AchtergrondBinnenkortInterviews

Luikse opera wil internationaal meedraaien

Sinds 2007 leidt de Italiaan Stefano Mazzonis di Pralafera als algemeen en artistiek directeur de Opéra Royal de Wallonie. Luik is de standplaats, waar in het classicistisch ogende operagebouw doorgaans tien producties per seizoen worden getoond. Hoofdmoot van het aanbod: Italiaans en Frans repertoire. Een gesprek met een intendant die ook als regisseur actief is.

Het koor en het orkest van de Opéra Royal de Wallonie met in het midden directeur Stefano Mazzonis di Pralafera en chef-dirigent Speranza Scappucci. (© Opéra Royal de Wallonie-Liège)

Boven op het klassieke dak van het theater aan de – hoe kan het anders – Place de l’Opéra trekt een enorme vierkante doos de aandacht, vooral doordat de buitenkant met bruine houten latten is bekleed, waarachter glazen wanden en muren. Het is de uitbouw die in 2012 werd gerealiseerd bij de renovatie van het Luikse operatheater, dat in de kern uit 1820 dateert. De ruime zaal op de negende verdieping wordt vooral benut voor regierepetities.

De uitbouw markeerde de eerste vijf jaar van het directoraat van Stefano Mazzonis en diens streven om het Luikse operabedrijf een grotere uitstraling te geven in de regio, maar ook daarbuiten. In feite is de Opéra één van de culturele visitekaartjes van de deelstaat Wallonië. Die overheid draagt samen met de provincie en de stad Luik voor 16 miljoen euro bij aan het budget van 20 miljoen waarmee Mazzonis zijn bedrijf, inclusief orkest en koor, draaiende houdt. “De overige inkomsten halen we uit de kaartverkoop, uit overname van producties en uit bijdragen van sponsors, ook al is het niet makkelijk die te vinden. Daarom werken we hard aan de artistieke kwaliteit en aan de bekendheid in de wereld van de opera en daarbuiten”, zo zet Mazzonis uiteen.

Originele Don Carlos

Mazzonis maakt niet alleen het beleid, hij regisseert ook. Dit seizoen drie titels: Madama Butterfly, waarmee het nieuwe seizoen werd geopend, Don Carlos (première 30 januari 2020) en Nabucco (17 juni). Het zijn drie van de zes Italiaanse opera die op het affiche staan. Drie Franse opera’s vullen de lijst aan. En als buitenbeentje is er een eenmalig gastoptreden met Candide van Leonard Bernstein.

“Wij specialiseren ons in het Italiaanse en Franse repertoire. Dat voeren we op integere wijze uit, met respect voor de compositie. Zo heb ik ervoor gekozen om Don Carlos te laten spelen naar de originele opzet die Verdi voor ogen had toen hij het stuk componeerde voor de Parijse Opéra. Hij moest vóór de première allerlei stukken schrappen, en hij werd verplicht balletmuziek in te voegen. Wij gaan die weggelaten onderdelen juist wel uitvoeren, maar de balletmuziek niet. Drie jaar geleden is die originele versie in druk verschenen.”

Stefano Mazzonis di Pralafera, hier in actie tijdens een repetitie, maakt niet alleen beleid, maar regisseert ook. “We tonen respect voor de werken die we brengen.” (© Opéra Royal de Wallonie-Liège)

Toeval wil dat Opera Vlaanderen het seizoen opende met ook een Don Carlos in het Frans, in de versie met de zogeheten Fontainebleau-scène. De grootinquisiteur in die productie, Roberto Scandiuzzi, staat ook in het solistenoverzicht van de Luikse Opéra. Was het niet mogelijk om Don Carlos samen te produceren?

Mazzonis: “Opera Vlaanderen koos voor een andere versie. En in hun uitvoering zijn de beginscènes omgedraaid. Dat wilde ik niet. In onze coproducties richten we ons op Franstalige operahuizen, zoals te zien in de samenwerking die we sloten voor Orphée et Eurydice, en ook voor Les pêcheurs de perles, onze volgende titel. Twee van onze producties uit afgelopen jaren, Die Zauberflöte en Le comte Ory, worden dit seizoen overgenomen door drie Franse theaters.”

“Ik probeer zo veel mogelijk jonge Franstalige Belgische zangers een kans te geven”

Samenwerking reikt ook verder, onder meer naar Italië, Israël en zelfs Peru. Mazzonis: “Het is voor ons belangrijk om op internationaal vlak meer bekendheid te krijgen. Alle theaters zijn daarmee bezig. Coproducties zijn eveneens nodig om kosten te besparen. Wij willen sterke partners, zoals bij Anna Bolena. Vorig seizoen maakten wij die productie in samenhang met Lausanne en Bilbao, en met de Koninklijke Opera van Muscat in Oman. Daar geven we eind november met de hele cast, het koor en het orkest twee voorstellingen.” In Place de l’Opera werd de productie geprezen om de “oogverblindende enscenering” in de regie van Stefano Mazzonis en een redelijke tot zeer goede vocale bezetting.

