Binnenkort

Reisopera sluit af met eerste opera Rameau

De Nationale Reisopera sluit haar seizoen af met de eerste opera van Jean Philippe Rameau, Hippolyte et Aricie. De Franse componist schreef het werk op 50-jarige leeftijd, waarna de hel losbrak in Parijs. Zo’n vaart zal het nu niet lopen, al is het ongebruikelijk repertoire.

Het promotiebeeld van de Reisopera-productie.
Het promotiebeeld van de Reisopera-productie.

Hippolyte et Aricie is gebaseerd op de tragedie Phèdre van Jean Racine en speelt in de klassieke oudheid. Het verhaalt over koning Thésée. Als de koning naar de onderwereld is vertrokken om een vriend te redden, wordt zijn vrouw Phèdre verliefd op Hippolyte, de zoon van Thésée uit een ander huwelijk. Hippolyte heeft echter een oogje op Aricie, niet op Phèdre.

Maar als Thésée terugkomt, geeft hij zijn zoon de schuld van de ‘affaire’ en niet zijn vrouw. Als straf stuurt hij een monster Hippolyte af, waarna iedereen denkt dat hij dood is. Vervolgens biecht Phèdre op dat zij de schuldige is en doodt zichzelf. Hippolyte blijkt heelhuids uit de strijd met het monster te zijn gekomen en wordt herenigd met Aricie.

Toen de opera in 1733 in première ging, brak de hel los in Parijs. Al jaren werd de ‘tragédie en musique’ gedomineerd door de muziek van Jean-Baptiste Lully, in feite de uitvinder van het genre. Zijn opera’s waren zodanig in de muziekwereld gesleten, dat een hele groep critici Rameau’s werk verafschuwden, als een afbraak van de traditie van Lully.

Uit deze twist ontstond de jarenlange strijd tussen Lullisten en Ramisten (Lullistes en Ramoneurs). De Ramisten waren – als vanzelfsprekend – juist erg enthousiast over de nieuw soort opera. „In dit werk zit muziek voor wel tien opera’s”, riep componist André Campra zelfs uit.

Anno nu heeft Rameau zich niet echt in het ijzeren repertoire te weten nestelen, maar de laatste jaren krijgen zijn opera’s wel meer aandacht (hij schreef er na zijn debuut nog een kleine dertig). Zo brachten onder andere John Eliot Gardiner en Marc Minkowski Hippolyte et Aricie weer voor het voetlicht, in het geval van Minkowski zelfs met een cd-opname tot gevolg.

En nu brengt de Nationale Reisopera het stuk dus ook ten tonele. Dat gebeurt in een regie van Stephen Langridge en onder muzikale begeleiding van Musica ad Rhenum, met aan het hoofd Jed Wentz.

Het liefdesduo dat centraal staat wordt gezongen door Paul Agnew (Hippolyte) en Eugénie Warnier (Aricie). Van beide een voorproefje. Eerst Warnier als Konstanze in Die Entführung aus dem Serail van Mozart.

Paul Agnew is een gerennommeerd Schots tenor, die al de nodige ervaring met Rameau’s muziek heeft opgedaan. Hier een filmpje waarin hij de titelrol in Platée van Rameau zingt, in een uitvoering onder leiding van Marc Minkowski.

De première van Hippolyte et Aricie vindt plaats op zaterdag 30 mei in het Nationaal Muziekkwartier in Enschede. Daarna volgen nog twaalf voorstellingen in theaters in den lande, met een afsluitende voorstelling in de Amsterdamse Stadsschouwburg op 27 juni. Meer informatie: www.reisopera.nl.

Vorig artikel

Damrau is meesteres in stemmingmakerij

Volgend artikel

Poplavskaya ‘triomfeert’ weer in La Traviata

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.