AchtergrondBinnenkortInterviews

Manoj Kamps: ‘Geen feelgood alternatief voor Mefistofele’

Faust noch Mefisto komen voor in de openingsproductie van De Nationale Opera. Zij zijn weggevaagd door het coronavirus, net als hun habitat, de opera Mefistofele van Arrigo Boito, de geplande opening. Een gesprek met dirigent en theatermaker Manoj Kamps hoe in drie maanden tijd vanaf nul een alternatief werd ontwikkeld.

Manoj Kamps: ‘Er leven allerlei zorgen hoe wij omgaan met de wereld. Voor mij zijn dit fundamentele aspecten in mijn leven en dus ook als theatermaker.’ (© Judith Tielemans)

De tournee met het Nederlands Studenten Orkest kon dirigent Manoj Kamps nog tijdig afronden, maar een aansluitende gastdirectie bij het ensemble Asko|Schönberg werd door de lockdown ingekort. Het leek erop dat ook voor Kamps het grote nietsdoen was begonnen. Maar begin juni vroeg Lisenka Heijboer Castañón de dirigent om mee te doen in een bijzonder project voor De Nationale Opera.

Artistiek directeur Sophie de Lint had moeten besluiten om de geplande seizoensopening Mefistofele van Arrigo Boito te schrappen. Zij wilde een muziektheatraal alternatief dat zou passen binnen de beperkende maatregelen van de coronacrisis. Bij Lisenka Heijboer, als assistent-regisseur goed bekend bij DNO, vond zij de bereidheid om in drie maanden tijd iets te ontwikkelen op het thema Faust, dat verweven zit in het geplande seizoen 2020/2021.

Wat betreft de muzikale inhoud en leiding kwam Heijboer uit bij Manoj Kamps, wiens naam zij kende als dirigent en theatermaker met veel ervaring in het reguliere operabedrijf. Kamps dirigeerde bij de Nederlandse Reisopera (assistent-dirigent bij Die tote Stadt en muzikaal leider van The Fairy Queen) en dirigeert opera bij het Engelse Opera North, waar Kamps als ‘associate conductor’ aan verbonden is. Voor decors, lichtontwerp en kostuums werden de jonge ontwerpers Hendrik Walter en Janne Sterke erbij gehaald.

Volwaardig theater

Voor het team aan medewerkenden konden Heijboer Castañón en Kamps bij de uitvoering rekenen op het Koor van DNO en het Nederlands Philharmonisch Orkest, die immers ingepland stonden voor Mefistofele. Ook het al ingehuurde Nieuw Amsterdams Kinderkoor kon worden ingezet. Het hele technische bedrijf van Nationale Opera & Ballet stond garant voor het maken van decors, rekwisieten en kostuums. Het moest een volwaardige theaterproductie worden, waar het hele bedrijf aan deelneemt, zo luidde de opdracht.

Kamps: ‘Toen ik werd uitgenodigd om mee te doen, heb ik gevraagd wat het plan was, wat we wilden vertellen op het podium. Ik voel er niet voor om een feelgoodvoorstelling te maken in een tijd waarin we twee maanden een lockdown beleefden, waarin het klimaat ernstig ontregeld is getuige de bosbranden in Australië en waarin er wereldwijd acties gaande zijn in het kader van Black Lives Matter. Er leven allerlei zorgen hoe wij omgaan met de wereld. Voor mij zijn dit fundamentele aspecten in mijn leven en dus ook als theatermaker.’

In Lisenka Heijboer Castañón vond Kamps een partner met eenzelfde soort van betrokkenheid. Met haar eigen groep Operafront had zij in 2019 voor het Amsterdamse Grachtenfestival een stuk gemaakt onder de titel Vrouwenstemmen, waarin zij de positie van de vrouw belichtte naar aanleiding van honderd jaar vrouwenemancipatie. ‘Met opera wil ik strijden voor gelijkheid’, verklaarde zij in een interview.

Manoj Kamps (midden): ‘In minder dan drie maanden hebben we dit tot stand gebracht. Dat is het wonder van deze productie.’ (© Milagro Elstak)

Archief van het lichaam

Het engagement van hen beiden blijkt meteen uit de hoeveelheid en variëteit aan muziekstukken en teksten die in de productie getiteld FAUST [working title] zijn samengebracht. Alsof de Spotify-playlists van beiden zijn leeggestort. ‘Ik kan mij voorstellen dat je dat denkt’, reageert Kamps. ‘Maar als je de hele voorstelling ziet, merk je hoe de thema’s bij elkaar aansluiten, zowel muzikaal als ook in het beeld. Dan gaat het publiek dwarsverbanden leggen.’

Het artistieke team zocht allereerst naar aanknopingen in het traditionele repertoire, met Mefistofele als eerste uitgangspunt, zo zet Kamps uiteen. De voorstelling begint dan ook met de koorscène, de ‘Prologo in cielo’, waarmee de opera van Boito wordt ingezet. Nog twee andere fragmenten zitten verweven in het geheel, onder meer de aria van Margherita ‘L’altra notte in fondo al mare’, die wordt gezongen door de Moldavische sopraan Olga Busuioc. Zij was al gecontracteerd voor de rol van Margherita in Mefistofele.

Bijzonder is de keuze van een fragment uit een dramatische cantate van Lili Boulanger, een zelden uitgevoerde, indrukwekkende compositie rond de figuur van Helena van Troje. Johann Goethe laat in zijn toneelstuk Faust de titelheld door Mefistofele terugvoeren in de geschiedenis, naar de mooie Helena, om wiens schoonheid een felle oorlog losbarstte, die stromen bloed deed vloeien. Boulanger noemde haar cantate uit 1913 Faust et Hélène.

