking van Cio-Cio-San in Madama Butterfly van Opera Zuid. Het publiek wist dus wat men kon verwachten en werd bepaald niet teleurgesteld. Met de monoloog ‘Ein schönes war: hieß Theseus-Ariadne’ liet Moon horen wat ze in huis heeft, om vervolgens met het topstuk ‘Es gibt ein Reich’ nog eens even flink uit te pakken. Hier stond een geweldige Ariadne. Wat een gouden greep om haar voor deze rol te contracteren.

Daarbij kon Jennifer France als Zerbinetta natuurlijk niet achterblijven. Haar coloratuuraria ‘Großmächtige Prinzessin’ bleek een absolute showstopper. France kon hiermee wedijveren met Gruberova in haar beste jaren. Haar act werd vindingrijk begeleid door de aanwezige dansers, wat ook nog eens een Las Vegas-tintje aan het geheel gaf: heerlijk theater.

Het valt mij altijd zwaar om oprecht enthousiast te worden van het optreden van Bacchus. De muziek die Strauss voor de rol heeft geschreven klinkt nogal geforceerd en je moet je er als toehoorder voortdurend van bewust zijn dat de arme man gewoon zingt wat hij moet zingen. Martin Homrich kweet zich uitstekend van deze toch wat ondankbare taak. Strauss en tenoren: dat is nooit echt iets geworden. Sopranen en baritons, daar kon hij wat mee.

De begeleiding was in handen van het Noord Nederlands Orkest onder leiding van Antonino Fogliani. Hij liet het orkest klinken zoals ik dat in deze toch wel merkwaardige bezetting gewend ben, met een piano als belangrijk extra instrument. Mooi werk ook van de klarinetten en hoornisten.

Vorig artikel

Concert 401NederlandseOperas verplaatst

Volgend artikel

Opera in de media: week 22 van 2020

De auteur

Peter Franken

Peter Franken