AchtergrondBinnenkortFeatured

De agenda van: Marcel Beekman

Het seizoen 2016/2017 staat op het punt te beginnen. De komende weken duiken we geregeld in de agenda van bekende namen om u een blik te gunnen op hun plannen en projecten. In deel één van deze serie: de agenda van tenor Marcel Beekman.

Marcel Beekman. (foto Sarah Wijzenbeek / © BLAEUBEECK 2016)
Marcel Beekman. (foto Sarah Wijzenbeek / © BLAEUBEECK 2016)

De opera Wozzeck maakte op de jonge Marcel Beekman zo veel indruk dat hij de partituur meteen kocht. Dat was in 1988. “Het sloeg in als een bom”, vertelt hij. In maart 2017 zal hij voor het eerst in een productie van de opera van Alban Berg staan, in zijn eigen stad Amsterdam bij De Nationale Opera (DNO). Hij verheugde zich op het zingen van Der Hauptmann en kreeg er van regisseur Krzysztof Warlikowski de rol van Der Narr bij.

Zomervakantie

De laatste grote rol die Marcel Beekman in het afgelopen operaseizoen in Nederland zong, was die van Paus Innozenzo XI in Theatre of the World van Louis Andriessen. Maar de veronderstelling dat de tenor het daarna wat rustiger zou krijgen en wellicht tijd kon maken voor een gesprek over zijn plannen voor de komende periode, bleek een misvatting.

Kort na de uitvoeringen in Carré vloog Beekman alweer naar Israël om op te treden met Israël Camerata in een gloednieuw werk van Bardanashvili. Vervolgens reisde hij naar Polen voor concerten en een masterclass met zeventiende-eeuwse muziek. Typisch Beekman. Daarna was hij een paar dagen thuis en in de gelegenheid ons een blik te gunnen in zijn agenda voor het komende seizoen.

Geen vakantie dus? “Ik houd niet erg van vakantie en ik werk heel graag”, legt Beekman uit. “Voor mij begint elke dag, of ik werk of niet, met hetzelfde schema: opstaan, een dik uur sporten, ontbijten en dan studeren. Mijn agent en ik zoeken de hotels en appartementen in het buitenland uit op de aanwezigheid van een sportschool. Dat heeft overigens niks met divagedoe te maken. Ik zie het ook bij veel collega’s: het fysieke aspect is ongelofelijk belangrijk geworden.”

De tenor houdt zich strikt aan zijn vaste patroon, ook als er die dag geen repetitie of optreden gepland staat. “Ik was kortgeleden in Israël en had in die periode de luxe van drie vrije dagen. Ook zulke dagen beginnen dan met datzelfde schema. Daarna ga ik natuurlijk ook weleens naar het strand of lunch ik met vrienden.”

De opera Theatre of the World onder regie van Pierre Audi leverde Marcel Beekman een veelgeprezen rol op als Paus Innozenzo XI, waarbij de intensiteit van zijn zang en spel geroemd werden. “Terugkijkend heeft Theatre of the World heel goed uitgepakt voor me. Ik duik het liefst diep in de inhoud van de partituur en werk graag samen met het team om het zo goed mogelijk over het voetlicht te krijgen.”

Het werk aan de productie was zowel zwaar als bijzonder voor Beekman. “De Los Angels Philharmonic was medeopdrachtgever, daarom hebben we de eerste twee uitvoeringen in hun concertzaal gegeven, waar een echte enscenering lastig te realiseren was. Eenmaal terug in Amsterdam wilde regisseur Pierre Audi veel veranderen om de mogelijkheden van Carré zo goed mogelijk te benutten. Dat vroeg veel van alle betrokkenen.”

Toekomstmuziek

“Het is wat zich aandient, maar ook waar je zelf op aanstuurt”, stelt Beekman over de opbouw van zijn seizoenen. “Mijn seizoen 2016/2017 is nu afgerond; het staat in de agenda. Mijn agent Eitan Sorek en ik zijn al bezig met het seizoen erna.”

Sinds zijn succes met de titelrol in Platée in 2014 in Wenen en Parijs kan de tenor kiezen. “Bij die keuzes staat voor mij de vraag centraal wat ik met mijn carrière wil. Ik kreeg voor het hiernavolgende seizoen vier aanbiedingen voor dezelfde periode. Dan kies ik voor wat me het meeste uitdaagt.”

Marcel Beekman als Paus Innozenzo XI in Theatre of the World. (© Ruth Walz)
Marcel Beekman als Paus Innozenzo XI in Theatre of the World. (© Ruth Walz)

“We zijn ook al bezig met het plannen van de periode 2018/2019.” Beekman weet de spanning goed op te voeren: “De mensen zullen wel verbaasd zijn over wat ik ga doen, in het buitenland en later ook in ons land.” Maar hij kan en wil er verder nog niets over zeggen.

Wozzeck en Salome

Beekmans komende seizoen rust op enkele grote pilaren, waaronder twee producties bij De Nationale Opera: Wozzeck van Alban Berg en Salome van Richard Strauss. “Wozzeck is in het komende seizoen erg belangrijk. Al het andere plan ik daaromheen; ik kijk wat mijn stem kan hebben rond die periode van repeteren en uitvoeren. Ook in de repetitieperiodes sta je helemaal ten dienste van het huis, daar kun je dan niks naast plannen. Dat hoort erbij.”

Dat er twee rollen bij DNO in zijn agenda staan, heeft extra betekenis voor de zanger. “In je eigen stad zingen is leuk. De zindering voor een première die je in de stad voelt, is voor mij hier in Amsterdam anders dan in pakweg Toulouse. Je buurvrouw of familieleden kunnen in de zaal zitten. Al moet ik er meteen bij zeggen dat juist bij opera alles zodanig gerepeteerd dat het er eigenlijk niet toe doet wie daar zitten. We zijn klaargestoomd voor een productie; alle anderen externe zaken worden weggefilterd. Dat is bij een recital natuurlijk heel anders. Met z’n allen een goedlopende machine worden die de voorstelling produceert, dat vind ik heel prettig.”

Wozzeck staat in je agenda voor komend seizoen. Ben je er al mee bezig?
“Zeker, als tiener hoorde ik die muziek en het sloeg als een bom bij me in. Ik heb de partituur van Wozzeck al sinds 1988 in huis. Wozzeck heeft met het verhaal van Platée gemeen dat het om een antiheld gaat die de sympathie van het publiek krijgt en dan een stommiteit begaat. Ik zing natuurlijk niet Wozzeck, maar juist de rol van de boeman, Der Hauptmann. Mijn favoriete versie staat op dvd, gemaakt door de Wiener Staatsoper, met Abbado voor het orkest en met Heinz Zednik als Der Hauptmann. Dat maakte bij mij echt wat los, het was zo hemeltergend prachtig.”

“Het wordt mijn roldebuut. Het was echt spannend om die rol te krijgen. Ik heb gesprekken gevoerd, geauditeerd en daarna met Marc Albrecht gewerkt. Dat mijn motivatie voor de rol leek op de manier waarop Albrecht ernaar kijkt, heeft deels de doorslag gegeven.”

Heb je voor de repetities beginnen, in februari 2017, al contact met de regie over de productie?
“Een enkele keer vraag ik, als ik een regisseur ken, wat hij van me gaat verwachten, dan kan ik me tijdig inleven. Maar heel vaak is een regisseur nog volop bezig met nadenken met zijn dramaturg. Hij rolt uit een vorige productie en moet dan aan de slag voor de volgende. Ik heb in Wenen gewerkt met Robert Carsen, die had de eerste akte voorbereid en de rest gebeurde in de repetitieperiode. Claus Guth werkt helemaal zo. Ik deed Poppea met hem in Wenen en toen was er niets voorbereid. Ik denk dan: deze regisseur kiest hiervoor, dus: doe maar!”

Naast Wozzeck doe je ook Salome bij DNO. In de vorige, geruchtmakende Salome in Amsterdam had je één van de Juden-rollen. Wat wordt het deze keer?
“Ik heb in 2011 onder Simon Rattle bij de Salzburger Osterfestspiele de 4. Jude gezongen en in die productie van Peter Konwitschny in Amsterdam was ik de tweede. Nu zing ik weer de vierde. Nee, terug naar de vierde is geen demotie. Het hangt erg van de regisseur af hoeveel de joden te doen hebben. Soms zijn de rollen heel gereduceerd.”

De regisseur van Salome, Ivo van Hove, is de laatste jaren een ster geworden. Maakt dat het werken met hem extra interessant?
“Ik ga dat heel graag doen, zeker bij zo’n ontmoeting van theater en muziek, dus letterlijk muziektheater. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Er wordt weleens geklaagd dat regisseurs niet genoeg van muziek weten, maar dat zijn voor mij platgetreden paden. Leer nou eens dat het vak echt een kruisbestuiving is en dat experiment alleen maar goed is!”

Wagner-sopraan

Je zult heel veel mensen tegenkomen in het komende seizoen. Op wie verheug je je professioneel het meest?
“Ik heb erg veel zin in het werken met Nicola Raab. In Klagenfurt zing ik begin augustus onder haar regie de rol van Engel des Herrn in Jesu Hochzeit van Gottfried von Einem. We hebben dezelfde humor en dat werkt heerlijk. Artistiek gezien verheug ik me het meest op Krzysztof Warlikowski, die is beroemd geworden om zijn provocerende producties. Ik heb begrepen dat hij mij voor Wozzeck gekozen heeft op basis van een dvd met fragmenten van onder meer Platée en mijn rol als tv-kok in Laika, vorig jaar. ‘Die man is gek’, vond Warlikowski, ‘kan die ook niet Der Narr als vrouw doen?’ Zo heb ik die rol er nog bij gekregen.”