Kamps: ‘Deze en andere meer en minder bekende stukken uit de klassieke traditie vormen de eerste laag van onze opzet. Een tweede laag bestaat uit wat wij noemen het archief van het lichaam. Wat draagt een mens mee aan ideeën, teksten en muziek? We hebben aan de vier solisten, maar ook aan de koorleden gevraagd wat zij zouden willen zingen op het podium. Wat is jouw muzikale wereld om het publiek aan te spreken? Daar kwamen zeer verschillende bijdragen uit voort. Sopraan Olga Busuioc zingt behalve haar aria van Margherita ook een Roemeens volks liefdeslied.’

Als derde laag wilden de samenstellers veel verschillende stemmen en soorten muziek laten horen. De enige man bij de solisten, de Zuid-Afrikaan Martin Mkhize, koos voor een ritmische song van Miriam Makeba, en het Chinese koorlid Fang Fang Kong brengt twee Chinese liederen van de jonge componiste Lingbo Ma ten gehore. Het Nieuw Amsterdams Kinderkoor zingt een vrolijk stukje uit de Franse muziekfilm Les Choristes, over een vlieger die kinderen oplaten, ‘Cerf volant’.

Manoj Kamps wilde ook de unieke klankwereld van de Canadese componist Claude Vivier een plek geven en koos als pleitbezorger van moderne en eigentijdse muziek de openingspassage uit Viviers compositie ‘Lonely child’ voor sopraan en orkest. Droombeelden die naar de sterren voeren vormen het thema, gezet op een strakke, lange melodische lijn.

Manoj Kamps (links) en Lisenka Heijboer Castañón (midden) in repetitie voor FAUST [working title]. (© Milagro Elstak)
In de teksten van andere composities zitten veel verwijzingen naar onvervulbare liefde (waar het Faust-verhaal om draait), naar hartstochten die het leven ontregelen en naar kinderlijke dromen. Het engagement om de situatie waarin de wereld zich bevindt, wordt treffend uitgedrukt in het koorwerk ‘Riddiamo’ uit Boito’s Mefistofele. De duivel verbrijzelt aan het einde van het tweede bedrijf een glazen bol die de wereld voorstelt, waarop het koor verschrikt reageert: ‘De wereld is verloren, de wereld is kapot.’

Het artistieke team besloot ook om als extra laag in de productie een nieuwe ‘stem’ aan bestaande muziek toe te voegen, als een soort alternatieve geschiedenis en een blik op de toekomst. Ondanks de krappe tijd kregen twaalf componisten/arrangeurs opdracht om bij een flink aantal uit te voeren composities bewerkingen te maken. Bijvoorbeeld omdat een originele orkestbezetting te groot bleek of om een bepaalde sfeer te scheppen. Zoals in het Roemeens volksliedje, dat met een accordeon wordt begeleid in de setting van een kroegscène.

Kamps: ‘In het geval van de aria ‘L’altra notte’ is de zanglijn hetzelfde gebleven, maar de orkestbegeleiding is zo aangepast dat die nu een totaal andere, beklemmende sfeer heeft gekregen. Ook verandert de begeleiding in een aria uit Händels opera Rinaldo, ‘Venti, turbini’. In het herhalingsdeel verandert die totaal van sfeer en klank, met associaties naar Edith Piaf en Wendy Carlos. Als een hedendaagse variant op de barokke da capo-aria.’

Behoorlijk orkest

Vanuit de eerste besprekingen in juni groeide FAUST [working title] als een work in progress. De mogelijkheden moesten worden afgestemd op de realiteit van de veiligheidsregels van de coronacrisis.

Kamps: ‘Er was in het begin veel onduidelijk. Zouden we één of twee solisten en een klein ensemble kunnen inzetten? Er zijn in korte tijd in samenwerking met de TU Delft allerlei onderzoeken gedaan naar wat veilig zou zijn. Door de orkestbak een flink stuk te vergroten kan er toch een behoorlijk orkest spelen; zo’n veertig musici, die op veilige afstand van elkaar zitten. Bij de eerste repetitie met orkest verliep het samenspel boven verwachting goed.’

‘Op het podium bleken gelukkig veel meer zangers te passen, die tijdens het zingen tweeënhalf meter afstand moeten houden. Tussen de volwassen zangers staan ook kinderen van het kinderkoor. Die hoeven niet de verplichte afstanden te bewaren, waardoor het geheel er toch als een soort koormassa uitziet.’

Uitverkocht

Het geheel gaat zo’n vijf kwartier duren, schat Manoj Kamps. ‘Er zit geen pauze in. Noem het een eenakter. De titel valt goed samen met het proces van ontwikkeling en aanpassing. We hadden een overvloed aan muziek om uit te kiezen. Allerlei volgordes hebben we uitgeprobeerd. In de afgelopen twaalf jaar heb ik aan zeer verschillende projecten meegewerkt, zowel hedendaagse als klassieke. Al die ervaringen komen samen in dit project. In minder dan drie maanden hebben we dit tot stand gebracht. Dat is het wonder van deze productie.’

De zeven voorstellingen, met plek voor zo’n 230 toeschouwers per keer, zijn helemaal uitverkocht. De aanvang is vervroegd van 20.00 naar 19.30 uur. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

De originele Mefistofele is te beluisteren op de website van de NTR ZaterdagMatinee (uitzending gemist) in een opname uit oktober 1985 door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Sergiu Comisiona, met Nelly Miricioiù als Margherita en Piero Visconti als Faust.

Vorig artikel

Duo Serenissima doet zingende nonnen herleven

Volgend artikel

DNO-studio verwelkomt vier nieuwe leden

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman