BuitenlandOperarecensie

Salzburger Meistersinger heeft veel kanten

Het is al even geleden, maar de Osterfestspiele Salzburg bracht een interessante productie van Die Meistersinger von Nürnberg. De regie van Jens-Daniel Herzog had plussen en minnen, de muzikale interpretatie van Christian Thielemann was veelzijdig.

Georg Zeppenfeld en Adrian Eröd in Die Meistersinger von Nürnberg. (© OFS / Monika Rittershaus)

Een eenduidige beoordeling van deze productie is onmogelijk. Het is een voorstelling met veel facetten, waar allerlei mooie en minder mooie factoren aan bijdragen.

Waar te beginnen? De muziek. Christian Thielemann is opnieuw in Wagners partituur gedoken, met een nieuw perspectief als resultaat. De uitvoering wordt gekenmerkt door onverwachte tempi en ongelofelijk bruisende klankkleuren, abrupt onderbroken door (gevoeld) lang aanhoudende stiltes. Waarna plotseling een zachte, kamermuzikale toon aangenomen wordt.

Thielemanns interpretatie van dit werk is veellagig, veelzijdig en gevoelig. Je hoort instrumenten die anders vaak in de algehele orkestklank verdwijnen. Toch heeft die geraffineerdheid ook risico’s. In de zachtere passages staan de zangers helemaal in het middelpunt, maar als het orkest aanzwelt, dreigen ze in het klankgeweld ten onder te gaan.

Georg Zeppenfelds Hans Sachs heeft de touwtjes in handen. Vocaal kan hij echter niet helemaal aan de verwachtingen voldoen. Hij geeft Sachs theatraal veel diepte, maar in zijn rustige, ingehouden benadering wordt hij vaak overstemd door het orkest. Het kan ook aan de akoestiek in het Festspielhaus in Salzburg liggen, maar Thielemann zou die goed genoeg moeten kennen om dat te vermijden.

De balans tussen Jacquelyn Wagners Eva en het orkest is eveneens niet optimaal. In de tweede akte is ze amper te horen. In de derde akte wint haar vertolking echter aan stemkracht en kleur. Ze is een moderne, zelfbewuste vrouw, die met de gevoelens van mannen speelt. Plotseling wordt duidelijk dat ze een lange geschiedenis heeft met Hans Sachs, prachtig verbeeld door bepaalde blikken en intieme scènes. En in het pijnlijke einde van hun innige relatie.

Klaus Florian Vogts indrukwekkende tenor heeft iets van zijn stralende helderheid verloren, maar daarvoor een passende diepte teruggekregen. Zijn Stolzing is niet onder de indruk van conventies. Geïrriteerd maakt hij duidelijk dat hij lak heeft aan de gedateerde, vastgeroeste structuren van de Meistersinger. Zijn ‘Preislied’ overtreft alles en stelt Sixtus Beckmesser in de schaduw.

Klaus Florian Vogt in Die Meistersinger von Nürnberg. (© OFS / Monika Rittershaus)

Adrian Eröd bewijst als Beckmesser zijn grote acteertalent, ook al schuift de regie zijn rol soms naar de achtergrond. Eröd paart zijn acteerwerk aan een stem die alle mogelijke emoties kan uitdrukken. In de tweede akte toont de zanger een zeldzaam talent voor komedie. Zijn dialoog met Sachs, tegelijk een serenade voor Eva, is een hoogstandje, dat hij in de derde akte voortzet. Zijn gebaren volgen uiterst precies de muziek.

Het zijn vooral kleine momenten in deze productie die blijven hangen. Na zijn mislukte optreden in de zangwedstrijd trekt Beckmesser zich terug. Hij kijkt telkens weer naar zijn blad, laat het dan uit zijn handen glijden, recht zijn rug en voegt zich bij de groep meesters. Een groot klein moment.

Tot zulke momenten behoort ook de ‘Wahn-monoloog’ van Hans Sachs en de andere waanvoorstellingen in de productie. Ze verschijnen regelmatig en je hebt amper tijd ze waar te nemen. Ze zijn alomtegenwoordig en laten een andere dimensie van het verhaal zien.

Zo komen we bij de regie van Jens-Daniel Herzog, die meerdere kanten heeft. De personenregie is geweldig, maar de setting is onbegrijpelijk. Wat het eerste betreft: het kwintet is één van de hoogtepunten van de avond. Eva staat tussen de beide mannen. Ieder heeft een eigen plek. Ze horen bij elkaar en zijn toch alleen. Regie en muziek creëren een unieke atmosfeer. Daarin schuilt de kracht van deze regie, in die kleine, intieme scènes.

De setting laat het publiek echter volledig in de steek. Waarom is het verhaal in een theater geplaatst? Wat is realiteit, wat is fictie? Tot het einde worden die vragen niet beantwoord. Het decor van Mathis Neidhardt helpt ook niet. De onbegrijpelijke aankleding past überhaupt niet bij de doordachte personenregie. Jammer.

Vorig artikel

Opera in de media: week 21 van 2019

Volgend artikel

Operadagen Rotterdam 2019 van start

De auteur

Marie-Theres Arnbom

Marie-Theres Arnbom