AchtergrondFeatured

Doris Soffel: “Ich bin noch hungrig”

De Duitse mezzosopraan Doris Soffel zong Mozart, Bizet en Bellini, maar is de laatste jaren vooral bekend als Strauss- en Wagner-vertolkster. Ze is in Amsterdam voor Die Walküre bij De Nederlandse Opera en daar sprak Place de l’Opera met haar. “Ik ben soms een guerrilla.”

Doris Soffel bij de Spree (foto: Streubel).

Op weg naar ons gesprek in één van de studio’s van Het Muziektheater komt Doris Soffel veel bekenden tegen, mensen die achter de schermen werken bij De Nederlandse Opera (DNO). Ze neemt de tijd om ze gedag te zeggen. Het zijn korte, warme ontmoetingen. Net voor we beginnen stapt Fred Lingen van de Vriendenvereniging even binnen en begroet Soffel met een zwierig “Guten Tag, schönste aller Frauen”.

Doris Soffel heeft het duidelijk naar haar zin in Amsterdam. Het was haar eigen idee om in deze herneming van de Ring des Nibelungen van Wagner, acht jaar na de vorige, opnieuw Fricka te zingen. “In 2008 zong ik Die Amme in Die Frau ohne Schatten hier bij DNO. Toen heb ik het Pierre Audi gevraagd. ‘Zou je je kunnen voorstellen dat ik nog eens Fricka zing, hier in jouw regie van de Ring, al ben ik dan wellicht de oudste?’ ‘Ehh, mja… Ja!’ zei hij. Zodoende ben ik hier weer. Ik houd van de rol van Fricka en ik houd van deze enscenering.”

Marianne Schech

Tijdens haar opleiding in München, aanvankelijk als violiste, kreeg Soffel na een auditie bij zangeres/docente Marianne Schech te horen dat ze een ‘stem’ had. “Er was meteen een klik met Marianne, ze geloofde in me en ze stimuleerde me.”

Het was tenor Wolfgang Windgassen, toen directeur van het operahuis, die haar naar Stuttgart haalde. “Ik was daar beginner en kon er meteen al kleine rollen zingen in de Ring die Wieland Wagner regisseerde, dus Rheintochter, Norne, Walküre. Stuttgart heette in die periode wel ‘Winter-Bayreuth’. Dankzij Windgassen, die daar zelf ook zong, stond ik als jonge zangeres op het affiche onder zijn naam, en die van mensen als Birgit Nilsson en Gottlob Frick. Dat was een mooi begin.”

Fricka

“Mijn eerste Fricka heb ik in 1977 in Basel gezongen, bij Armin Jordan. Ik twijfelde of ik de keuze voor zulke rollen al moest maken. Ik hield van mijn vak, ik wilde nog lang kunnen zingen en vroeg me af: wat moet ik dan zingen als ik veertig ben? Een jaar daarvoor had ik in Bayreuth al Waltraute gedaan in de Ring van Cheréau/Boulez.”

“Later, in 1983, dirigeerde Sir Georg Solti de Ring, met regisseur Sir Peter Hall. Ik wilde eigenlijk liever Waltraute zingen in Götterdämmerung, maar die rol ging naar Brigitte Fassbaender. Solti wilde een jonge Fricka. Dat werd ik.”

Soffel als Fricka in Pierre Audi’s Walküre, 2005 (foto: Ruth Walz).

“Ik hou erg van Fricka. Als ik haar zou moeten schilderen, was het een vrouw die intelligent uit haar ogen kijkt”, vertelt Soffel, waarna ze met lichte ironie vervolgt: “Ze is een beetje conservatief. Ze is godin en Wotan is niet echt een god, ze is onder haar stand getrouwd. Dat betreurt ze, maar ze heeft een grote integriteit, misschien is dat het wel wat me zo aan haar bevalt.”