Een operaproductie is altijd teamwerk. Wat zijn doorgaans jouw rollen in een team?
“Twee dingen. Allereerst gemotiveerd zijn – ik ben er meestal als eerste – en voor anderen een positief ingestelde collega zijn. Dirigent William Christie zegt altijd: ‘You are my sunbeam.’ Mijn andere rol is die van bemiddelaar. Als er conflicten of fricties zijn, spring ik in en roep ik mensen op om te bedenken wat we met zijn allen staan te doen.”

Marcel Beekman. (foto Sarah Wijzenbeek / © BLAEUBEECK 2016)
Marcel Beekman. (foto Sarah Wijzenbeek / © BLAEUBEECK 2016)

Dat klinkt niet als het cliché van de tenor.
“Aan dat beeld voldoe ik ook echt niet. Ik ben best moeilijk, maar dan voor mezelf. Ik ben zwaar op de hand als het gaat om mijn technische niveau en de faciliteiten voor mijn werk. Ik heb een beetje dat Amerikaanse ‘we have to deliver’. We staan voor een publiek dat een kaart gekocht heeft en we hebben een werk van een componist in handen dat we zo goed mogelijk moeten uitvoeren.”

Ik zie je, op het podium en als je in een zaal bent, de laatste jaren veel meer stralen.
“Dat is waar. Soms denken mensen dat er in mijn privéleven iets veranderd is, maar dat klopt niet. Er is geen privéleven, ha ha! Ik heb wel het gevoel dat ik mijn eigen waarheid heb gevonden sinds ik in het seizoen 2013/2014 als een waanzinnige ben gaan sporten en geleerd heb van mijn lichaam te houden. Als je dat doet, kun je het gebruiken als instrument. Ik heb een ongezonde leefstijl afgezworen en durf nu te zeggen dat ik steeds beter weet wie ik ben en wat ik kan. En dat ik me bevoorrecht voel het mooiste vak van de wereld te doen.”

Komend seizoen is het repertoire heel divers. Je doet in september een Johannes Passion, er komt een Winterreise aan en je geeft in augustus een recital met de titel ‘Lied aus Wien’. Hoe combineer je die oudere muziek met modern repertoire?
“Ik heb mijn techniek, dat is een tool die ten dienste staat van de muziek. Bij oude muziek is mijn aanpak meer streng-technisch, bij moderne muziek laat ik mijn karakter meer spreken. Ik ben een kind van de tijd van Frans Brüggen en Gustav Leonhardt. Frans bestond het om me vlak voor een belangrijk concert te vragen: heb je eigenlijk een koelkast thuis? Ga daar maar eens in zitten, want je klinkt als een Wagner-sopraan.”

Leuke grap.
“Dat was geen grap, het was serieus bedoeld! Zo was Frans en van hem heb ik vreselijk veel geleerd. Net als van William Christie. Beiden waren belangrijke leermeesters. Ik geef me steeds rekenschap van wat ik geleerd heb, ook als ik zelf met studenten werk.”

“De Johannes Passion die we in Maastricht doen, op het festival Musica Sacra, is een bewerkte versie door Klaas Hoek, organist en componist. Geen aria’s, tussenspelen met strijkkwartet en een harmonium. Het wordt zo anders dat ik er graag aan meewerk.”

Er komt een seizoen aan met veel werken, reizen, weinig tijd voor jezelf.
“Dat is voor mij helemaal geen offer. Ik zeg weleens: ik ben getrouwd met mijn werk. Ik wil mijn vak uitoefen en heb geen behoefte aan andere ballast.”

Een leuk leven?
“Een héél leuk leven.”

Zie voor de agenda van Marcel Beekman zijn onlangs vernieuwde website.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Levy, Iain en Michael

Volgend artikel

Cd-zomer: Florence Foster Jenkins

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

3Reacties

  1. 20 juli 2016 at 14:24

    Fijn dat het zo goed met je gaat, Marcel!

  2. kersten
    20 juli 2016 at 22:16

    Ik zie weer zéér naar de komst van deze evenknie van Heinz Zednik (opvallende overeenkomsten!) uit.

  3. Leen Roetman
    21 juli 2016 at 22:16

    Wat een mooi interview en wat een leuke vent zeg! Ik herinner mij een optreden van Marcel Beekman enkele jaren geleden en toen zag hij er nog heel anders uit. Hij zong toen onder Frans Brüggen in de Johannes Passion. De aria “Erwäge, wie sein blutgefärbter Rücken”, was voor mij onvergetelijk, ik zie het nog voor me.
    Zet hem op Marcel, ben erg benieuwd waar je allemaal nog meer voor gevraagd bent! Ik hou je nu in de gaten!