Respect

In een tijd dat operahuizen meer en meer met elkaar concurreren om genomineerd te worden voor onderscheidingen als ‘beste operahuis’ wordt het moeilijk om goede zangers te contracteren. Want daar komen de liefhebbers toch voor. Luik beschikt niet over een solistenensemble. Hoe lukt het directeur Mazzonis om de stemmen per productie bij elkaar te halen?

“Door respect te tonen voor de zangers en voor de rollen die zij komen zingen. Dan komen zij graag voor een eerste keer of ze keren terug in andere rollen. Dat houdt verband met de stijl van regisseren die we in Luik nastreven. Het hoeft niet allemaal traditioneel te zijn, maar we tonen wel respect voor de werken die we brengen.”

“We hebben weliswaar geen vast ensemble, maar ik probeer zo veel mogelijk jonge Franstalige Belgische zangers een kans te geven om in ons huis ervaring op te doen. Dan schep je een soort familie. Ik zeg altijd: een operahuis moet net als een huis zijn waar je je thuis voelt.”

Speranza Scappucci is sinds 2017 chef-dirigent in Luik. (© Opéra Royal de Wallonie-Liège)

In zijn recente regie van Madama Butterfly liet Mazzonis zien dat hij binnen de traditie een eigen draai aan een werk durft te geven. In de opzet van Puccini staat de Amerikaanse mevrouw Pinkerton in de slotscène op de achtergrond en komt Pinkerton zelf pas binnenstormen als zijn Japanse vrouw zelfmoord heeft gepleegd. Mazzonis hield het Amerikaanse echtpaar juist de hele tijd op de scène en liet Mrs. Pinkerton zelfs het kind uit de kinderwagen tillen; die bleek leeg.

Mazzonis: “Het is de vraag of dat kind echt bestaat. Hoe kan het dat de Amerikaanse consul helemaal geen weet heeft van dat jongetje dat al een jaar of drie zou zijn? Heeft Butterfly het kind verzonnen om Pinkerton aan zich te binden? In de muziek kun je een dramatische ontwikkeling horen die het plausibel maakt dat de Amerikaan wel aanwezig is in die slotscène en dat hij zijn vrouw aanmoedigt om het kind aan te nemen. En dan blijkt dat er geen kind is. Ik zie in die slotscène de wraak van Butterfly.”

Vrouw als orkestchef

Terwijl in Nederland de aanstelling van een vrouw als chef-dirigent bij het Radio Filharmonisch Orkest in de publiciteit als een bijzondere ontwikkeling werd voorgesteld, blijkt in Wallonië een vrouw voor het Luikse operaorkest heel gewoon. De Italiaanse Speranza Scappucci werd in augustus 2017 al aangesteld en heeft er successen geboekt.

Het huidige seizoen opende Scappucci met een orkestraal prachtig gespeelde Butterfly. Ze heeft nog een Cenerentola (eind december) en een Sonnambula (in maart) op haar lijst staan. Ze is internationaal vooral op dreef met Italiaans repertoire. Onder meer een Tosca in Washington, een Bohème in Dresden en een Rigoletto in Parijs (haar debuut in de Opéra Bastille) zullen dit seizoen onder haar leiding tot stand komen.

“In die hoofdjes blijft wat hangen, wat later doorwerkt”

Sinds het begin van het nieuwe seizoen heeft Luik aan de boventiteling, die al in het Frans, Nederlands en Duits werd getoond, het Engels toegevoegd. Niet alleen boven het toneel; op meer plekken in het theater zijn schermen neergehangen. Luik wil een zo breed mogelijk publiek trekken. 17 procent van de bezoekers komt uit het buitenland, waarvan 6 procent uit Nederland. Mazzonis vertelt dat de bezoekersaantallen gestaag groeien en voorstellingen vaak uitverkocht zijn.

Het viel op dat bij de premières van zowel Butterfly als Orphée het publiek behoorlijk gemengd oogde qua leeftijdsopbouw. En dat de bezoekers casual gekleed waren, in tegenstelling tot premières in de Brusselse Munt, waar het bezoek flink opgedoft verschijnt, net als in Antwerpen. Om het publiek ook uit te breiden naar jongere generaties, werd in de afgelopen jaren een programma voor scholen opgezet en worden er voorstellingen gegeven die gericht zijn op kinderen. In februari vindt de wereldpremière plaats van de één uur durende muzikale bewerking van Roodkapje (Le petit chaperon rouge).

Mazzonis: “Het was een bijzondere ervaring dat zo’n zeshonderd kinderen kwamen kijken naar een repetitie in kostuums van Orphée et Eurydice. Daar blijft in die hoofdjes wat van hangen, wat later doorwerkt. Je moet erin geloven om het publiek van morgen te creëren. Opera is een universele taal door de muziek die voor iedereen verstaanbaar is.”

Zie voor meer informatie over het operaseizoen in Luik de website van de Opéra Royal de Wallonie.

Vorig artikel

Michel Plasson dirigeert Parelvissers in Luik

Volgend artikel

Metropolitan Opera brengt Butterfly in bios

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman