AchtergrondInterviews

Antony Hermus: ‘Cultuur vormt de mens’

Lowlands stond op zijn agenda, evenals Tristan und Isolde, zijn debuut in de VS en de achtste symfonie van Mahler. Afgelast. Toch zegt Antony Hermus met dankbaarheid dat hij tot aan Kerstmis nog een flink aantal weken werk heeft als dirigent. Mits corona niet opnieuw een streep door de rekening zet. Een gesprek over de crisis, nieuwe ideeën en het belang van cultuur.

Antony Hermus: ‘Je moet willen denken, een idee ontwikkelen.’ (© Marco Borggreve)

Onlangs zat Antony Hermus in het Amsterdams Concertgebouw te luisteren naar het Europees Jeugd Orkest, in een zaal waar 2.000 bezoekers in kunnen, maar waar nu maximaal 350 liefhebbers hadden plaatsgenomen. Een ervaring die hij niet licht zal vergeten, vooral niet door de inzet en de creativiteit van het dertigtal jonge musici.

‘Ik ken enkelen van hen. De tournee die gepland stond met het hele orkest was afgelast. Dat weerhield een groep strijkers er niet van om zelf iets in het Concertgebouw te organiseren. Ik heb er diepe bewondering voor hoe zij de tegenvaller vanwege de coronatijd hebben omgezet. Vanuit het niets creëerden zij een prachtig programma, met onder meer de Metamorphosen van Richard Strauss voor 23 strijkers en een concert voor vier violen en orkest van Vivaldi. Nou ben ik een Vivaldi-hater, maar ik werd helemaal ingepakt door hun geweldige spel.’

Boerderij gehuurd

Kansen creëren, ideeën ontwikkelen: dat zijn de thema’s die voortdurend terugkeren in een gesprek over wat een dirigent, een musicus kan doen in de opgelegde leegte van de coronatijd. Samen met Ed Spanjaard en Karel Deseure, net als Hermus als leraar directie verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam, werd een plan ontwikkeld om de thuiszittende directiestudenten aan het ‘zwaaien’ te krijgen.

Hermus: ‘Sinds half maart hadden zij niet meer fysiek gedirigeerd. Er waren veel online lessen, maar dat is niet hetzelfde. We hebben een boerderij in Otterlo gehuurd met twee zalen en voldoende slaapkamers om iedereen coronaproof onder te brengen. Acht studenten, drie mentoren en de musici van de miniorkestjes (strijkkwartetten en pianisten) werkten zeven volle dagen intensief samen. Je kunt wel allerlei partituren bestuderen, maar om je verder te ontwikkelen moet je het ook gewoon fysiek doen. Het gaat over de lichamelijke en geestelijke interactie tussen een dirigent en de musici om de noten zo goed mogelijk tot leven te brengen.’

Zelf ervoer Hermus aan den lijve hoe hij zich in de praktijk van het doen ontwikkelde toen hij als 24-jarige muziekstudent vanuit Tilburg op stage ging bij het operahuis in Hagen, Duitsland. Beginnend met het begeleiden van zangers als repetitor beleefde hij een leerschool die tien jaar duurde. Daarin leerde hij de hele weg door het operabedrijf in alle vezels kennen. Na vijf jaar werd hij gevraagd om chef-dirigent te worden. ‘Ik was 29. Alles wat ik er dirigeerde, was eerste keer.’

Na die vijf jaar als chef kon hij een verlenging van zijn contract krijgen, maar hij zei neen. ‘Ik had nieuwe, frisse wind nodig.’ Die vond hij in Dessau, een stad met de grootte van ‘s-Hertogenbosch, maar met een enorm operahuis, één van de grootste theaters in Duitsland. ‘Ik ben er zes jaar geweest. In mijn laatste seizoen hebben we de Ring gedaan. Dat kon gemakkelijk met zo’n enorm toneel en dito orkestbak.’

Vertrouwen opbouwen

Opera was in zijn bloed gaan zitten. Hij leerde omgaan met de ideeën van allerlei regisseurs. ‘Ik heb het geluk gehad dat ik steeds mocht samenwerken met theatermakers die dachten vanuit de muziek. Ik ben altijd vroegtijdig aanwezig bij regierepetities en ik verwacht ook dat regisseurs mij volgen in de muzikale repetities. Dan ben ik als dirigent al theatraal aan het denken. Je moet vertrouwen opbouwen, zodat er een eenheid ontstaat.’

‘Het spijt mij geweldig dat mijn samenwerking met Tatjana Gürbaca, met wie ik in maart Rusalka voorbereidde bij de English National Opera, vanwege de lockdown afgebroken moest worden. Zo’n goede regisseur; zij zou bij De Nationale Opera in Amsterdam de seizoensopening Mefistofele van Boito regisseren.’

Bemoeien

Antony Hermus: ‘Cultuur is de bloem in het deeg van de samenleving.’ (© Marco Borggreve)

De Nederlandse Reisopera contracteerde Hermus in seizoen 2009/2010 om Un ballo in maschera te dirigeren en nodigde hem in 2013 opnieuw uit, toen voor Wagners Tristan und Isolde. Hij werd daarvoor gekoppeld aan het Noord Nederlands Orkest, dat de productie in de orkestbak invulde. Het contact met het NNO beviel zo goed dat Hermus voor gastdirecties werd teruggevraagd en in 2015 een verbinding als gastdirigent aanging.

‘Ik was al twee keer chef-dirigent geweest. Ik wilde mij niet weer vastleggen. Ik wilde mij niet binden, maar mij er wel mee bemoeien’, zegt hij met een brede lach. De band met het orkest – 75 musici – blijkt hecht. ‘Het heeft zich zo sterk ontwikkeld. Het is zo’n mooi orkest geworden’, vult hij met een tevreden blik aan. ‘Elk seizoen doen we een symfonie van Gustav Mahler. We zouden in december de achtste symfonie spelen. Dat kan helaas niet doorgaan. Net zomin als een herneming van de Tristan uit 2013 bij de Reisopera. Voorlopig geen opera op de agenda. Tja, het komt zoals het komt.’

David Bowie

Met het NNO had Antony Hermus afgelopen weekeinde op het Lowlands Festival zullen optreden. Met de negende symfonie van Beethoven nog wel. Het zou zijn vierde deelname aan dit popfestival zijn geweest. Klassiek op een poppodium, dat kenmerkt het buiten vaste kaders denken van Hermus. ‘Iedereen houdt van klassieke muziek’, kaatst hij terug, ‘alleen de mensen weten het niet. Als ze hun vooroordeel weglaten, gaan ze anders luisteren. Het geeft een geweldig gevoel als zo’n massa op Lowlands zich eraan overgeeft.’

Hij wijst op een initiatief dat de artistiek directeur van het NNO, Marcel Mandos, ontwikkelde om pop en klassiek te verbinden. ‘Hij knoopte aan bij de muzikale voorkeuren van David Bowie, die zich liet inspireren door componisten als John Adams, Philip Glass en Richard Strauss. Daaruit kwam een fantastisch programma voort onder de titel What’s on the iPod of David Bowie, natuurlijk ook met arrangementen van stukken van Bowie. Heb ik gedirigeerd; drie keer een enthousiaste volle zaal in concertgebouw De Oosterpoort.’

‘Je moet willen denken, een idee ontwikkelen’, zegt Hermus met enige hartstocht in zijn stem. ‘Onze regering mag niet wegkijken. Zij heeft de plicht om onze hele culturele sector met maximale mogelijkheden te ondersteunen. Cultuur is de bloem in het deeg van de samenleving. Zij kan de hardheid van het leven wegnemen. Cultuur vormt de mens.’

Warmer en hechter

De musici van het NNO haalden al in het begin van de lockdown de landelijke publiciteit met een filmpje waarin per musicus opgenomen partijen uit Dvořáks symfonie Uit de nieuwe wereld tot één geheel waren gemonteerd. We gaan een nieuwe wereld in, zeiden ze, laten we iets doen met Dvořák.

Hermus: ‘We starten binnenkort het hele orkest op met de zevende symfonie van Beethoven. We spelen met anderhalve meter tussenruimte en in een zaal met een beperkte hoeveelheid toehoorders. Het zogeheten nieuwe normaal. Maar dat is het niet. Het is abnormaal. Ik hoop dat het publiek de moed vindt zich veilig te voelen en komt luisteren. Orkesten hebben als gesubsidieerde instellingen de plicht om creatief te zijn. Muziek kan de maatschappij warmer en hechter maken. Daar wil ik graag, op welke manier dan ook, een bijdrage aan leveren.’

Hermus en het NNO spelen op 7 en 11 september in Groningen, op 10 september in Drachten en op 12 september in Assen. Antony Hermus dirigeert op 3 en 4 december het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam in werken van Nederlandse componisten.

Vorig artikel

De operahuizen gaan weer open: Stuttgart

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Jetske, Lenny en Cosima

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman