AchtergrondInterviews

De ‘Class of 2020’ van DNOA

De afronding van hun opleiding aan de Dutch National Opera Academy (DNOA) verliep anders dan voorzien. De lessen konden alleen online doorgaan en de eindproductie van La clemenza di Tito verviel. Place de l’Opera stelt u graag voor aan Linsey Coppens, Rolfe Dauz en Marion Dumeige: de ‘Class of 2020’ van DNOA.

Scène uit A Dinner Engagement, de zomerproductie van 2019, met Marion Dumeige als tweede van links, Rolfe Dauz in het midden (met pet) en Linsey Coppens rechts van hem, met het grijze haar. (© Jan Fotograaf)

De Dutch National Opera Academy (DNOA) is een gezamenlijke operaopleiding van de conservatoria van Den Haag en Amsterdam. In twee jaar voltooien de studenten hun master, waarin grote nadruk ligt op de beroepspraktijk. ‘We leren ze de nuts and bolts van het vak; opleidingen als DNOA zijn een essentieel onderdeel van de operavoedselketen’, zei artistiek leider Paul McNamara van DNOA vorig jaar in een interview. De afgelopen week, kort na het officiële einde van het schooljaar, spraken we drie studenten, apart van elkaar, via Skype, Zoom en de telefoon.

Het DNOA-jaar zou deze zomer eindigen met een grote productie van Mozarts Clemenza di Tito. De voorstelling was gepland op locatie, in Radio Kootwijk, met het Nationaal Jeugdorkest onder leiding van Antony Hermus en met regisseur Lisenka Heijboer Castañon. Door corona stopten begin maart alle livelessen en al snel werd duidelijk dat de NJO Muziekzomer volledig zou worden afgelast.

Mezzosopraan Linsey Coppens, bariton Rolfe Dauz en sopraan Marion Dumeige, op weg naar hun ‘master of opera’, studeerden thuis verder en kregen lessen via Zoom. Corona trok een dikke streep door die laatste maanden, die gevuld zouden zijn met de gespannen voorbereiding op de zomerproductie. La clemenza zou het feestelijke einde betekenen van hun periode bij DNOA.

Marion Dumeige.

Marion Dumeige realiseert zich dat er in die afsluitende maanden van haar opleiding veel kansen gemist zijn. ‘Ik had me verheugd op de samenwerking met Antony Hermus, die ik al kende van een masterclass’, vertelt ze.

Doodjammer, maar er zaten voor haar ook positieve kanten aan de gedwongen stilte. ‘Net voor de crisis ben ik begonnen bij een nieuwe zangdocent. Gedurende die eerste maanden in het voorjaar had ik de kans om te werken aan mijn techniek, zonder de druk van optreden, zonder stress. In die periode heb ik me gerealiseerd hoe graag ik, met alle collega’s, op het podium sta, voor een publiek.’

Rolfe Dauz was noodgedwongen veel thuis en vond tijd om aandacht te besteden aan zijn geestelijke gesteldheid en aan zijn spiritualiteit. ‘Ik heb een routine kunnen opbouwen die ik graag na de coronacrisis wil volhouden: een vast, gefocust aantal uren om echt geconcentreerd zang te studeren, en daarna tijd besteden aan andere dingen.’

Hij vond de plotselinge introversie en de extra tijd die er was wel prettig. ‘Ik kon studeren en er was ruimte om te groeien. De opleiding vraagt veel, het was ook fijn om tijd voor mezelf te hebben. Ik hoefde minder te reizen, maar ik miste de coachings in de studio. Nu klikte ik na een sessie op de ‘leave button’ op mijn laptop en was ik weer alleen.’

Linsey Coppens zat bij het uitbreken van de coronacrisis net voor de première van PASSIO bij The Fat Lady in Haarlem. Daar werd nog even gedacht over spelen voor de helft van het publiek, maar al snel bleek dat alles werd stilgelegd. Ze vertrok van haar kleine kamer in Nederland terug naar Vlaanderen, naar haar ouders.

Voor het eerst sinds lang weer thuis, dat was even wennen. ‘Mijn ouders vonden het fantastisch. Van corona merkte je niet zo veel in onze omgeving. We wandelden dagelijks, maar het voelde toch als een soort straf, zoiets wat je moet uitzitten. Ik heb er een hekel aan als alle dagen vrijwel hetzelfde verlopen. Tijdens de lockdown ben ik massaal rollen gaan leren. Ik zou Dorabella zingen op het Bredeweg Festival en natuurlijk deze zomer Sesto. Ik studeerde ook nog even Tweede Dame, dat gaat ooit van pas komen. Maar ik had geluk: snel nadat het weer kon, kreeg ik de kans om te zingen bij De Nationale Opera Studio. Daar had ik al eerder contact mee gehad en ze nodigden me uit om mee te werken aan het programma voor Zomerzang.’