“Vergeet niet: ze heeft elf stiefkinderen, tien meisjes en een zoon. Ze is zelf geen moeder, maar misschien heeft ze wel een miskraam gehad, of minnaars… je weet het niet. De rol van Fricka in Rheingold wordt vaak onderschat. Wagner heeft niet veel voor haar gecomponeerd, zegt men dan. Maar wat niet gecomponeerd is, moet je spélen, als het ware een draad spinnen tussen de delen. De sprakeloosheid van een vrouw die zich een beetje in de hoek geduwd voelt. En dan kookt het en kookt het en is er de scène in Die Walküre en dan spuwt ze vuur.”

“Al een minuut of tien voor ik opkom, ben ik bij het podium, met mijn ‘vrienden’, de geitenkoppen op de wandelstokken. Een hele goede vondst van de regie. Het zijn mijn symbolen van macht. Terwijl ik het podium op loop, denk ik: ‘Wacht maar, nu is het mijn beurt.’ Je moet er meteen staan, veel energie geven. Je kunt niet rustig opbouwen, voor je het weet is het voorbij. Als ik de muziek hoor voor de tweede akte, dat is een soort ontsteking, dan fikt het echt.”

Arjen Robben

“Vanuit mijn hart en voor mijn stem heb ik altijd de juiste keuzes gemaakt, misschien niet voor een vlot ‘image’, een snelle op uiterlijkheden gerichte carrière. Mensen begrepen het niet dat ik niet meer naar Bayreuth terugging. Maar ik vond mezelf niet geloofwaardig als ik in het seizoen Sesto zou zingen, of Rosina, of al die Carmens, en dan snel in de zomer naar Bayreuth om Fricka te zingen. Er was ook onbegrip toen ik in een jaar zowel de hondsmoeilijke coloratuurpartij van Kassandra in Troades van Reimann zong als in La Cenerentola stond in Oost-Berlijn. Maar als je een goede techniek hebt, dan kan dat.”

Soffel als Ortrud in Lohengrin.

“Callas zei al: een stem is geen lift, op een knop drukken en omhoog en omlaag. Daarom heb ik ook nooit onverantwoord geëxperimenteerd. Er zijn mezzo’s die in het licht wilden staan en sopraanpartijen gingen zingen, maar dat ging heel vaak fout.” Lachend: “Ach, ik ben slechts een mezzo… ik sta altijd in de schaduw.”

“Het is een kunst met groot volume coloratuur te zingen. Vergeet niet: er waren al grote stemmen vóór Wagner en Strauss, die zongen Rossini en Donizetti. Een beetje kennis van de geschiedenis is van belang dus. Ik heb mijn tijd genomen en ben zuinig op mijn stem geweest.”

“Opera is eigenlijk net als voetbal, en dat bedoel ik serieus. Het is nu en het is live en het gebeurt in het moment. Je gaat het speelvlak op, er is niets anders meer dan laten zien wat je kunt. Je moet waar nodig improviseren en reageren. Ik kijk graag naar voetbal, in Duitsland is het jonge team van Dortmund geweldig. En Arjen Robben was sensationeel vorige week in de wedstrijd tegen Barcelona.”

Salome

De zangeres stond in de omstreden Salome die Peter Konwitschny in november 2009 bij DNO maakte. Soffel kan zich het rumoer wel voorstellen, maar zegt fel: “Ich sage: give me a challenge! Ik ben een guerrilla, weet u. Als een regisseur gek doet… dan kan ik dat ook. Ik gooi niet meteen een deur dicht, ben te nieuwsgierig. Laten we discussiëren, zeg ik als iemand een interessant idee heeft. Het is altijd een poging waard.”

Doris Soffel (rechts) in Die Frau ohne Schatten bij De Nederlandse Opera (foto: Clärchen und Matthias Baus).

