BuitenlandOperarecensieReisverhalen

Bolena in Keulen: een waar belcantofeest

Anna Bolena – de eerste van Donizetti’s trio ‘koninginnedrama’s’, ook wel bekend als de Tudor-trilogie – beleefde de afgelopen weken een reeks zeer succesvolle uitvoeringen in de Oper Köln. Zonder grote namen, maar wel van grote klasse.

Scène uit Anna Bolena (foto: Klaus Lefebvre).

Met Anna Bolena begon in 1830 wat je zou kunnen noemen Donizetti’s middenperiode. Het was het eerste werk waarmee hij ook buiten Italië succes had. Lucrezia Borgia, recent in Brussel te zien, volgde drie jaar later.

Het zijn belcantowerken die tot voor kort slechts van naam bekend waren. La Scala stofte de partituur van Anna Bolena in de jaren vijftig af ten behoeve van Maria Callas. Daarna verdween het werk weer uit het zicht.

Als stervehikel voor Edita Gruberova maakten Bolena en Borgia een kleine comeback in München en Wenen en meer recent ontfermde Anna Netrebko zich zowel in Wenen als New York over de rol van haar ongelukkige naamgenote. Plotseling kent bijna elke liefhebber het werk, niet in de laatste plaats vanwege de live-uitzending die over de hele wereld in talloze bioscopen gevolgd kon worden.

De opera in Keulen laat echter zien dat je ook met een goed bezet ensemble dit meesterwerk prima over het voetlicht kunt brengen. Beide vrouwelijke hoofdrollen werden vertolkt door zangeressen die reeds jaren aan ‘Keulen’ verbonden zijn.

De Russische Olesya Golovneva schitterde als de gedoemde koningin. Deze prachtige zangeres heeft alles in huis voor de titelrol; in het bijzonder een laag bereik, essentieel in dit geval. In 2011 vertolkte ze in Keulen de rol van Natasja in Prokofjevs Oorlog en Vrede, een opera die naar verluidt in het seizoen 2015/2016 wellicht in Amsterdam te zien zal zijn. Als men nog op zoek is naar iemand voor deze rol, dan is een scoutingbezoek aan Keulen zeker aan te bevelen.

De Duitse mezzo Regina Richter biedt in alle opzichten uitnemend tegenspel als Giovanna Seymour. Als beiden tegelijk op het toneel staan, is dat belcanto op zijn best. In het grote duet in de tweede akte wedijveren beide dames in het tentoonspreiden van empathie, heel iets anders dan het verbale moddergevecht tussen Maria en Elisabeth in Maria Stuarda.

De aankleding is sober, niet in de laatste plaats omdat het operagebouw wordt gerenoveerd en er gespeeld wordt in een noodruimte, een voormalige fabriekshal met de weidse naam Palladium.

Links een aan drie kanten gesloten kale grijze ruimte, waarin het merendeel van de actie zich afspeelt, rechts een grote trap met beneden een zithoek, in de stijl van een Engels landhuis. Er staat een secretaire waaruit de op Anna verliefde page Smeton onopgemerkt een medaillon met haar afbeelding weet weg te nemen. Als hij dat later weer terug wil leggen, treuzelt hij te lang, waardoor hij getuige is van de confrontatie van Anna en haar vroegere geliefde Percy, die speciaal door Enrico naar het hof is teruggeroepen om Anna in verlegenheid te brengen en wellicht op ontrouw te kunnen betrappen. Smetons ingrijpen in deze confrontatie zet ongewild de fatale afloop van de intrige in werking.

Het thema van de kostuums is ‘klassiek Engelse adel’, met fantasierijke varianten. De vrouwen zijn allen prachtig gekleed in lange jurken; zwart voor de hofdames, grijs voor Anna en felrood voor Giovanna. Het symboliseert de verwelkte liefde van Enrico (Hendrik VIII) voor zijn gemalin en de opgebloeide genegenheid voor haar hofdame.

Enrico werd overtuigend vertolkt door de Italiaanse bas Marco Spotti. Hij heeft een goede présence en weet vocaal te imponeren. Rochefort, de broer van Anna, kwam voor rekening van de Argentijnse bariton Matias Tosi. Hij was gekleed in plus fours en droeg een oranjerode pruik, waardoor hij nogal aan Kuifje deed denken. Dat droeg bij aan de juiste tekening van deze figuur, een opportunistische lichtgewicht, een beetje een schertsfiguur.

Scène uit Anna Bolena (foto: Klaus Lefebvre).

De Koreaanse tenor Jeongki Cho vertolkte met verve de rol van Percy, Anna’s vroegere geliefde die ze op aandringen van haar broer had laten schieten om zodoende te kunnen dingen naar een plaats aan de zijde van Enrico. Zijn cv is nog niet zeer indrukwekkend, maar de kans om te schitteren in deze rol greep hij met beide handen aan.

Marta Wryk viel in als de page Smeton. Adequaat, maar ze wilde net iets te graag laten zien dat ze heel hoog kon zingen. Het kwam er wat geforceerd uit. Onnodig, want verder deed ze het goed.

Het Gürzenich Orchester Köln stond onder de bekwame leiding van Alessandro De Marchi, beter bekend als barokspecialist en in Keulen, de ‘oudemuziekhoofdstad’ van Duitsland, beslist geen onbekende.

Imogen Kogge en Tobias Hoheisel, enige tijd geleden verantwoordelijk voor Madama Butterfly bij de Nationale Reisopera, tekenden voor de regie.

Het is vanuit Rotterdam een eind rijden naar Keulen. En vanwege de aangekondigde sneeuw ook nog in een van mijn dochter geleende auto met winterbanden. ‘Alles für die Kunst.’ Onnodig te zeggen dat de voorstelling de reis meer dan waard was.

Vorig artikel

Muziektheater houdt weer Open Huis

Volgend artikel

Zauberflöte in Utrechts Conservatorium

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

4Reacties

  1. Anna K
    11 maart 2013 at 20:03

    wat een leuke recensie! Bedankt, Peter!
    Ik wil het zien, maar eerst moet de sneeuw gesmolten zijn.

  2. Loesje
    12 maart 2013 at 21:52

    Wat mij betreft zou Anna Bolena een hele goede vervanging zijn in de ‘standaardprogrammering’ voor Lucia. Het is een prachtig werk dat veel liefhebber zal aanspreken.

  3. Anna K
    13 maart 2013 at 10:23

    O ja! En dan meteen ook Stuarda en Devereux!

  4. Olivier
    13 maart 2013 at 21:45

    Hebben jullie het nog niet gehoord dan? Bolena, Stuarda en Devereux komen volgend seizoen alledrie in Het Muziektheater. Audi heeft z’n vertrek 1 jaar uitgesteld om een Donizetti-festival van de grond te tillen. (Homerisch gelach op de achtergrond.)