Caen, San Francisco, Antwerpen

De drie jonge zangers, die zich nu officieel ‘master of opera’ mogen noemen, deden hun vooropleiding in de regio waar ze opgroeiden. Marion, geboren in de buurt van Caen, behaalde in Rennes haar ‘diplôme d’études musicales’, dat toegang kan geven tot het hoog aangeschreven conservatorium in Parijs. Toch werd dat niet haar volgende stap. ‘Ik deed in mijn laatste jaar audities in verschillende Europese steden, met als favorieten Parijs en Amsterdam. Toen ik in Amsterdam werd aangenomen voor de bacheloropleiding, ben ik meteen gestopt met auditeren. Het werd voor mij echt de eerste keuze, ook vanwege de stad.’

Rolfe Dauz.

De Filipijns-Amerikaanse bariton Rolfe Dauz groeide op in San Francisco en studeerde in Montreal en New York. Zijn samenwerking in 2016 in het Canadese Banff met DNOA-alumnus Jasper Leever (tegenwoordig lid van de operastudio in Stuttgart) ligt aan de basis van zijn keuze voor Nederland, twee jaar geleden. ‘Ik heb altijd in mijn achterhoofd gehouden dat ik voor mijn vervolgopleiding in Europa wilde studeren.’

Mezzosopraan Linsey Coppens behaalde haar bachelor aan het conservatorium van Antwerpen. ‘Toen ik klaar was, moest ik uitzoeken of ik echt solist wilde zijn of toch koorzanger.’ Ze had tijdens een zomercursus in Salzburg een docent leren kennen die haar uitnodigde bij haar te komen studeren. ‘Ik dacht aan ergens in Duitsland, maar ze bleek in Miami te werken. Ik haalde er mijn master in vocal performance. Bij audities voor Amerikaanse talentenprogramma’s bleek dat men doorgaans een voorkeur had voor kandidaten uit de VS.’ Min of meer bij toeval – ze was net even thuis in Vlaanderen – auditeerde ze bij DNOA en werd aangenomen.

Terugkijken

Marion moest in haar eerste jaren in Amsterdam, voor ze doorstroomde naar DNOA, wennen aan de andere stijl van onderwijs. ‘Ik vond het in Frankrijk meer competitief, niet alleen in positieve zin. In Amsterdam deed ieder zijn ding en was iedereen bereid je te helpen. De docenten waren geïnteresseerd in je proces, in het ontdekken wat bij je past. Je eigen ontwikkeling en zelfstandigheid stonden centraal.’

Het programma van de tweejarige opera-academie is intensief, met lessen, workshops, masterclasses en grote, geënsceneerde producties waarin de studenten praktische ervaring opdoen. Rolfe kijkt met plezier terug op de zomerproductie van vorig jaar, de double bill van Blond Eckbert en A Dinner Engagement, geregisseerd door Robert Chevara. ‘Het werken met een regisseur die ruimte bood om te experimenteren en te werken in dialoog, was geweldig’, herinnert Rolfe zich.

‘Ik vind het proces op weg naar een optreden steeds belangrijker. In New York heb ik met Dawn Upshaw gewerkt, een heel bescheiden vrouw. Ze zei: ik wou dat ik, toen ik jullie leeftijd had, mezelf niet zo serieus had genomen.’ Natuurlijk moet je het vák serieus nemen, meent Rolfe, ‘maar er moet ruimte zijn voor plezier en speelsheid. Kijk maar naar kinderen. Iets van dat gevoel zou ook in het professionele werk moeten zitten.’

Linsey Coppens.

Rolfe Dauz is ook wel blij dat zijn opleidingsperiode nu echt voorbij is. ‘Ik vind het tijd om meer zelf te gaan bepalen wat ik doe. Tijdens een opleiding krijg je voortdurend te horen wat je moet doen. Ik heb flink wat discussies gehad met de leiding van DNOA, we waren het niet altijd eens. Op een bepaald moment kon ik een engagement krijgen bij een grote productie en dat paste niet in de planning van DNOA. Het gesprek werd weleens verhit, maar dat gaat zo.’

In A Dinner Engagement vorige zomer zong Marion de rol van Lady Dunmow. Voor haar is dat een dierbare herinnering. ‘Ik heb veel dramatische, boze en negatieve karakters gezongen en dit was nou eens een komisch karakter. Het leuke was om zelf totaal serieus te zijn en zo een lach op te roepen bij het publiek. En dan ging het ook nog voortdurend over eten! Ik ben Française en dus een enorme foodie.’