“Als Konwitschny mij verteld zou hebben hoe hij me in de rol ‘onder de tafel’ zou zetten, had ik het misschien niet gedaan. Wacht maar, dacht ik, als jij me onder de tafel stopt, dan zul je eens wat beleven… Hij zag in mijn ogen dat ik strijdlustig was. Ik ben geen slachtoffer! Ik ben een constructief element. Zo zie ik mezelf. Weliswaar wat vermoeiend soms…”

“Het was heel omstreden, maar het was levendig en als je goed zingt, kun je jezelf in de spiegel aankijken. En als de regie het publiek dan niet bevalt, ’tant pis, c’est la vie!’ En vergeet niet: de boe’s in 1976 na de eerste opvoeringen van de Ring van Chéreau, zo had ik het nog nooit gehoord. Later werd dat de Ring der Ringen.”

Gravin

Doris Stoffel zingt tot 12 mei de rol van Fricka in Die Walküre en komt begin 2014 terug naar Amsterdam voor nog twee complete Ring-cycli. Daarna zingt ze in Zürich voor het eerst de Gravin in Pique Dame. Of ze daar nog niet te jong voor is, vraag ik, refererend aan Martha Mödl, die de rol nog op haar 87e zong.

“Ach, hou oud moet je zijn voor die rol? Volgend jaar wordt het 40 jaar dat ik Polina zong, Martha Mödl was in die productie voor het eerst de gravin. Volgend jaar is de cirkel dus rond.”

Op de vraag of ze na zoveel jaar in het operavak niet cynisch of blasé geworden is, antwoordt ze: ‘Um Gottes willen, nee. Ik hou van nieuwe dingen doen, Ich bin noch hungrig.”

Vorig artikel

Holländer groot succes bij Staatsoper

Volgend artikel

Maria Fiselier zingt op 5 mei-concert

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

6Reacties

  1. Mark-Jan
    30 april 2013 at 21:09

    Mooi interview. Ik zal niet licht vergeten wat ze afgelopen zondag in de walkure neerzette. Ronduit jammer dat haar interpretatie niet op video wordt vastgelegd.
    Luister ook nog vaak terug naar de Frosch uit 2008. Blijft een feest 🙂

  2. Remko
    1 mei 2013 at 06:11

    Bedankt, boeiend gesprek! Die Herodias was onvergetelijk, voor het eerst hoorde ik hoe mooi die rol eigenlijk is, dat was een openbaring, na een lange reeks van parodieën door kijvende en kakelende “zingende actrices.”

  3. Gerrit Jan Fonk
    1 mei 2013 at 09:01

    Prachtig interview, en wat was Doris Sofel goed als Fricka! Een parel in de voorstelling. Haar stem en presence vergeet je nooit meer, en ze is nog net zo indrukwekkend als 8 jaageleden. Wijze woorden ook over moderne regieopvattingen, al vond ik die Salome van Konwitzy onvergeeflijk! Dohmen met.die zak over zijn hooff en dan al die walgelijke tafetelen. Maar daar gaat het nu niet om, viva Doris Sofel!

  4. Antonio
    1 mei 2013 at 09:48

    Via via hoorde ik dat Dohmen heeft gezworen nooit meer naar Amsterdam te komen, na de Salome disaster. 🙂
    Maar goed – het gaat nu om de wonderbare Doris Soffel! Wat een zangeres! En wat een ardige vrouw!
    Ik heb haar ooit op Matinee gehoord als last minute invalster in Maria Stuarda. Zij was zo waanzinnig goed, dat Fred Lingen in de pauze een extra bos bloemen heeft gekocht!
    En ik koester haar opname van Mahler 2 onder Inbal, mijn geliefde!

    Prachtig interview, bedankt!

  5. 4 mei 2013 at 10:53

    Although my Dutch isn’t very good, this looks like a fascinating interview with a magnificent singer and superb actress. I have vivid and very happy memories of Doris Soffel’s Orlovsky and Sesto at Covent Garden plus Arcabonne in JC Bach Amadis and Octavian at Hamburger Staatsoper.

  6. Lieneke Effern
    7 mei 2013 at 09:53

    Allereerst dank voor dit mooie gesprek. Ik herinner me Doris Soffel ook nog van Maria Stuarda in de Matinee.
    Ze maakte jl. zondag een verpletterende indruk als Fricka in de Walkure. Wat een stem en wat een acteerprestatie. Onvergetelijk