De feedback die Linsey Coppens aan het begin van haar opleidingen weleens kreeg – onder meer van de jury van het Internationaal Vocalisten Concours – was dat men een sparkle miste in haar performance. Ze stelde zichzelf voor de jaren bij DNOA de opdracht om die te vinden.

‘Wat mij uniek maakt als zangeres, daar wilde ik naar op zoek. Voor het vinden daarvan bestaat geen geheime formule, maar het pakket dat DNOA aanbiedt is zo breed, dat gaat om drama, het gebruik van je lichaam en zangcoachings. Voor mij was het belangrijk om mijn lichaam te betrekken in mijn zang. Ik heb in de laatste twee jaar geleerd hoe je een operapersonage beleeft, wat je stage presence kan zijn en hoe je door het personage je muzikaliteit en je ideeën over de rol onder woorden kunt brengen. Voor mij was de hoofdrol van Jo in Little Women, afgelopen januari, het hoogtepunt van deze twee jaar. Daarin kwam alles samen.’

‘Wees eerst een mens’

Zangers van deze tijd zijn actief op Instagram, zo ook Rolfe Dauz. Het motto van zijn account is: making sounds and singing texts to bring clarity on what it is to be human. Hij legt uit: ‘Die gedachte ontwikkelde zich al in de tijd vóór ik naar Nederland kwam. In mijn thesis, waarin ik terugkeek op de jaren bij DNOA, heb ik geschreven dat deze zangloopbaan me een completer mens heeft gemaakt, me kanten van mezelf liet ontdekken die ik nog niet kende. Dat hoop ik door te geven aan de mensen die in het publiek naar me luisteren. Het gaat me om het vinden van wat de beste versie van mezelf is.’

Dauz hecht grote waarde aan het realiseren van een balans tussen leven en werken. ‘Ik hou erg van het zingen, het werken met mijn stem en het spelen van een karakter, maar ik denk dat je een vervuld leven nodig hebt naast dat zingen. Als je na uren in de studio niet naar buiten gaat, de natuur in, vriendschappen sluit, de liefde vindt, hoe kun je dan een interpretatie vinden van de muziek die al die componisten geschreven hebben?’ Hij citeert de befaamde bariton Robert Merill: ‘Wees eerst een mens, en dan pas een artiest.’

Marion Dumeige in A Dinner Engagement. (© Jan Fotograaf)

Marion Dumeige zocht na haar bachelor naar verdieping van haar vak in de opera. ‘Het duurde even voor ik compleet gefocust was op opera. Daar wilde ik meer van leren vanuit mijn brede muzikale achtergrond. Mijn stem heeft zich de laatste jaren ontwikkeld. Ik zong in Frankrijk meer licht repertoire, nu ben ik een vol-lyrische sopraan en het kan de komende jaren verdergaan naar het licht-dramatische vak. Vitellia, die ik in La clemenza zou zingen, en ook Fiordiligi en Donna Elvira zijn rollen waarvan ik niet dacht dat ik ze ooit zou kunnen zingen en die ik nu op mijn repertoire heb. Het wat zwaardere, romantische en dramatische repertoire komt wellicht op mijn pad.’

Toekomst

De drie jonge talenten studeren af in een ongekende tijd, met grote tegenslagen voor de wereld van cultuur en opera. Toch hebben ze geen reden tot somberheid. Ze vertellen enthousiast over hun plannen. De engagementen in hun agenda bewijzen dat er vraag is naar hun bijdrage aan de wereld van opera, lied en oratorium. Door een wonderlijk toeval zijn ze bijvoorbeeld de komende tijd alle drie te horen in het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ.

Voor Linsey Coppens is de nabije toekomst al helemaal ingevuld. Ze verhuist in september naar Stuttgart, waar ze deel gaat uitmaken van de operastudio. ‘Ik zong ‘Parto, parto’ bij mijn auditie begin dit jaar. Het team was bijna aan het meedansen, zo enthousiast waren ze. Ik kan en mag nog niet veel vertellen over wat ik in Stuttgart ga doen, maar er staat een aantal rollen op het hoofdpodium op mijn schema en daarnaast ga ik als understudy een aantal grote rollen coveren. Vooralsnog zijn er geen ‘Hosenrollen’ voorzien, die wil ik in de toekomst graag zingen. Dat maakte de rol van Sesto in de gecancelde Clemenza extra aantrekkelijk voor me: ik zou voor het eerst een man zingen in een echte, volwaardige rol. Heel uitdagend. Ik ben geen man en ben benieuwd hoe ik dat realistisch, maar niet overspeeld kan doen.’

Linsey zingt graag Strauss, maar ook Mozart en het Franse repertoire, zoals Massenet en Gounod. Voor de lange termijn staat Octavian in Der Rosenkavalier hoog op haar wensenlijstje. ‘Ik moet daarnaartoe groeien, ik wil kwaliteit geven op élke noot.’ In Stuttgart wacht haar het grote podium, maar er staan ook nog een paar Nederlandse engagementen in haar agenda, onder meer een optreden in het voorprogramma van de Serie Grote Zangers in het Muziekgebouw aan ’t IJ en een middag in de serie Jonge Grote Zangers in december.

Linsey Coppens in A Dinner Engagement. (© Jan Fotograaf)

Rolfe Dauz is, met zijn opleiding en levenservaring, klaar voor de volgende stap. Opera, zeker, maar ook lied. ‘Ik denk aan de liedcompetitie in Heidelberg of de Heidelberger Frühling. Ik wil veel auditeren de komende tijd, maar ik moet zuinig zijn. Reis- en verblijfkosten zijn hoog als je ergens wilt voorzingen. Het kan zijn dat er terughoudendheid is. Hebben de huizen in bijvoorbeeld Duitsland nog plaats voor jonge zangers? Mogelijk nemen ze nu eerder lokale zangers aan op een Festvertrag, een vast engagement.’

Rolfe denkt eraan voorlopig in Nederland te blijven. Hij leert nu, door zijn drukke opleiding, langzaam Nederlands. Droomrollen kan de bariton meteen opnoemen: ‘Ik heb altijd gedroomd van Verdi-rollen, die zijn vocaal heel veeleisend. Jago zou zó geweldig zijn. Ik houd ook erg van het Russische repertoire. Jevgeni Onjegin: wow! De slotscène raakt me iedere keer weer. Maar het mag net zo goed eigentijdse muziek zijn, Philip Glass of John Adams. Ik vind het belangrijk dat opera, net als in de tijd van Mozart, commentaar geeft op de sociale en politieke thema’s van deze tijd, of dat nu het klimaat, geestelijke gezondheid of Black Lives Matter is. Wij hebben de stemmen en de podia om die onderwerpen te adresseren.’

Heel concreet staat ook in de agenda van Rolfe Dauz een optreden in de serie Jonge Grote Zangers en op 1 december zingt hij in het voorprogramma van Luca Pisaroni in het Muziekgebouw aan ’t IJ. ‘Ik heb Luca Pisaroni al vaak ontmoet en zien optreden in San Francisco en New York. Voor hem te mogen openen is een geweldige kans!’

Marion Dumeige deed in september 2019 auditie voor het Dutch Classical Talent-programma. In dat ontwikkelingstraject van achttien maanden wordt een aantal geselecteerde talenten gecoacht, waarbij ze een tournee langs twaalf concertzalen in Nederland maken. Marions programma, waarmee ze onder meer op 8 oktober voor een lunchconcert het Muziekgebouw aan ’t IJ aandoet, bevat werk van Puccini, Mozart en Debussy.

‘Ik wilde graag een verhaal maken waarin de muziek past; het moest geen traditioneel recital worden. Ik breng een kleine opera, met een verteller die het publiek door het verhaal leidt. Er is zelfs interactie, het publiek mag meebepalen hoe het verhaal verdergaat.’

Ze heeft les van twee befaamde docenten, Margreet Honig en Selma Harkink, en droomt van een heel duidelijke toekomst: ‘Opera zingen, in de grootste operahuizen van de wereld! Ik houd van rollen als Tatjana in Jevgeni Onjegin en ik droom van Vitellia. Ik hoop op een leven met opera, maar ook oratorium. Natuurlijk denk ik aan Duitsland. Ik zou graag deel uitmaken van die operawereld; het publiek is er zo bijzonder. De komende weken wil ik, nu mijn studie klaar is, wat meer van Amsterdam te zien. Ik wil ook dicht bij het gewone leven blijven, bij het publiek.’

Alle afstudeerders van het Amsterdamse conservatorium werden in een video door tientallen (gast)docenten – onder wie ook de staf van de Dutch National Opera Academy – gefeliciteerd met hun diploma. Antony Hermus, die de slotproductie van DNOA zou dirigeren, komt erin aan het woord. Zijn advies aan de jonge talenten: ‘Don’t wait for the world, the world is waiting for you!’

Meer informatie over de DNOA-alumni vindt u op de persoonlijke websites van Linsey Coppens, Rolfe Dauz en Marion Dumeige.

Vorig artikel

Metropolitan Opera brengt online concertserie

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Alice, Corinne en Nicky

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.